Operation Manual

195
3.Het apparaat gebruiken
NL
3.3
Een meting verrichten
1. Schakel de meter in met O/I START.
Het opblazen van de manchet wordt automatisch gestart.
Ga op een stoel zitten met uw voeten plat op de grond en leg
uw arm op een tafel zodanig dat de armmanchet op dezelfde
hoogte zit als uw hart. Zit stil en praat niet tijdens de meting.
Opmerking:Als u de meting wilt onderbreken, schakelt u de
meter uit met O/I START, waarna de lucht uit de
armmanchet wegloopt.
Plaatsingsindicator manchet
De plaatsingsindicator manchet is een unieke functie die
aangeeft of de manchet niet strak genoeg rondom de arm is
gewikkeld.
Ook als het teken verschijnt, zal er een bloeddrukmeting
worden verricht.
Opmerking:Deze meting is echter NIET betrouwbaar omdat
de manchet niet correct is aangebracht. Plaats
de manchet opnieuw, waarbij u erop let deze cor-
rect om de arm te wikkelen en voer de meting
opnieuw uit.
Als het teken verschijnt, is de manchet strak
genoeg om de arm gewikkeld en is de meting
nauwkeurig en betrouwbaar.
2. Het opblazen wordt gestopt en de meting wordt gestart met
het leeg laten lopen. Naarmate de manchet leegloopt, knip-
pert het hartsymbool ( ) bij elke hartslag.
3. Als de meting is voltooid, wordt de armmanchet volledig ont-
lucht. Uw bloeddruk en hartslag worden weergegeven.