Operation Manual

28 NL
Autoflitsen (Geen indicatie)
Bij weinig licht en tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
Flitsen met onderdrukken van rode ogen (!!
!!
)
Deze functie vermindert dit verschijnsel aanzienlijk door, voordat de hoofdflits
ontsteekt, een aantal inleidende flitsen af te geven.
Invulflitsen (##
##
)
Met deze functie ontsteekt de flitser altijd, ongeacht het beschikbare licht.
Flitser uit ($$
$$
)
De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht.
GEBRUIK VAN DE ZELFONTSPANNER
Deze functie is handig als u opnamen wilt maken waarbij u ook zelf in beeld
wilt verschijnen. Zet de camera op een statief of op een of ander horizontaal
vlak wanneer u met de zelfontspanner wilt fotograferen.
1 Zet de cameraschakelaar in de stand KK
KK
(Fotograferen).
De lens schuift naar voren en de monitor wordt ingeschakeld.
2 Druk op cc
cc
(YY
YY
).
In de monitor wordt op dat moment ingestelde zelfontspannerfunctie
aangegeven.
3 Druk om zelfontspanner in of uit te schakelen op cc
cc
(YY
YY
).
Bij elke druk op de knop c wisselt de instelling van de zelfontspanner
tussen Y ON (Aan) en Y OFF (Uit). Als de zelfontspannerfunctie Y
is geselecteerd, is in de LCD-monitor het functiepictogram Y
zichtbaar.
4 Maak uw opname door de ontspanknop in te drukken.
De zelfontspanner-LED brandt gedurende circa tien (10) seconden en
begint dan te knipperen. Na circa twee (2) seconden knipperen laat de
camera een pieptoontje horen en wordt de opname gemaakt.
Nadat een opname met de zelfontspanner gemaakt is, wordt de
zelfontspanner automatisch uitgeschakeld.