DIGITALE CAMERA SP-320 Handleiding NL Gedetailleerde beschrijvingen van alle functies die laten zien hoe u het uiterste uit uw camera haalt. Voordat u gaat fotograferen Basisfuncties voor het fotograferen Extra functies voor het fotograferen Weergeven Printen Online beelden Camera-instellingen Wij zijn u erkentelijk voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera.
De opbouw van deze handleiding Overzichtstekening van de camera / Blz. 4 Aan de slag 1 2 3 4 5 6 Voordat u gaat fotograferen Blz. 5 Tips voordat u gaat fotograferen Blz. 10 Basisfuncties voor het fotograferen Blz. 17 Geavanceerde functies voor het fotograferen Blz. 24 Aanvullende functies voor het fotograferen Blz. 33 Beelden weergeven Blz. 38 7 Instellingen Blz. 53 8 Beelden printen Blz. 61 Aansluiten van de camera op een computer Blz. 68 10 Appendix Blz. 76 11 Diversen Blz.
OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA Multiconnector Gelijkspanningsc onnector DC-IN Ontspanknop Klepje over de connector Klepje van het kaartje Sleuf voor Bevestigingsoog voor het kaartje de camerariem Microfoon Flitser Lens Zelfontspanner-LED / AF-hulpverlichting Zoomknop Functieknop POWER-knop Oranje LED Zoeker Groene LED #-knop (flitserfunctie) S -knop (wissen) [-knop / CUSTOM-knop <-knop (printen) DISP.
Aan de slag Camerariem bevestigen a. Plaats de batterij p n q o Een foto maken a. Zoomen Uitzoomen: SQ1 1600 1600×1200 1200 Inzoomen: 4 SQ1 1600 1600×1200 1200 b. Scherpstellen n c. Maak uw opname Richt het autofocusteken op uw object m.b.v. de monitor. n Maak de foto door de ontspanknop helemaal in te drukken.
Functieknop Deze camera heeft een stand Fotograferen en een stand Weergeven. Met de functieknop kiest u de instellingen. Kies de gewenste functie en schakel de camera in. Stand Fotograferen Zet de functieknop in een van deze standen om foto's of video's te maken. 1 Voordat u gaat fotograferen Stand Weergeven Zet de functieknop in deze stand om foto's of video's te bekijken. ( Over de functieknop Met deze functie kunt u een foto maken waarbij alles volledig h automatisch wordt ingesteld.
Directe knoppen Deze camera heeft knoppen waarmee de functies direct ingesteld kunnen worden. De directe knoppen hebben verschillende functies in de stand Fotograferen en in de stand Weergeven. Gebruik van de directe knoppen in de stand Fotograferen Voordat u gaat fotograferen 1 c d e f g g“OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA“ (Blz. 3) c #-knop (flitserfunctie) – om de flitserfunctie te selecteren.
Menu's Zet de functieknop op een willekeurige stand en druk op Z om de menu's op de monitor weer te geven.g“OVERZICHTSTEKENING VAN DE CAMERA“ (Blz. 3) Over de menu's De weergegeven menufuncties in de stand Fotograferen en in stand Weergeven zijn verschillend. 1 Hoofdmenu Voordat u gaat fotograferen Menu's zijn onderverdeeld in snelmenu's en functiemenu's. MODE MENU Snelmenu’s Functiemenu RESET OK HOLD Voor het rechtstreeks instellen van menufuncties.
Menu's Functiemenu ( Stand Fotograferen CAMERAtabblad Voor het instellen van functies m.b.t. het fotograferen. PICTUREtabblad Om fotostanden in te stellen, bijv. beeldkwaliteit en witbalans. MEMORY / Voor het formatteren van het interne geheugen of het kaartje CARD-tabblad Slaat tevens gegevens vanuit het interne geheugen op een kaartje op. SETUPtabblad Voor het instellen van basisfuncties van de camera en instellingen die het gebruik van de camera vereenvoudigen.
Menu's BEEP TIPS 1 LOW 2 HIGH Bedieningsaanwijzingen SELECT 1 GO OK Voordat u gaat fotograferen • De bedieningsaanwijzingen die onderaan op het scherm verschijnen hebben betrekking op het menu dat u gaat instellen. In dit geval volgt u de bedieningsaanwijzingen om de instellingen met behulp van de pendelknop te kiezen of te wijzigen. OFF Druk op psr om een instelling te selecteren. Druk op Z om de instelling te bevestigen.
In- en uitschakelen van de camera Druk op de POWER-knop om de camera in te schakelen. ( Inschakelen van de camera POWER-knop Zet de functieknop in de gewenste stand en druk op de POWER-knop. • De monitor wordt ingeschakeld. • Als u de camera inschakelt in de stand Fotograferen, schuift de lens naar buiten. Functieknop Monitor ( Uitschakelen van de camera Tips voordat u gaat fotograferen 2 Druk op de POWER-knop. • De monitor wordt uitgeschakeld. • De lens schuift naar binnen.
Als scherpstellen op het object niet lukt De camera spoort automatisch het object in het beeld op waarop moet worden scherpgesteld. Het contrastniveau is een van de criteria die de camera daarbij hanteert om het object op te sporen. Het is mogelijk dat de camera er niet in slaagt objecten op te sporen waarvan het contrast geringer is dan dat van de omgeving of wanneer in het beeld een vlak met uitzonderlijk sterke contrastverschillen voorkomt.
Beeldkwaliteit De beeldkwaliteit waarin u beelden en videobeelden opslaat kunt u zelf instellen. Selecteer de gewenste beeldkwaliteit. Beeldkwaliteiten voor stilstaande beelden Het beeld wordt helderder ( Normale beeldkwaliteiten Applicatie Resolutie neemt toe Tips voordat u gaat fotograferen 2 Stilstaande beelden (behalve die in het Beeld opgebouwd uit bestandstype RAW) worden opgeslagen in het een groot aantal pixel bestandstype JPEG.
Beeldkwaliteit 3:2 De breedte-hoogteverhouding van het beeld is normaal gesproken 4:3. Als u de breedte-hoogteverhouding wijzigt naar 3:2, kan een fotoontwikkelcentrale het beeld afdrukken zonder dat de randen van het beeld verloren gaan. 1/200 F4.0 0.0 4 HQ 3072 3072×2048 2048 Monitorbeeld bij breedtehoogteverhouding 3:2 Videobeelden worden opgeslagen in het bestandstype Motion-JPEG.
Beeldkwaliteit Voor videobeelden Beeldkwaliteit Resolutie Met geluid SHQ HQ 2 SQ1 Tips voordat u gaat fotograferen SQ2 640 x 480 (30 beelden / s) 640 x 480 (15 beelden / s) 320 x 240 (30 beelden / s) 320 x 240 (15 beelden / s) 1/200 F4.0 SQ1 1600 1600×1200 1200 Resterende opnametijd Bij gebruik van een 128 MB kaartje Zonder geluid Met geluid Zonder geluid 1 min. 1 min. 14 s 10 s 10 s 2 min. 2 min. 29 s 20 s 21 s 3 min. 3 min. 40 s 10 s 13 s 1 min. 6 min. 6 min.
Beeldkwaliteit ( JPEG-kopie Foto's in het bestandstype [RAW] kunt u tegelijkertijd ook laten opslaan in het bestandstype JPEG. Bij het opslaan in het bestandstype JPEG kunt u kiezen tussen de beeldkwaliteiten [SHQ], [HQ], [SQ1] en [SQ2], maar u kunt geen resolutie selecteren. Foto's worden opgeslagen in de resolutie dit op op dat moment voor die beeldkwaliteit is ingesteld. 1 2 Selecteer voor de JPEG-kopie een van de instellingen [OFF], [SHQ], [HQ], [SQ1] of [SQ2].
Intern geheugen en geheugenkaartje Het kaartje Tips voordat u gaat fotograferen 2 1 Indexvlak Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van het kaartje op te schrijven. 2 Contactvlak Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen van de camera naar het kaartje. c d Compatibele kaartjes xD-Picture card (16 MB tot 1 GB) Kaartje erin steken en verwijderen 1 2 Controleer of de camera uitgeschakeld is. Open het klepje van het kaartje.
Een bij de situatie passend motiefprogramma kiezen Met deze functie kunt u kiezen tussen 25 f motiefprogramma's waarbij de instellingen optimaal worden aangepast aan het betreffende motiefprogramma. J Beeldstabilisatie Minder bewegingsonscherpte veroorzaakt door schudden of beweging tijdens het nemen van de foto. Foto's die in donkere omgeving worden genomen, kunnen korrelig zijn. B Portret) Deze stand accentueert de huidstructuur van de geportretteerde persoon.
Een bij de situatie passend motiefprogramma kiezen d Documenten Het contrast tussen tekst en ondergrond wordt versterkt. i Veiling De camera neemt achtereenvolgens 3 foto's met de beste grootte, terwijl de belichting automatisch wordt aanpast. e Fotograferen & Selecteren1 / f Fotograferen & Selecteren2 Basisfuncties voor het fotograferen 3 De camera fotografeert een reeks beelden. De ongewenste foto's kunnen gewist worden voordat de goede opgeslagen worden.
Een bij de situatie passend motiefprogramma kiezen ( Als [FOTOGRAFEREN & SELECTEREN1] of [FOTOGRAFEREN & SELECTEREN2] geselecteerd is • Nadat de foto's genomen zijn, wordt het scherm voor het selecteren van de te wissen foto's weergegeven. De gemarkeerde foto wordt vergroot. 1 2 3 Druk op pq om de foto te selecteren die u wilt wissen en druk dan op s. Herhaal stap 1 als u nog andere foto's wilt wissen. Als u alle ongewenste foto's geselecteerd heeft, drukt u op Z. Selecteer [YES] en druk op Z.
Inzoomen op uw object Gebruik van de standen macro / supermacro Dichtbij een object duurt het scherpstellen gewoonlijk langer. Stelt u daarentegen scherp met de camera ingesteld op macro, dan gaat dat sneller. & % & In deze stand kunnen foto's gemaakt worden van een afstand van slechts 20 cm / 7,9" tot het object (als de optische zoom op de grootste groothoek staat). % In deze stand kunnen foto's gemaakt worden van een afstand van slechts 2 cm / 0,8" tot het object.
Gebruik van de flitser Flitser uit ($) De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht. 1 Stel de gewenste flitserfunctie in door herhaald op de knop # te drukken. AUTO (autoflitsen) ! (flitsen met onderdrukken van rode ogen) # (invulflitsen) $ (flitser uit) H (invulflitsen met onderdrukken van rode ogen) 3 • In de standen S en M verandert de flitserfunctie in de volgorde: H (invulflitsen met onderdrukken van rode ogen) $ (flitser uit) 2 Druk de ontspanknop half in.
Gebruik van de flitser Synchronisatie Met deze functie stelt u het tijdstip in waarop de flitser moet ontsteken. #SYNC1 (voorste sluitergordijn) De flits gaat af nét nadat de sluiter zich volledig geopend heeft. #SYNC2 (achterste sluitergordijn) De flits gaat af nét voordat achterste sluitergordijn dicht gaat.
Videobeelden opnemen 1 2 Kader uw opname af. • Met de zoomknop kunt u inzoomen op het object. Start de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken. • De indicatie-LED Dataverkeer knippert tijdens het opslaan van de videobeelden. • Tijdens video-opname brandt het functiepictogram A rood. 3 Om het opnemen van videobeelden te stoppen, drukt u de ontspanknop opnieuw in.
Diafragma aanpassen bij het fotograferen Bij deze functie kunt zelf het diafragma instellen. De camera kiest automatisch de bijpassende sluitertijd. Kiest u een lagere diafragmawaarde (F-waarde), dan stelt de camera een kleiner bereik scherp zodat de achtergrond van het gefotografeerde beeld wazig wordt afgebeeld. Verhoogt u de diafragmawaarde, dan stelt de camera zich over een groter bereik scherp. Binnen dit grotere scherptedieptebereik worden zowel het onderwerp als de achtergrond scherp afgebeeld.
Diafragma en sluitertijd aanpassen bij het fotograferen Deze stand geeft u meer creatieve mogelijkheden omdat u diafragma en sluitertijd handmatig kunt instellen. 1 Belichtingstolerantie Diafragmawaarde Sluitertijd Stel het diafragma en de sluitertijd in. 1/200 F4.0 +2.0 p : verkleint de diafragmaopening (verhoogt de F-waarde). q : vergroot de diafragmaopening (verlaagt de F-waarde). s : verkort de sluitertijd. r : verlengt de sluitertijd. Instelbereik: Diafragma: F2.8 to F8.
Scherpstellen Autofocusstand (iESP / SPOT / AREA) Met deze functie kunt u selecteren hoe de camera scherpstelt op het object. iESP De camera bepaalt op welk object binnen het scherm scherpgesteld wordt. Zelfs wanneer het object zich niet in het midden van het scherm bevindt, is het mogelijk scherp te stellen. SPOT De camera stelt zich scherp op het object binnen het autofocusteken. AREA Bij deze functie verplaatst u het autofocusteken naar het vlak waarop u wilt scherpstellen.
Scherpstellen 2 Houd Z ingedrukt. 3 Maak uw opname. • De scherpstelling wordt vast ingesteld op de door u ingestelde afstand en in de monitor verschijnt in rood de melding MF. • Als u Z ingedrukt houdt terwijl de melding MF in de monitor staat, verschijnt de afstandschaal en kunt u de scherpstelling aanpassen. • Om terug te keren naar autofocus zet u de [FOCUS MODE] op [AF]. 1/200 F4.0 0.
Scherpstellen Als AF-lock wordt opgeheven ook al was dit ingeschakeld → Na het activeren van AF-lock mag u de functieknop en andere knoppen niet meer bedienen. Doet u dat wel, dan wordt AF-lock opgeheven. → AF-lock wordt ook opgeheven als de camera uit de sluimerstand komt en als de camera of monitor wordt uitgeschakeld. Opmerking • Als u na het activeren van AF-lock de zoomknop bedient, kan het beeld onscherp worden. Activeer AF-lock daarom pas nádat u klaar bent met zoomen.
AE-lock Deze functie is uitermate geschikt in situaties waarbij het moeilijk is om een juiste belichting te krijgen, bijvoorbeeld als het contrast tussen onderwerp en omgeving extreem hoog is. Voorbeeld: 1 3 Richt de camera op het gedeelte van het beeld dat u optimaal wilt belichten, en druk dan op knop [. g“Directe knoppen“ (Blz. 6) • De meting is dan opgeslagen. • Om AE-lock op te heffen drukt u nogmaals op de knop [. Met knop [ kunt u AE-lock activeren en opheffen.
Wijzigen van de ISO-gevoeligheid (ISO) Hoe hoger de ISO-waarde, hoe groter de lichtgevoeligheid van de camera en hoe meer mogelijkheden om bij weinig licht te fotograferen. Bij een hoge ISO-instelling (lichtgevoeligheid) zal echter beeldruis optreden wat een korrelig beeld tot gevolg kan hebben. AUTO De gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan de heersende 64 / 100 / 200 / lichtomstandigheden van het object. 400 / 800 Bij daglicht maakt u met een lage ISO-instelling heldere en scherpe foto's.
Witbalans instellen De kleur van het object verschilt al naar gelang de lichtomstandigheden. Als bijvoorbeeld daglicht, de ondergaande zon of gloeilamplicht gereflecteerd wordt door wit papier, zal in elk van deze gevallen de gereproduceerde kleur wit er iets anders uitzien. Door de witbalans aan te passen, kunt u natuurlijk ogende kleuren bereiken. AUTO PRESET Stelt voor elke lichtbron automatisch de witbalans in. Hiermee selecteert u de witbalans aan de hand van de lichtbron.
Witbalans instellen Witbalanscorrectie Met de witbalanscorrectie kunt u de ingestelde witbalans subtiel aanpassen. Hoofdmenu 1 [MODE MENU] [PICTURE] [>] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) Druk op sr om de witbalans in te stellen en druk vervolgens op Z. BLUE • De kleur wordt steeds blauwer naarmate u vaker op s drukt, en steeds roder naarmate u vaker op r drukt. • In beide richtingen [RED] en [BLUE] kunt u de witbalans in 7 stappen instellen.
Beeldruis onderdrukken (NOISE REDUCTION) Als [NOISE REDUCTION] op [ON] is gezet, onderdrukt de camera automatisch deze beeldruis zodat de foto's helderder worden. ON Ruis wordt onderdrukt. Het maken van een foto duurt dan twee keer langer dan normaal. OFF Ruis wordt niet onderdrukt. Bij lange sluitertijden wordt de beeldruis opvallender. Hoofdmenu [MODE MENU] [CAMERA] [NOISE REDUCTION] [ON] / [OFF] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz.
Repeterende opnamen (7 Hoofdmenu [7] 1 2 [MODE MENU] [CAMERA] [DRIVE] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) Selecteer de belichtingstolerantie en het aantal opnamen en druk vervolgens op Z. ± 0.3 ×3 Maak uw opname. ± 0.7 ×5 • Druk de ontspanknop helemaal in en houd deze ingedrukt om het vooraf ingestelde aantal opnamen te maken. U kunt op elk moment stoppen door de ontspanknop los te laten. BKT ± 1.0 CANCEL Opmerking GO OK SELECT • • • • Bij [i] en [7] kunt u niet flitsen.
Versnelde opname Opmerking • Als tijdens de sluimerstand een van de volgende handelingen wordt uitgevoerd, stopt de camera de versnelde opname en keert terug naar normaal fotograferen. Het openen van het klepje van het batterijcompartiment of van het kaartje, het aansluiten van de camera op een computer en het bedienen van de ontspanknop, pendelknop of een andere knop.
Panoramaopnamen 1 2 3 Kies met de pendelknop aan welke rand u de beelden op elkaar wilt laten aansluiten. q p s r : : : : Het volgende beeld wordt aangeslotenop de rechterrand. Het volgende beeld wordt aangesloten op de linkerrand Het volgende beeld wordt aangeslotenop de bovenrand. Het volgende beeld wordt aangesloten op de onderrand. Zorg ervoor dat de beelden elkaar overlappen en maak vervolgens de opnamen.
Geluid opnemen bij stilstaande beelden • Bij onvoldoende ruimte in het interne geheugen of op het kaartje is het opnemen van geluid niet mogelijk. De monitorweergave wijzigen (y) Met deze functie worden histogrammen en lijnen weergegeven die u behulpzaam kunnen zijn bij het afkaderen van uw opnamen. 1 Druk herhaaldelijk op de knop y. • Bij elke druk op de knop y verandert de weergave in onderstaande volgorde. g“Directe knoppen“ (Blz. 6) De monitor wordt uitgeschakeld. 1/200 F4.0 1/200 F4.0 0.0 0.
De monitorweergave veranderen (DISP./GUIDE) TIPS Het histogram lezen 1 Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna geheel zwart. 2 Als deze piek een te groot gedeelte van het beeld vult, wordt het beeld bijna geheel wit. 3 Het groene gedeelte in het histogram laat de verdeling van de helderheid binnen het autofocusteken zien.
Stilstaande beelden weergeven 100- 0004 100 W T 1 2 3 4 T W SQ1 ’06 06. 03 03. 26 12 12: 30 4 Indexweergave • Gebruik de pendelknop om de foto te selecteren die u wilt weergeven en druk op Z om terug te keren naar de enkelbeeldweergave. • Duw de zoomknop naar de W om op het scherm meerdere foto's tegelijk weer te geven in (4, 9, 16 of 25 beelden).
Stilstaande beelden weergeven • Voor de stand Albumweergave: Hoofdmenu 100- 0004 100 SQ1 ’06 06. 03 03. 26 12 12: 30 4 +90° 100- 0004 100 [ALBUM MENU] SQ1 [y] [+90°] / [0°] / [–90°] 100- 0004 100 ’06 06. 03 03. 26 12 12:30 30 4 SQ1 ’06 06. 03 03. 26 12 12: 30 4 0° –90° Opmerking • De volgende beelden kunnen niet gedraaid worden. Video's, beveiligde foto's, foto's die bewerkt zijn met de computer en foto's die met een andere camera gemaakt zijn.
Videobeelden weergeven De positie selecteren waar het weergeven van de video moet starten (INDEX PLAY) Hierbij verschijnt bij de videoweergave een tijdbalk waarmee u de video vanaf een bepaald beeld kunt weergeven. Hoofdmenu [MODE MENU] [PLAY] [INDEX PLAY] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) 1 Druk op srpq om een beeld te selecteren. 2 Druk op Z. • Met de zoomknop kunt u het aantal weergegeven indexbeelden wijzigen. • De video wordt vanaf het geselecteerde beeld weergegeven.
Albums weergeven 1 Selecteer de invoermethode voor het album. 2 Druk op pq om een album te selecteren en druk dan op Z. ALBUM ENTRY SEL. IMAGE Selecteert één beeld voor de invoer. SEL. IMAGE SET CALENDAR Selecteert een datum in de SET CALENDAR kalenderweergave en voert één foto met de betreffende datum in het album in. SET ALL SET ALL Selecteert alle stilstaande beelden of alle CANCEL video's of alle beveiligde foto's en voert deze SELECT GO in in een album. ( SEL. IMAGE 3 4 5 SEL.
Albums weergeven 2 3 4 5 Selecteer [SEL. ALBUM]. SEL. ALBUM Druk op srpq om een album te selecteren en druk dan op Z. 1 2 3 4 • Het titelbeeld van elk album wordt weergegeven. 5 6 7 8 9 10 11 Zoek met de pendelknop het beeld op dat u wilt weergeven. q : Geeft de volgende foto weer. p : Geeft de vorige foto weer. s : Springt naar de tiende foto voorafgaand aan de huidige foto. r : Springt naar de tiende foto volgend op de huidige foto.
Albums weergeven ( SEL. IMAGE 2 3 4 Druk op srpq om de foto's te selecteren die u wilt verwijderen en druk dan op Z. • • • • Het geselecteerde beeld wordt aangevinkt 9. Druk nogmaals op Z om de selectie af te breken. Herhaal stap 2 als u nog andere foto's wilt verwijderen. Trek de zoomknop naar de T toe om een foto weer te geven in enkelbeeldweergave. Houd Z ingedrukt, nadat alle foto's die ongedaan gemaakt moeten worden, geselecteerd zijn. Selecteer [YES] en druk op Z.
Diashow Hoofdmenu [MODE MENU] • Voor de stand Albumweergave: Hoofdmenu 1 [PLAY] [m] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) [m] Selecteer een overgangseffect voor de diashow en druk vervolgens op Z. • Nu begint de diashow. • De diashow stopt pas als u de show annuleert door op Z te drukken. Opmerking • Wilt u lang achtereen doorgaan met het vertonen van een diashow, dan doet u er goed aan de optionele lichtnetadapter te gebruiken.
Stilstaande beelden bewerken (RAW DATA EDIT / Q / P / REDEYE FIX / BLACK & WHITE / SEPIA) De volgende bewerkingen zijn mogelijk. RAW DATA EDIT Hiermee bewerkt u beelden die zijn opgeslagen in het bestandstype RAW en slaat u ze vervolgens op in het bestandstype JPEG. Met [RAW DATA EDIT] kunt u de volgende eigenschappen bewerken. Functie Instellingen Zie blz. K SHQ, HQ, SQ1, SQ2 Blz. 12 WB AUTO, PRESET, V* Blz. 31 > RED7 – BLUE7 Blz. 32 SHARPNESS –5 – +5 Blz. 32 CONTRAST –5 – +5 Blz.
Stilstaande beelden bewerken (RAW DATA EDIT / Q / P / REDEYE FIX / BLACK & WHITE / SEPIA) ( Als [REDEYE FIX] is geselecteerd 1 Selecteer [NEW FILE] en druk op Z. • Zodra de [BUSY]-balk verschijnt, krijgen de te corrigeren gebieden een blauw kader. 2 Druk op Z. • Als er geen blauw kader verschijnt, is het onderdrukken van rode ogen niet mogelijk. GO OK CANCEL ( Als [BLACK & WHITE] of [SEPIA] is geselecteerd 1 Selecteer [NEW FILE] en druk op Z.
Compositiebeelden creëren (FRAME / TITLE / CALENDAR / LAYOUT) ( Als [TITLE] is geselecteerd FRAME 1 Druk op pq om een foto te selecteren en druk daarna op Z. 2 Druk op pq om een titel te selecteren en druk daarna op Z. • Druk op sr om de foto 90° rechtsom of linksom te kantelen. 3 Pas de positie en het formaat van de titel aan en druk op Z. srpq Past de positie van de titel aan. Zoomknop Past het formaat van de titel aan. 4 Druk op srpq om de kleur van de titel te selecteren en druk daarna op Z.
Compositiebeelden creëren (FRAME / TITLE / CALENDAR / LAYOUT) Opmerking • In de volgende gevallen kunt u met [FRAME], [TITLE], [CALENDAR] of [LAYOUT] geen compositiebeelden creëren: Bij onvoldoende ruimte in het interne geheugen of op het kaartje, bij video-opnamen, bij beelden die op een computer zijn bewerkt, bij beelden die met een andere camera zijn gemaakt, en bij beelden in het bestandstype RAW. TIPS • U kunt kaders en titels wijzigen door gebruik te maken van de OLYMPUS Master software.
Video's bewerken 2 3 4 Selecteer het eerste beeld van de index en druk op Z. 00:00 00:36 00:00/00:36 s : Springt naar het eerste beeld van de video. r : Springt naar het laatste beeld van de video. q : Geeft het volgende beeld weer. De videobeelden kunnen continu weergegeven worden door de knop ingedrukt te houden. p : Geeft het vorige beeld weer. De videobeelden kunnen continu achteruit weergegeven worden door de knop ingedrukt te houden.
Foto's weergeven op een televisie Gebruik het meegeleverde AV-kabeltje om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven. 1 Controleer of de televisie en de camera uitgeschakeld zijn. Sluit de multiconnector op de camera via het meegeleverde AV-kabeltje aan op de video-ingang van de televisie. Multiconnector Klepje over de connector Sluit het AV-kabeltje aan op de (gele) video-ingang en de (witte) audioingang. AV-kabeltje (meegeleverd) 2 3 Zet de televisie aan en stel deze in op de videostand.
Foto's vanuit het interne geheugen naar het kaartje kopiëren (BACKUP) Foto's die opgeslagen zijn in het interne geheugen kunnen naar een kaartje gekopieerd worden (reservekopie). Bij een reservekopie worden de foto's niet uit het interne geheugen gewist. Voor het uitvoeren van een reservekopie heeft u een optioneel kaartje nodig. Steek een kaartje in de camera voordat u deze functie uitvoert. Hoofdmenu [BACKUP] 1 [MODE MENU] [CARD] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) Selecteer [YES] en druk op Z.
Het interne geheugen of het kaartje formatteren (MEMORY FORMAT / FORMAT) Met deze functie kunt u het interne geheugen of het geheugenkaartje formatteren. Door te formatteren maakt u het interne geheugen of het kaartje geschikt voor de opslag van beeldgegevens. • Bij het formatteren van het interne geheugen moet u eerst het kaartje uit de camera verwijderen.
Een taal voor de monitor kiezen 1 2 3 4 5 Instellingen 7 6 7 54 Controleer of uw PC verbinding heeft met het internet. Open de OLYMPUS Master software en selecteer “Browse Images“ (in beelden bladeren) in het startvenster. • Ga in het hoofdmenu naar de OnlineService en kies “Camera Update“ Zorg dat de batterij helemaal opgeladen is! (camera actualiseren). • Na selectie van de functie “Camera Update“ (camera actualiseren) toont OLYMPUS Master een venster met veiligheidsaanwijzingen.
Startscherm en uitschakelscherm wijzigen (PW ON SETUP / PW OFF SETUP) U kunt zelf instellen welk beeld er verschijnt en welk geluid er klinkt bij het in- en uitschakelen van de camera. U kunt tevens uw favoriete foto registreren en op het scherm weergeven. gBlz. 55 Hoofdmenu [MODE MENU] [SETUP] [PW ON SETUP] / [PW OFF SETUP] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) 1 Bij [SCREEN] kiest u tussen [OFF], [1], of [2], en drukt u vervolgens op Z. PW ON SETUP OFF Er wordt geen beeld weergegeven.
Beelden meteen bekijken (REC VIEW) U kunt kiezen of u de foto die u zojuist genomen heeft, wilt weergeven of niet. ON OFF De foto die wordt opgeslagen, wordt weergegeven. De foto die wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven. Hoofdmenu [ON] / [OFF] [MODE MENU] [SETUP] [REC VIEW] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) Camerageluiden instellen (8 / BEEP / SHUTTER SOUND / VOLUME) 8 BEEP SHUTTER SOUND VOLUME Selecteer voor het waarschuwingsgeluid van de camera [OFF], [LOW] of [HIGH].
Bestandsnaam toekennen (FILE NAME) De bestandsnamen en bijbehorende mapnamen voor opgeslagen foto's worden automatisch aangemaakt door de camera. De bestandsnamen en mapnamen bevatten respectievelijk bestandsnummers (0001 t/m 9999) en mapnamen (100 tot 999). Deze worden als volgt benoemd. Mapnaam Bestandsnaam \ D C I M \ * * * O LY M P \ P m d d * * * * . j p g Mapnr. (100 – 999) Maand (1 – C) Bestandsnr. (0001 – 9999) Dag (01 – 31) Maand: jan. – sept. = 1 – 9, okt. = A, nov. = B, dec.
Helderheid van de monitor aanpassen Hoofdmenu • Voor de stand Albumweergave: Hoofdmenu 1 [MODE MENU] [SETUP] [s] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) [ALBUM MENU] [s] Stel de helderheid bij terwijl u naar de monitor kijkt en als u de gewenste helderheid heeft ingesteld, drukt u op Z. • Met s maakt u het monitorbeeld helderder, en met r donkerder. GO OK SELECT Datum en tijd instellen Met deze functie kunt u datum en tijd instellen.
Datum en tijd instellen voor een andere tijdzone (DUAL TIME SETUP) Met deze functie kunt u een datum en tijd instellen voor een andere tijdzone (dual time), onafhankelijk van de instellingen in [X]. Na het instellen kunt u omschakelen tussen de nieuwe instelling en de tijd die ingesteld is in [X]. Hoofdmenu [MODE MENU] [SETUP] [DUAL TIME SETUP] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) ( Instellen van dual time 3 4 Selecteer [ON] en druk op q.
Camera aan uw wensen aanpassen (MY MODE SETUP / SHORT CUT / CUSTOM-KNOP) Om gemakkelijker te kunnen werken, kunt u de camera geheel aan uw wensen aanpassen. MY MODE SETUP U kunt opname-afhankelijke functies opslaan. U kunt ook uw huidige camerainstellingen opslaan. Zodra u de functieknop op r zet, worden uw voorkeursinstellingen geactiveerd. gBlz. 25 U kunt maximaal 4 verschillende combinaties van instellingen opslaan onder [s MY MODE 1] t/m [d MY MODE 4].
Camera aan uw wensen aanpassen (MY MODE SETUP / SHORT CUT / CUSTOM-KNOP) ( Snelmenu's instellen Hoofdmenu [MODE MENU] [SETUP] [SHORT CUT] g“Gebruik van de menu’s“ (Blz. 8) 1 Selecteer [A], [B] of [C] en druk op q. 2 3 Selecteer een functie en druk op Z. SHORT CUT • Voor de stand f is [C] ingesteld op [SCENE] en kunt u geen snelmenu instellen. A B • Het instelmenu van stap 1 wordt weergegeven. C Druk op Z.
Direct printen (PictBridge) 2 3 4 5 Steek de ene plug van het meegeleverde USB-kabeltje in de multiconnector van de camera en de andere plug in de USB-connector van de printer. • Het scherm [EASY PRINT] wordt weergegeven. • Voor details over hoe u de printer inschakelt en over de plaats van de USB-poort, raadpleegt u de handleiding van de printer. Druk op de knop <. • Het printen begint. • Als het printen afgesloten is, wordt het instelmenu voor het selecteren van de foto weergegeven.
Direct printen (PictBridge) ( Het selecteren van te printen foto's Als u een kaartje in de camera heeft gestoken, wordt er een scherm weergegeven voor het selecteren van de te printen foto's. Selecteer [ALL IMAGES] of [ALBUM] en druk op Z. Selecteer [ALBUM] om een album te selecteren en druk op Z. 3 Selecteer [PRINT] en druk op Z. • Nu wordt het scherm [PRINTPAPER] weergegeven. • Verschijnt het instelmenu [PRINTPAPER] niet, dan gaat u naar stap 5.
Direct printen (PictBridge) Andere printerfuncties en printerinstellingen Naast de basisprintmethode zijn er verschillende andere printerfuncties. Selecteren van de te printen foto (uitsluitend beschikbaar als er zich een kaartje in de camera bevindt) ALL IMAGES ALBUM Hiermee kunt u kiezen uit alle foto's in het interne geheugen of op het kaartje om deze te printen. Hiermee selecteert u het album met de beelden die u wilt printen.
Direct printen (PictBridge) Instellen van de positie en het formaat van de uitsnede [P] 1 Stel met de zoomknop het formaat van de uitsnede in, en met de pendelknop de positie van de uitsnede, en druk vervolgens op Z. 2 Selecteer [OK] en druk op Z. Opmerking • Het formaat van de foto die geprint wordt, hangt af van de instellingen op uw printer. Indien de uitsnede van de foto klein is, neemt de vergroting van het beeld toe als u print, waardoor de foto korrelig wordt.
Printinstellingen (DPOF) Printreserveringen specificeren Met printreservering kunt u bij de foto's op het kaartje ook printgegevens opslaan (het aantal prints en de datum- en tijdinformatie). Uitsluitend de beelden die op het kaartje zijn opgeslagen, kunnen gereserveerd worden voor het printen. Steek een kaartje met opgeslagen beelden in de camera, voordat de printreserveringen gespecificeerd worden. De met printreservering opgeslagen beelden kunt u op de volgende manieren printen.
Direct printen (PictBridge) 3 4 Druk op Z als u de printreserveringen ingesteld heeft. 5 Selecteer [SET] en druk op Z. Selecteer [NO], [DATE] of [TIME] en druk op Z. NO DATE TIME De beelden worden zonder datum en tijd geprint. De geselecteerde foto's worden geprint met de datum van fotograferen. De geselecteerde foto's worden geprint met het tijdstip van fotograferen. Alle beelden reserveren Alle op het kaartje opgeslagen beelden worden gereserveerd.
Werkvolgorde Met het bij de camera geleverde USB-kabeltje kunt u de camera aansluiten op uw computer en kunnen de beelden naar uw computer gedownload (overdracht) worden door de bij de camera geleverde OLYMPUS Master software te gebruiken. Voordat u de procedure start. CD-ROM met OLYMPUS Master USB-kabeltje Installeer OLYMPUS Master software gBlz. 69 Sluit de camera met het meegeleverde USB-kabeltje aan op de computer. gBlz. 71 Activeer de OLYMPUS Master software gBlz.
Gebruik van OLYMPUS Master Installeren van OLYMPUS Master Controleer voordat u de OLYMPUS Master software installeert of het besturingssysteem van uw computer aan onderstaande systeemeisen voldoet. Voor de geschiktheid van de software voor nieuwere besturingssystemen raadpleegt u de Olympus website waarvan het adres is vermeld op het achterblad van deze handleiding.
Gebruik van OLYMPUS Master 3 Klik op “Verder“ en volg de aanwijzingen op het scherm. • Als de licentieovereenkomst van QuickTime verschijnt, leest u die aandachtig door en klikt dan op de knop “Akkoord“ om door te gaan met de installatie. • Nu verschijnt het installatievenster voor OLYMPUS Master. 4 5 6 7 Ga te werk volgens de aanwijzingen op het scherm. • Als de licentieovereenkomst van OLYMPUS Master verschijnt, leest u die aandachtig door en klikt dan op “Ja“ om door te gaan met de installatie.
Camera aansluiten op een computer 1 2 3 4 5 Controleer of de camera uitgeschakeld is. Steek de USB-plug van het USB-kabeltje in de USB-poort van de computer. • Voor de plaats van de USB-poort raadpleegt u de handleiding van de computer. Steek de andere plug van het USB-kabeltje in de multiconnector van de camera. • De camera wordt automatisch ingeschakeld. • De monitor van de camera wordt ingeschakeld, met daarin het instelmenu voor de USBaansluiting. Selecteer [PC] en druk op Z.
OLYMPUS Master starten ( Hoofmenu van OLYMPUS Master i h c d g e f c Knop “Transfer Images“ (Beelden overbrengen) Hiermee worden beelden gedownload van de camera of andere media. d Knop “Browse Images“ (In beelden bladeren) Opent het venster Bladeren. e Knop “Online Print“ (Online printen) Het venster voor online printen wordt weergegeven. f Knop “Print Images at Home“ (Beelden thuis printen) Opent het printmenu. g Knop “Create and Share“ (Maken en delen) Opent het bewerkingsmenu.
Weergeven van gefotografeerde beelden op een computer 4 Klik op de knop “Browse images now“ (Nu in beelden bladeren). • In het venster Bladeren worden de beelden die gedownload zijn, weergegeven. • Om naar het hoofdmenu terug te keren, klikt u in het venster “Bladeren“ op de knop “Menu“. Opmerking • De oranje LED knippert, terwijl de beelden gedownload worden. Als de LED knippert, mogen onderstaande activiteiten niet uitgevoerd worden. • Het klepje van het kaartje openen.
Stilstaande beelden en video's bekijken 1 2 Klik in het hoofdmenu van OLYMPUS Master op de knop “Browse Images“ (In beelden bladeren) . • Het venster “Bladeren“ verschijnt. Dubbelklik op de thumbnail van het stilstaande beeld dat u wilt bekijken. • De weergavestand wordt geactiveerd en de foto wordt vergroot weergegeven. Thumbnail • Om naar het hoofdmenu terug te keren klikt u op “Menu“ in het venster “Bladeren“.
Beelden printen 2 3 4 5 6 7 Klik op “Photo“ (Foto) . • Het venster “Photo Print“ (Foto printen) wordt geopend. Klik op “Settings“ (Instellingen) in het venster “Photo Print“ (Foto printen). • Hiermee opent u het instelmenu voor de printerfunctie. Kies de gewenste printerinstellingen. Selecteer de bladindeling en het formaat van de te printen beelden.
Storingen opheffen Foutmeldingen Indicatie op de monitor q Mogelijke oorzaak Oplossing Er is een probleem met het kaartje. Dit kaartje kunt u niet gebruiken. Steek een nieuw kaartje in de camera. Opslaan op dit kaartje is niet toegestaan. Het opgeslagen beeld is op een computer beveiligd tegen schrijven (Alleen lezen). Download het beeld naar een computer en hef de instelling Alleen lezen op. Het interne geheugen heeft niet voldoende geheugen en kan geen nieuwe gegevens opslaan.
Storingen opheffen Storingen opheffen ( Tijdens voorbereidende handelingen Mogelijke oorzaak Oplossing De camera schakelt niet in of de functieknoppen reageren niet. De camera is uitgeschakeld. Druk op de POWER-knop om de camera in te schakelen. De batterijen zijn verkeerd Plaats de batterijen op de juiste wijze in de camera. geplaatst. De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe batterijen of laad de batterijen op.
Storingen opheffen Appendix 10 Mogelijke oorzaak Oplossing Tijdens het fotograferen zijn Als u de camera op een helder object in de volle zon in het monitorbeeld verticale richt, dan kan dat verticale lijnen in het monitorbeeld lijnen zichtbaar. veroorzaken. Dit wijst echter niet op een defect. Met de beeldgegevens wordt een verkeerde datum opgeslagen. De datum en tijd zijn niet Datum / tijd instellen. De klok is niet vooraf ingesteld. ingesteld.
Storingen opheffen ( Weergeven van opgeslagen beelden Zie blz. Blz. 15 Blz. 11 – Blz. 28 Blz. 81 Blz. 20 Blz. 30 Blz. 30 Blz. 24 Blz. 24 – Blz. 20 Blz. 20 Blz. 20, 28 10 Blz. 33 Appendix Mogelijke oorzaak Oplossing De foto's in het interne geheugen kunnen niet weergegeven worden. Er zit een kaartje in de Als er een kaartje in de camera zit, kunnen uitsluitend camera. foto's op het kaartje worden weergegeven. Verwijder het kaartje. Het beeld is onscherp.
Storingen opheffen Mogelijke oorzaak Oplossing In de stand S (M) is een te Kies een langere sluitertijd of zet de camera in de korte sluitertijd ingesteld. stand P. De kleuren van opnamen zien er onnatuurlijk uit. Verlichting binnenshuis Pas de witbalans aan de lichtomstandigheden aan. beïnvloedt de kleuren van de foto. De kleur wit komt niet voor in Zorg voor een wit object in het beeld, of gebruik de het beeld. flitser [#]. De witbalans is verkeerd Pas de witbalans aan de lichtbron aan. ingesteld.
Storingen opheffen ( Met de camera aangesloten op een computer of printer Mogelijke oorzaak Oplossing De printer slaagt er niet in verbinding te maken. Bij het aansluiten van de Verwijder het USB-kabeltje en start opnieuw vanaf camera op de printer met het stap 1 van “Beelden printen“. USB-kabeltje werd als functie [PC] ingesteld. De printer is niet geschikt Raadpleeg de handleiding van uw printer. Of neem voor PictBridge. contact op met de fabrikant van uw printer.
Batterijen • In deze camera kunt u de volgende typen batterijen gebruiken. Kies de voedingsbron die het best bij de situatie past. AA-formaat alkalinebatterijen / AA Oxyride-batterijen AA-formaat NiMH-batterijen Lithium batterijblok (CR-V3) Het Olympus lithium batterijblok CR-V3 heeft een lange gebruiksduur, zodat u de camera langer achtereen kunt gebruiken dan met alkalinebatterijen. U kunt dit batterijblok echter niet opnieuw opladen. Verwijder vooral niet het etiket van het batterijblok.
Veiligheidsmaatregelen LET OP GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK NIET OPENEN LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. NEEM HIERVOOR CONTACT OP MET ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Veiligheidsmaatregelen • • • • • U moet zich minimaal op 1 m (3 ft.) afstand van de gezichten van de te fotograferen personen bevinden. Het te dichtbij de ogen van de te fotograferen personen flitsen kan tijdelijk gezichtsverlies veroorzaken. Houd de camera uit de buurt van kleine kinderen en zuigelingen.
Veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING • Houd batterijen altijd droog. • Gebruik om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, brand veroorzaken of exploderen, uitsluitend het voor dit product aanbevolen type batterijen. • Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen, opgeladen en ongeladen batterijen of batterijen van verschillend fabrikaat of capaciteit enz., door elkaar. • Laad alkalinebatterijen of lithiumbatterijen niet op als deze niet oplaadbaar zijn.
Veiligheidsmaatregelen Let op de werkomgeving • Laat de camera, ter bescherming van de hoge-precisietechnologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag: • Plaatsen met hoge temperaturen en / of vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties in de temperatuur optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van warmtebronnen (kachels, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
Veiligheidsmaatregelen LCD-monitor • Oefen geen overmatige kracht uit op de monitor. Hierdoor kan het beeld vaag worden, waardoor een storing in de weergave of beschadigingen aan de monitor veroorzaakt kunnen worden. • Langs onder- en bovenrand van het monitorbeeld kan een heldere band verschijnen, maar dat wijst niet op een defect. • Kijkt u met de camera schuin naar een object, dan kunnen de contouren van het beeld er op de monitor gerafeld uitzien, maar dat wijst niet op een defect.
Veiligheidsmaatregelen FCC-voorschriften • Storing in radio- en televisieontvangst Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de fabrikant niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend kunnen het recht van de gebruiker om dit apparaat te gebruiken ongeldig maken. Dit apparaat werd getest en is gebleken te voldoen aan de eisen voor digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in huisinstallaties.
Veiligheidsmaatregelen 4. Deze garantie is uitsluitend op het product van toepassing; de garantie is niet van toepassing op ieder ander toebehoren, zoals de behuizing, de camerariem, het lenskapje en de batterijen. 5. Olympus’ enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het repareren of vervangen van het product.
Technische gegevens Producttype Opslagsysteem Stilstaande beelden Compatibel met de normen Geluid bij stilstaande beelden Videobeelden Opslagmedium Aantal beelden dat opgeslagen kan worden bij gebruik van het interne geheugen : Digitale camera voor het fotograferen en weergeven van beelden. : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system [DCF]), RAW gegevens : Exif 2.
Technische gegevens Bedrijfscondities Temperatuur Relatieve vochtigheid Energievoorziening Afmetingen Massa : – 0 °C tot 40 °C (32 °F tot 104 °F) (in bedrijf) / –20 °C tot 60 °C (–4 °F tot 140 °F) (opslag) 30% tot 90%, (tijdens bedrijf) / 10% tot 90% (tijdens opslag) : 2 AA-formaat batterijen (Oxyride-batterijen / alkalinebatterijen / NiMHbatterijen), 1 lithium batterijblok (CR-V3) (1) of een Olympus lichtnetadapter : 99,5 x 65 x 35 mm (b x h x d) (3,9 x 2,6 x 3,56 inch) niet gemeten over uitstekende dele
Index S -knop (wissen) ...........................6, 44, 52 # -knop (flitserfunctie) .........................6, 20 Z -knop (OK / MENU)................................6 < -knop (printen) .................................6, 61 3:2 .............................................................13 A AA-formaat alkalinebatterijen ....................82 Aantal prints ..............................................64 Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen ...........................................
Index FOCUS MODE..........................................26 Formaat.....................................................53 Formaat wijzigen Q ................................46 FORMAT I ..............................................53 Foutmeldingen ..........................................76 FRAME......................................................47 FRAME ASSIST wx ........................38 FULLTIME AF ...........................................27 Functieknop .........................................
Index Q QUICK VIEW-knop ...............................6, 38 R RANDOM ..................................................44 RAW....................................................12, 14 RAW DATA EDIT ......................................46 REC VIEW ................................................56 REDEYE FIX.............................................46 Regelen van de flitssterkte w..................21 Repeterende AF-opnamen k ..........33 Repeterende opnamen j.......................
MEMO NL 95
http://www.olympus.com/ Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan 2 Corporate Center Drive, P.O. Box 9058, Melville, NY, 11747-9058, U.S.A., Tel. 631-844-5000 Technische service (USA) 24/7 automatische online help: http://www.olympusamerica.com/support Telefonische klantenondersteuning: Tel.: 1-888-553-4448 (gratis) Onze telefonische klantenondersteuning is bereikbaar tussen 08.00 uur en 22.00 uur (maandag t/m vrijdag) ET E-mail: distec@olympus.