DIGITALE CAMERA NL Beknopte handleiding Voor meer gegevens over het aansluiten van de camera op een PC en het installeren van de bij de camera geleverde software, raadpleegt u de „Reference Manual“ op de bij de camera geleverde CD-ROM.
Lees voordat u de camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van het juiste gebruik ervan te verzekeren. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken. Ten behoeve van een voortdurende verbetering van haar producten, behoudt OLYMPUS zich het recht voor de in deze handleiding verstrekte informatie bij te werken en aan te passen. Inhoud Voorbereidingen Knoppen en menu’s 4 14 Bediening van de camera ......................................
Voor klanten in Noord en Zuid-Amerika Voor klanten in de Ver. Staten van Noord-Amerika Overeenstemmingsverklaring Typenummer : E-1 Handelsnaam : OLYMPUS Verantwoordelijke partij : Olympus America Inc. Adres : 2 Corporate Center Drive, Melville, New York 11747-3157 USA Telefoon : 1-631-844-5000 Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen VOOR HUIS OF KANTOORGEBRUIK Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules.
Voorbereidingen De verschillende onderdelen Camera LCD-venster Knop ISO (ISO-equivalente gevoeligheid) F Knop belichtingscompensatie Verlichtingsknop – LIGHT Functieknop Opsteekschoentje Cameraschakelaar Blokkering van de functieknop Keuzeknop witbalans – WB # Keuzeknop flitserfunctie Subknop K Knop beeldkwaliteit Ontspanknop Sensor witbalans Uitrichtteken lens Indicatie-LED Zelfontspanner/ Afstandsbediening, AF-hulpverlichting Justeerpen Vrijmaakknop lens Sensor afstandsbediening Aangepaste wi
Voorbereidingen Oogcorrectieknop Hoofdknop Knop AEL Sluitknop zoekeroculair Indicatie-LED Dataverkeer Bevestigingspunt camerariem [...
Voorbereidingen 7 8 Indicaties in het LCD-venster 1 2 3 4 15 16 17 18 19 5 6 9 10 11 12 13 14 15 7 16 8 1 2 3 4 5 6 10 11 12 14 9 13 Flitserfunctie Lichtmeetfunctie Scherpstelfunctie Beeldkwaliteit Diafragmawaarde Sluitertijd 17 18 19 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 Indicaties in de zoeker 1 2 3 4 5 6 7 8 9 15 10 1112 13 6 14 15 Indicatie batterijlading Aantal nog beschikbare stilstaande beelden Instelling beeldkwaliteit ISO-equivalente gevoeligheid Kleur ruimte Witbalans Afstan
Voorbereidingen Getting Started Indicaties in de monitor (tijdens weergave) Met de knop INFO en andere knoppen kunt u wisselen tussen de informatie weergave in het LCD-venster. 1 2 3 1 2 x10 4 SQ [ 1024x768 , 1/8 ] 5 6 ’03.01.01 00:00 FILE:123–3456 Informatie tijdens enkelbeeldweergave 8 7 9 10 11 12 16 18 19 P ESP ISO 100 SQ sRGB / CS3 45mm 1/200 F5.6 WB: AUTO CONTRAST: –2 CONTRAST SHARPNESS: –2 0.0 0.
Voorbereidingen Bevestigen van de camerariem 1 2 Gesp Ring Bevestigingspunt camerariem 3 4 Opladen van de batterij Deze camera werkt met een Olympus lithium-ion batterij (BLM-1). Gebruik nooit een ander type batterij. Als u de batterij aanschaft, is deze nooit geheel opgeladen. Voordat u de batterij gaat gebruiken moet u hem met het speciale bijgeleverde laadapparaat (BCM-1) opladen. Opmerking ● Gebruik uitsluitend het voorgeschreven type laadapparaat.
Voorbereidingen Opladen van de batterij 1 Overtuig u ervan dat de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit) staat. 2 Draai de sluiting van het batterijcompartiment in de stand en klap het deksel van het batterijcompartiment open. 3 Steek de batterij als afgebeeld in het batterijcompartiment. 4 Sluit het deksel van het batterijcompartiment en draai de sluiting ervan in de stand .
Voorbereidingen Lens op de camera bevestigen Kies de lens waarmee uw wilt fotograferen. Bij deze camera heeft u een voor het 4/3-systeem geschikte lens nodig. Gebruikt u een lens die daarvoor niet geschikt is, dan is het mogelijk dat het AF (autofocus) en het lichtmeetsysteem niet goed werken. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk dat ook andere functies niet goed werken. Opmerking ● Houd de lensvatting omlaag gericht wanneer u de cameradop en de lens op de camera zet of daarvan verwijdert.
Voorbereidingen Kaartje in de camera steken en eruit halen Overal waar in deze handleiding sprake is van een „kaartje“, wordt het geheugenkaartje bedoeld. In deze camera kunt u een CompactFlash of een Microdrive (optioneel) gebruiken. In combinatie met een kaartadapter, kunt u ook een xD-Picture Card gebruiken. CompactFlash Een CompactFlash kaartje is een vastestof flashgeheugen kaartje met grote opslagcapaciteit. In deze camera kunt u in de handel verkrijgbare kaartjes gebruiken.
Voorbereidingen 3 Sluit het klepje over de kaartsleuf. ● Als de uitwerperknop uit de kaartsleuf steekt, klapt u hem naar binnen. Uitwerperknop Kaartje uit de camera nemen Overtuig u ervan dat de indicatie-LED Dataverkeer gedoofd is. 1 2 Open het klepje over de kaartsleuf 3 Klap de uitwerperknop omhoog. 4 Druk de uitwerperknop rustig naar binnen. Indicatie-LED Dataverkeer ● Het kaartje veert nu naar buiten.
Voorbereidingen 6 Sluit het klepje over de kaartsleuf. Camera in en uitschakelen Inschakelen: Zet de cameraschakelaar in de stand ON (Aan). Uitschakelen: Zet de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit). Datum/ tijd instellen Samen het gefotografeerde beeld kunnen ook datum en tijd worden opgeslagen. ~ „Knoppen en menu’s“. Instellen van de taal Voor de in de diverse schermen gebruikte taal kunt u uit diverse talen kiezen. In deze handleiding zijn de afbeeldingen en toelichtingen in het Engels gesteld.
Knoppen en menu’s Deze camera beschikt over een groot aantal functies waarmee u de camera onder de meest uiteenlopende fotografische condities optimaal kunt instellen. U kunt de diverse functies instellen met knoppen of vanuit menu’s. Beschikbare functies bij gebruik : Wijzig de camera instellingen met de knoppen en van de knoppen de hoofdknop of de subknop, terwijl u op het LCD-venster let.
Knoppen en menu’s De diverse knoppen Stel de functie in door, terwijl u de betreffende functieknop ingedrukt houdt, de hoofdknop of de subknop te verdraaien. 1 Knop ISO (ISO-equivalente gevoeligheid) Hiermee stelt u de ISO-equivalente gevoeligheid van de camera in. (auto) ● Door de functie ISO boost in te stellen kunt u het ISO-equivalente gevoelighedenbereik uitbreiden met 1600 en 3200. 2 Knop Belichtingscompensatie Met deze functie stelt u de belichtingscompensatie waarde in.
Knoppen en menu’s 3 WB Keuzeknop Witbalans – WB Met deze functie stelt u de witbalans in op de lichtbron. Daarbij kunt u kiezen uit de volgende opties: Auto, vooringestelde witbalans en geregistreerde witbalans. (auto) – 4 Keuzeknop Beeldkwaliteit Met deze functie stelt u de gewenste beeldkwaliteit in. RAW TIFF SHQ HQ SQ Met de beeldkwaliteit ingesteld op SQ kunt u de compressiefactor en het aantal pixels instellen.
Knoppen en menu’s 7 Keuzeknop Lichtmeetfunctie Met deze functie selecteert u de lichtmeetfunctie. LCD-venster: Geen No indication Zoeker: functiepictogram 8 Keuzeknop Sluiterfunctie – DRIVE Met deze functie selecteert u de sluiterfunctie. Geen functiepictogram No indication (Enkelbeeldopname) (single-frame shooting) 9 Keuzeknop AF-kader Met deze functie selecteert u het autofocuskader zodat u op meerdere punten automatisch kunt scherpstellen of een van de drie autofocuskaders kunt gebruiken.
Knoppen en menu’s Overige knoppen Knop Aangepaste witbalans Met deze knop registreert u de door aangepaste witbalansinstellingen. Knop AEL Houdt de gemeten belichting vast. Knop LIGHT (Verlichting LCD-venster) Met deze knop schakelt u de verlichting van het LCD-venster in en uit. Knop Weergeven Met deze functie geeft u de beelden weer in de LCD-monitor. Wisknop Met deze knop wist u overbodig geworden beelden.
Knoppen en menu’s Gebruik van de menu’s Terwijl u naar het hoofdmenu in de LCD-monitor kijkt, kiest u met de pijlknoppen van de pendelknop het gewenste functiemenu. 1 Open het hoofdmenu in de LCDmonitor door op de MENU-knop te drukken. Lo Lo Hi 1 SHARPNESS Lo Hi 2 COLOR SPACE SP SELECT CARD SETUP SATURA SA TURATION TION Lo Hi CONTRAST Lo Hi 1 SHARPNESS Lo Hi 2 COLOR SPACE SPACE Hi CONTRAST CANCEL Selecteer een van de tabs door op of te drukken en druk dan op .
Knoppen en menu’s 3 Selecteer een functie door op of te drukken en druk dan op . Wanneer een menu doorloopt op nog andere schermen verschijnt een schuifbalk. CARD SETUP SATURA SA TURATION TION Lo Hi CONTRAST Lo Hi 1 SHARPNESS Lo Hi 2 COLOR SPACE SPACE CANCEL Om een instelling te wijzigen, drukt u op of . Door op de OK-knop te drukken bevestigt u de gemaakte instelling. Om het menu te sluiten en terug te keren naar fotograferen, drukt u opnieuw op de OK-knop.
Knoppen en menu’s Overzicht van de menufuncties Functiemenu Fotograferen CARD SETUP Deze functie formatteert het kaartje of wist alle daarop opgeslagen beelden. SATURATION Met deze functie stelt u de kleurtint van de beelden in. CS0 – CS4 stellen het verzadigingsniveau in, terwijl CM1 – CM4 bepaalde kleuren accentueren. De verzadiging kan worden ingesteld op vijf niveaus. De tint CM1 benadrukt rood, CM2 – groen, CM3 – blauw en CM4 – zachter rood dan CM1.
Knoppen en menu’s Functiemenu Weergeven (Weergeven) Deze functie geeft de op het kaartje opgeslagen beelden weer in de vorm van een diavertoning. De functie diavertoning is ook beschikbaar tijdens indexweergave. (Afdrukstand) Met deze functie kiest u als afdrukstand Portret of Landschap. Ook met de subknop kunt u de beelden draaien.
Knoppen en menu’s RESET LENS Herstelt de scherpstelling van de lens wanneer u de camera uitschakelt. PC MODE Met deze functie bepaalt u hoe de camera gebruikt wordt wanneer die is aangesloten op een PC. Daarbij kunt u kiezen of u de beelden van de camera naar een PC (STORAGE = Opslag) wilt overbrengen of dat u de camera met de daarvoor bestemde software (Control = Sturing) wilt bedienen.
Fotograferen Autofocus (AF) De camera stelt zich automatisch scherp op het onderwerp. 1 Richt het AF-teken op het onderwerp waarop u wilt scherpstellen en druk de ontspanknop half in. Ontspanknop Half indrukken ● De gemeten scherpstelling word vastgehouden en het autofocus bevestigingsteken licht op (scherpstel geheugen). ● Wanneer de camera zich heeft scherpgesteld, klinkt een pieptoontje. AF-kader Zoeker AF bevestiging 2 Druk de ontspanknop helemaal in.
Fotograferen De scherpstelfuncties Bij deze camera beschikt u over drie scherpstelfuncties: S-AF (Single-AF = Enkel autofocus), C-AF (Continu AF) en MF (Met de hand scherpstellen). Met de keuzeknop voor de scherpstelfunctie kiest u welke van de scherpstelfuncties u wilt gebruiken.
Fotograferen Belichtingsfuncties Deze camera beschikt over diverse belichtingsfuncties die u kiest met de functieknop. Om een andere functie te kiezen, verdraait u de functieknop terwijl u de blokkeerknop ingedrukt houdt. Functieknop Blokkering van de functieknop P: Programmagestuurd fotograferen De camera stelt aan de hand van de helderheid van het onderwerp automatisch de optimale combinatie van diafragma en de sluitertijd in.
Fotograferen S: Sluitertijdvoorkeuze auto De camera kiest automatisch de optimale diafragmawaarde bij de door u ingestelde sluitertijd. De sluitertijd kiest u afhankelijk van het effect dat u nastreeft: met een kortere sluitertijd legt u snel bewegende onderwerp vast zonder bewegingsonscherpte terwijl een langere sluitertijd een bewegend onderwerp wazig afbeeldt, wat een impressie van snelheid geeft. Stel de sluitertijd in door verdraaien van de hoofdknop of de subknop.
Fotograferen Scherptediepte controleknop Wanneer u de scherptediepte controleknop indrukt, verschijnt in de zoeker het beeld met de daadwerkelijke scherptediepte (de afstand waarover het beeld met de geselecteerde diafragmawaarde van dichtbij tot veraf scherp wordt waargenomen). Belichtingscompensatie In sommige situaties, is het mogelijk dat u betere resultaten verkrijgt als u de door de camera automatisch ingestelde belichting met de hand corrigeert (aanpast).
Fotograferen AE-geheugen AEL De gemeten belichtingswaarde kan worden vastgehouden met de knop AEL (AE-geheugen). Het AE-geheugen gebruikt u wanneer u een andere belichting wilt instellen dan die welke u onder de op dat moment heersende verlichtingscondities normaal zou toepassen.
Fotograferen Beeldkwaliteit U kunt de beeldkwaliteit waarin u uw foto’s opslaat zelf instellen. De beeldkwaliteit kiest u afhankelijk van het doel waarvoor u de foto’s wilt gebruiken (afdrukken, bewerken op een PC, geschikt maken voor een website, enzovoort). Beeldkwaliteit en het aantal beelden dat kan worden opgeslagen Hoeveel beelden u bij benadering kunt opslaan kunt u bepalen door de geheugencapaciteit van het kaartje te delen door de bestandsgrootte van de beelden.
Fotograferen WB Instellen van de witbalans U kunt de witbalans aanpassen door de voor de heersende verlichtingscondities juiste kleurtemperatuur te selecteren. Instellen van de aangepaste witbalans Deze functie is vooral handig wanneer u een nauwkeuriger witbalans nodig heeft dan met de vooringestelde witbalans mogelijk is. Richt om de witbalans in te stellen de camera op een wit onderwerp onder de lichtbron die u wilt gebruiken.
Weergeven Enkelbeeldweergave In de monitor wordt maar een enkel beeld weergegeven. 1 Druk op de knop (Weergeven). 2 Selecteer met de pendelknop ● De LCD-monitor licht op en geeft de laatst gemaakte foto weer. het beeld dat u wilt weergeven. ● Ook kunt u gedetailleerde informatie en een histogram weergeven. : Springt naar het tiende beeld vóór het huidige beeld : Geeft het voorgaande beeld weer.
Weergeven Close-up weergave / Indexweergave : Indexweergave Bij elke druk van de hoofdknop in de richting van beelden achtereenvolgens van 4 naar 9 naar 16. , verandert het aantal getoonde : Geeft het voorgaande beeld weer. : Geeft het volgende beeld weer. : Toont het indexbeeld dat voorafgaat aan het beeld in de linkerbovenhoek van het huidige getoonde indexbeeld. : Toont het indexbeeld dat volgt op het beeld in de rechterbenedenhoek van het huidige getoonde indexbeeld.
Weergeven Beelden beveiligen Me deze functie voorkomt u dat beelden onbedoeld worden gewist. 1 2 Laat de camera het beeld weergeven dat u wilt beveiligen. Druk op de knop (Beveiligen). ● In de LCD-monitor verschijnt het functiepictogram . Om de beveiligingsfunctie op te heffen: Laat de camera het beeld weergeven waarvan u de beveiliging wilt opheffen en druk op de knop Een enkel beeld wissen Deze functie wist uitsluitend het beeld dat op dat moment in de monitor wordt getoond.
Weergeven Alle beelden wissen Met deze functie wist u alle op een kaartje opgeslagen beelden. 1 Selecteer in het menu druk dan op . (Weergeven)➝ CARD SETUP (Kaartje instellen) en ● Nu verschijnt het scherm CARD SETUP. 2 Selecteer de functie ALL ERASE (Alles wissen) met de OK-knop. of en druk dan op ● Nu verschijnt het menu ALL ERASE. 3 Selecteer de optie YES (Ja) met of en druk dan op de OK-knop. ● Nu worden alle beelden gewist.
Afdrukreservering Reserveren van afdrukken wil zeggen dat de gewenste afdrukgegevens (aantal afdrukken, datum en tijdinformatie) samen met de beeldjes op het kaartje worden opgeslagen. Met deze gegevens is het mogelijk de beelden af te laten drukken op een DPOF-compatibele printer of door een fotospeciaalzaak die over DPOF-compatibele apparatuur beschikt. De functie afdrukreservering maakt het mogelijk de afdrukgegevens samen met de beelden op te slaan.
Beelden overbrengen naar een computer Door de camera met het speciale USB-kabeltje of een IEEE 1394 kabeltje aan te sluiten op een computer, kunt u de op het kaartje opgeslagen beelden overbrengen naar een computer. Beschikt u over grafische applicaties die het bestandstype JPEG ondersteunen (bijvoorbeeld de bij de camera geleverde software of foto bewerkingssoftware) dan kunt u de beelden bewerken of ze vanuit uw computer afdrukken.
Beelden overbrengen naar een computer Welk soort besturingssysteem gebruikt u? ¥ ¥ Windows 98/98 SE Windows Me/2000/XP Mac OS 9.0 – 9.
Foutcodes Indicaties in de zoeker Indicaties in het Indicaties in de LCD-venster LCD-monitor (knipperend) Normale indicatie NO CARD CARD ERROR Mogelijke oorzaak U heeft geen kaartje Steek het kaartje of een in de camera gezet ander kaartje in de of het kaartje wordt camera. niet herkend. Er heeft zich een Steek het kaartje opnieuw probleem met het in de camera. Blijft het kaartje voorgedaan. probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren.
Foutcodes Indicaties in het Indicaties in Indicaties in de LCD-venster de zoeker LCD-monitor (knipperend) Geen indicatie Geen indicatie Mogelijke oorzaak Door een probleem met het beeld kan PICTURE ERROR het geselecteerde beeld niet worden weergegeven. Of het beeld kan op deze camera niet worden weergegeven. Oplossing Breng het beeld over naar een PC en bekijk het beeld met beeldbewerkingsoftware. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand (gedeeltelijk) beschadigd.
Onderhoud PIXEL MAPPING en verwijderen van stof Met de functie PIXEL MAPPING kunt u CCD en beeldbewerkingfuncties van de camera controleren en bijstellen. Het is niet nodig deze bewerking veelvuldig te herhalen. Ongeveer eenmaal per jaar is voldoende. Heeft u de monitor gebruikt of repeterende opnamen gemaakt, dan wacht u minstens één minuut voordat u de functie PIXEL MAPPING gebruikt om u ervan te verzekeren dat de functie naar behoren werkt.
Technische gegevens Product type Soort camera Lens Lensvatting Equivalente brandpuntsafstand van een kleinbeeldcamera : Eenogige digitale spiegelreflexcamera met verwisselbare lens : Zuiko Digital, 4/3-system Lens : 4/3-lensvatting : Circa tweemaal de brandpuntsafstand van de lens. Beeldopneemelement Product type Totaal aantal pixels Aantal effectieve pixels Scherm formaat Aspectverhouding : : : : : 4/3 type volbeeld primaire kleuren CCD Circa 5.500.00 pixels Circa 5.000.
Technische gegevens Witbalans Product type Functies Opslag Geheugen Bestandstype Beeldkwaliteit Weergeven Weergavefunctie Informatieweergave Sluiterfunctie Sluiterfuncties Repeterende opnamen Zelfontspanner Optische afstandsbediening Flitser Synchronisatie Flitserfuncties Flitser bevestiging : CCD met witbalans sensor : Auto, Vooringestelde witbalans (12 instellingen), Aangepaste witbalans (mogelijkheid om vier instellingen te registreren) : CompactFlash-kaartje (compatibel met Type I en II), Co
VEILIGHEIDSMAATREGELEN Voor uw eigen veiligheid Om u van jarenlange betrouwbare en plezierige werking van uw nieuwe camera te verzekeren, leest u deze handleiding aandachtig door. Berg deze handleiding op een zodanige plaats op, dat u hem later altijd nog eens kunt raadplegen. In het geval van problemen • Gebruik de camera niet meer als deze niet correct werkt.
Algemene voorzorgsmaatregelen Lees de hele handleiding– Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken, de hele handleiding door. Voor meer informatie over accessoires zoals de lithium-ion batterij, laadapparaat en lichtnetadapter raadpleegt u de bij deze producten geleverde gebruiksaanwijzingen. Bewaar de handleiding – Bewaar de veiligheidsinstructies en gebruiksaanwijzingen, zodat u ze later nog eens kunt raadplegen.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN Houd de camera uit het bereik van kleine kinderen. • Gebruik en berg de camera altijd op buiten het bereik van kleine kinderen, teneinde onderstaande gevaarlijke situaties en mogelijk ernstig letsel te voorkomen: – Verstrikt raken in de camerariem, wat verstikking tot gevolg kan hebben. – Onbedoeld inslikken van een batterij of van andere kleine onderdelen. – Onbedoeld ontsteken van de flitser voor de eigen ogen of van die van andere kinderen.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van batterijen Om te voorkomen dat batterijen gaan lekken, oververhit raken, ontbranden, exploderen of elektrische schokken of verbrandingen veroorzaken, volgt u de volgende belangrijke richtlijnen op. GEVAAR • Bij deze camera heeft u de door Olympus voorgeschreven lithium-ion batterij nodig. Laad de batterijen op met het voorgeschreven type laadapparaat. Gebruik nooit andere laadapparaten. • Probeer nooit batterijen te verhitten of te verbanden.
http://www.olympus.com/ OLYMPUS CORPORATION Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo 163-0914 OLYMPUS AMERICA INC. Two Corporate Center Drive, Melville, NY 11747-3157, U.S.A. Tel. 1-631-844-5000 Technical Support (USA) 24/7 online automated help: http://www.olympusamerica.com/E1 Phone customer support: Tel. 1-800-260-1625 (Toll-free) Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET E-Mail: e-slrpro@olympusamerica.com OLYMPUS OPTICAL CO.