Operation Manual

16
R
APPORTEN
EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
RAPPORTEN
Door het afdrukken van rapporten kunt u het resultaat van alle uitge-
voerde transacties (verzendingen en ontvangsten), het aantal ver-
werkte documenten en andere nuttige informatie controleren.
Het faxtoestel kan de volgende rapporten afdrukken:
Stroomonderbrekingsrapport: dit rapport wordt altijd auto-
matisch afgedrukt na een stroomonderbreking.
Als de stroom uitviel tijdens verzending of ontvangst van een
document, zal het faxtoestel bij herstel van de normale werking
automatisch een rapport afdrukken met de gegevens van de be-
treffende verzending of ontvangst.
Activeringsrapport: dit rapport bevat de gegevens van de laat-
ste 42 transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het
geheugen van het faxtoestel opgeslagen blijven. Het wordt auto-
matisch afgedrukt (na de 32e transactie) of wanneer u dit
opvraagt.
Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens
van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd,
altijd automatisch afgedrukt worden na elke verzending, of
wanneer u dit opvraagt.
Foutberichtenrapport: dit rapport bevat eveneens de gege-
vens van de laatste verzending maar wordt alleen na een
mislukte verzending automatisch afgedrukt. Het faxtoestel
is ingesteld om dit soort rapport automatisch af te drukken. Hoe u
deze functie kunt uitschakelen, wordt beschreven in de betref-
fende paragraaf.
Rapport laatste circulaire: bevat de gegevens met betrekking
tot de laatste circulaire-verzending en kan indien geprogram-
meerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke circu-
laire-verzending, of op aanvraag op het gewenste moment.
RAPPORTEN INTERPRETEREN
Act. n. Het volgnummer van de uitgevoerde
transactie (verzending/ontvangst).
Type Soort transactie:
TX, TX POLL voor verzending.
RX, RX POLL voor ontvangst.
Nummervorming Het faxnummer van de correspondent dat
u gekozen hebt.
Naam Naam van de correspondent die u hebt
gebeld. Verschijnt alleen indien u deze
onder de one-touch-toetsen of snelkies-
codes hebt opgeslagen. Dit veld komt niet
voor in het activiteitenrapport.
Verzenderidentificatie
Nummer (en eventueel naam) van de ge-
selecteerde correspondent. Dit nummer
komt overeen met het nummer dat u geko-
zen hebt, mits de correspondent zijn fax-
nummer correct heeft ingesteld. Anders kan
het afwijkend zijn of zelfs ontbreken.
VERZENDEN MET ONE-TOUCH-TOETSEN OF SNELKIESCODES
DOOR
OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
Als u zich de one-touch-toets of snelkiescode niet herinnert
die u aan een bepaald faxnummer heeft toegewezen, kunt
u de verzending toch starten door het nummer als volgt
in het adresboek op te zoeken:
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en
resolutie".
Op het display verschijnt:
ADRESBOEK
CODE OF <>
/ Druk op de toetsen
|
/
}
om het gewenste faxnummer of de
naam van de correspondent te vinden aan wie u het docu-
ment wilt sturen.
Om de verzending te starten.
VERZENDEN DOOR OPVRAGEN VA N EEN VAN DE LAATSTE 20
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF EEN VAN DE LAATSTE 10
GESELECTEERDE NUMMERS
Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen
de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectie-
velijk, NORMAL en
(standaard).
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan
zoals beschreven in "Afstellen van contrast en
resolutie".
Op het display verschijnt:
BINNENK.OPROEPEN
/ Druk op de toetsen
|
/
}
om de andere beschikbare optie
weer te geven: "UITG.OPROEPEN".
Om uw keuze te bevestigen.
/ Druk op
|
/
}
om in de lijst van de laatste 20 binnenkomende
oproepen of in de lijst van de laatste 10 uitgaande oproe-
pen het faxnummer of de naam van de correspondent op te
vragen aan wie u het document wilt zenden.
Om de verzending te starten.