Operation Manual

206
5.Oplossen van fouten en problemen
5.2
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak Oplossing
De meting is extreem
laag (of hoog).
Manchet is niet juist
aangebracht.
Breng de manchet op
de juiste manier aan.
Zie paragraaf 3.2.
Beweging of praten
tijdens de meting.
Praat en beweeg niet
tijdens de meting.
Zie paragraaf 3.3.
Kleding zit in de weg
voor de manchet.
Trek kleding die de
manchet in de weg zit
uit.
Zie paragraaf 3.1.
De druk in de man-
chet neemt niet toe.
De plug van de lucht-
slang is niet stevig in
de meter bevestigd.
Zorg ervoor dat de
luchtplug stevig is aan-
gesloten.
Zie paragraaf 3.2.
Er lekt lucht uit de
manchet.
Vervang de manchet
door een nieuwe.
Zie hoofdstuk 7.
De manchet loopt te
snel leeg.
De manchet zit los.
Breng de manchet op
de juiste manier aan,
zodat hij stevig om de
arm is gewikkeld.
Zie paragraaf 3.2.
Kan geen meting uit-
voeren of de meet-
waarden zijn te laag
of te hoog.
De armmanchet is
onvoldoende opge-
pompt.
Pomp de manchet zo
ver op dat de druk 30
tot 40 mmHg hoger dan
uw laatste meetwaarde
is.
Zie paragraaf 3.4.
Tijdens het meten
valt de stroom van de
meter uit.
De batterijen zijn
leeg.
Vervang de batterijen
door nieuwe.