Quick Start Guide
Table Of Contents

OMRON
Het schrijven van een programma
Snelle start instructie pagina 13
gezonden, moeten deze hier meegezonden worden. Ook de instellingen van seriële
poorten en eventuele optiekaarten zijn hier ingesteld.
I/O Table
Bij de CV en CS1 modellen kan de I/O configuratie vooraf samengesteld worden en
vervolgens naar de PLC verstuurd worden.
Symbols
Bij sommige PLC’s is het mogelijk om de symbolen mee te sturen naar de PLC. Bij
het uploaden vanuit de PLC blijven deze dan behouden.
Comments
Bij sommige PLC’s is het mogelijk om het netwerkcommentaar naar de PLC te
versturen.
Clear Program memory
Wanneer het programma gedownload wordt, zal automatisch deze optie aangezet
worden. Cx-Programmer zal het programmageheugen van PLC wissen voor het
downloaden van het programma. Hiermee wordt voorkomen dat gedeeltes van vorige
programma’s nog in het geheugen van de PLC staan.
Mode
Voor het downloaden moet de PLC in program mode staan. Staat de PLC niet in
program mode dan zal Cx-Programmer voor het downloaden vragen of de PLC in
program mode gezet kan worden. Na het downloaden volgt dan de vraag of de PLC
terug gezet moet worden in de mode die deze voor het downloaden had.
Na het instellen van de gewenste opties wordt het programma gecompileerd en naar
de PLC verstuurd. Tijdens het downloaden van het programma wordt een venster
getoond met een percentagemelding.
Wanneer het downloaden van het programma klaar is verschijnt de nevenstaande
melding. Na het bedienen van de OK knop kan het programma uitgevoerd worden.
Change mode
Na het downloaden moet de PLC weer in de RUN of MONITOR mode gezet worden
zodat het programma wordt uitgevoerd. Wanneer de PLC voor het downloaden niet in
program mode stond zal na het downloaden de vraag gesteld worden of de PLC weer
in de oude mode (run of monitor) terug gezet moet worden.
3.3.2 PLC mode instellen
Wanneer de PLC voor het downloaden in de program mode stond zal na het
downloaden de mode veranderd moeten worden. Dit moet gebeuren met de knoppen.
Via het toetsenbord kan dit ook gedaan worden met de toetsencombinaties Ctrl+1
(Program), Ctrl+2 (Debug), Ctrl+3 (Monitor) en Ctrl+4 (Run). Ook met de keuze
Operating Mode in het menu PLC of de met de rechtermuisklik op de PLC in de
Project Workspace kan de PLC mode veranderd worden.