Datasheet

NL 59
Appendix
Gebruik van het interne geheugen of het kaartje
Tijdens fotograferen en weergeven kunt u in de monitor controleren of het interne geheugen of
het kaartje in gebruik is.
1
Schakel de camera uit.
2
Open het klepje van het compartiment
van de batterij / het kaartje
Kaartje erin steken
3
Houd het kaartje vast zoals afgebeeld en
steek het in de kaartsleuf zoals op
de afbeelding.
Steek het kaartje recht in de kaartsleuf.
Steek het kaartje zover in de kaartsleuf totdat
het op zijn plaats vastklikt.
Kaartje erin steken en verwijderen
HQ
HQ
3264
3264×
2448
2448
[ ]
[
IN
IN
]
4
4
ISO 1600
ISO 1600
12:30
12:30
'07.02.10
'07 .02 . 10
3264
326 4
×
×
2448
244 8
0.0
0.0
100-0004
1 0 0 - 0 0 0 4
4
HQ
HQ
[
IN
IN
]
1/1000
1/1000
F2.8
F2.8
Stand Fotograferen Stand Weergeven
Indicator voor geheugen
[IN]: Bij gebruik van het interne geheugen
[xD]: Bij gebruik van een kaartje
Klepje van het batterijcompartiment /
het kaartje
1
2
Inkeping
Contactvlak