Datasheet
NL 33
Beelden printen
Opmerking
•
Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt weergegeven, dan zijn de opties [SIZE],
[BORDERLESS] en [PICS / SHEET] ingesteld op [STANDARD].
Druk op
XY
om de foto te selecteren die u wilt printen. U kunt ook met de zoomknop een
beeld uit de indexweergave selecteren.
Printfunctie selecteren
Het printerpapier instellen
De te printen foto selecteren
OK
MENU
PRINT MO DE S ELECT
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
SET
EXIT
PRINT
Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT
Print alle foto's die in het interne geheugen of op
het kaartje zijn opgeslagen.
MULTI PRINT
Print een foto in meervoudige bladindeling.
ALL INDEX
Print een index van alle foto's die in het interne
geheugen of op het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER
Print de foto's volgens de gespecificeerde
printreserveringsgegevens op het kaartje. Indien
geen printreserveringsgegevens zijn
opgeslagen, is deze functie niet beschikbaar.
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 35)
OK
MENU
[
IN
]
PRINTPAPER
SIZ E
S I Z E
BORDERLESS
BORDERLESS
SIZ E
BORDERLESS
STANDARD
STANDARD
SET
BACK
SIZE
Kies één van de beschikbare papierformaten
op uw printer.
BORDERLESS
Selecteer met of zonder kader. In de stand
[MULTI PRINT] kunt u het kader niet selecteren.
OFF ( )
Het beeld wordt binnen een blanco
kader geprint.
ON ( )
Het beeld wordt bladvullend geprint.
PICS / SHEET
Alleen beschikbaar in de stand [MULTI PRINT].
Hoeveel prints kunnen worden geprint,
is afhankelijk van de printer.
OK
100- 0004
1 00 - 0 0 0 4
[
IN
IN
]
MORE
SINGLE PRINT
PRINT
PRINT
Print één kopie van de geselecteerde foto.
Als [SINGLE PRINT] of [MORE] is geselecteerd,
wordt / worden er één kopie of meer kopieën
geprint.
SINGLE PRINT
Maakt een printreservering voor de
weergegeven foto.
MORE
Stelt het aantal prints en de te printen gegevens
voor de weergegeven foto in.










