Quick Start Guide
Table Of Contents

OMRON
Het schrijven van een programma
Snelle start instructie pagina 15
Ctrl+ALT+
Î
ÎÎ
Î Open een kolom. Op de locatie van de cursor wordt er een verticale baan op het
scherm vrijgemaakt. Alle getrokken lijnen op het scherm worden hierbij
doorgetrokken.
Ctrl+ALT+
Ð
ÐÐ
Ð Open een rij. Op de locatie van de cursor wordt er een horizontale baan op het
scherm vrijgemaakt. Alle getrokken lijnen op het scherm worden hierbij
doorgetrokken.
Ctrl+ALT+
Í
ÍÍ
Í Verwijder een kolom. Op de locatie van de cursor wordt er een verticale baan op het
scherm verwijderd. Alle in deze baan getekende contacten, lijnen, uitgangen en
functies worden verwijderd.
Ctrl+ALT+
Ï
ÏÏ
Ï Verwijder een rij. Op de locatie van de cursor wordt er een horizontale baan op het
scherm verwijderd. Alle in deze baan getekende contacten, lijnen, uitgangen en
functies worden verwijderd.
3.4.2 Het ongedaan maken van bewerkingen
Undo
Met het bedienen van de toets Undo kan een gepleegde actie in het pakket ongedaan
gemaakt worden.
Redo
Met de Redo functie kunnen acties die met de Undo toets ongedaan gemaakt zijn
weer teruggehaald worden.
3.4.3 Commentaar bij contacten
In de symbols dialoog kunnen contacten van symbolen worden voorzien. Dubbelklik in
de project workspace op de symbols icoon onder de PLC. In het venster dat getoond
wordt kunnen nieuwe symbolen ingevoerd worden. Klik met de rechter muisknop in de
lijst de getoond wordt. Kies Insert Symbol en voer het gewenste adres met de naam
in.
3.4.4 Commentaar bij netwerken
Er zijn twee manieren om een netwerk van commentaar te voorzien. Met de muis door
met de rechtermuisknop op de busbar te klikken en in het getoonde menu te kiezen
voor properties. Met het toetsenbord door de cursor op de busbar te zetten (voor het
eerste contact) en op Alt+Enter te drukken. In de dialoog die verschijnt kan het
commentaar van het netwerk ingevoerd worden.
Opmerking
Om een tweede regel tekst in te voeren moet u geen Enter maar Ctrl+Enter invoeren.
3.5 Functies voor het testen van een programma
Voor het testen van een programma kunnen we een aantal functies van Cx-
Programmer gebruiken.
3.5.1 Manipuleren van getallen en bits
Wanneer monitoring aan staat (menu PLC optie Monitor) kunnen getallen en bits in de
PLC gemanipuleerd worden. In het voorbeeldprogramma dat eerder gebruikt werd is
in het vierde netwerk een counter instructie geprogrammeerd. Klik met de rechter
muisknop op de counterwaarde, dit is het middelste veld van de instructie. Een menu
verschijnt, kies hierin de optie Set en daarna Value, een dialoog verschijnt, waarin een
nieuwe waarde ingevoerd kan worden. Zie de onderstaande figuur.