Operation Manual
16
Het reinigen van de eenheid na iedere inhalatie
1. Verwijder de maskeradapter van de basiseenheid.
2. Verwijder de medicijnhouder van de basiseenheid.
3. Verwijder de vernevelkap van de medicijnhouder, verwijder het medicijn en open de medicijnhou-
derkap. Geadviseerd wordt schoon water te vernevelen om medicatie te verwijderen die in de
maasgaatjes kan zijn achtergebleven na het legen van de medicijnhouder.
4. Verwijder het beschermkapje van de
vernevelkap.
Let op: raak het vernevelmembraan niet aan!
NB: Indien het apparaat niet op de juiste wijze en regelmatig gereinigd en gedesinfecteerd wordt,
kunnen er micro-organismen in het apparaat achterblijven met mogelijk risico van infectie.
De volgende onderdelen dienen te worden gereinigd na ieder gebruik:
Medicijnhouder, vernevelkap, maskeradapter, mondstuk
en masker.