Fax-Lab 200/Fax-Lab 200P Fax-Lab 250/Fax-Lab 250P GEBRUIKSAANWIJZING cover OLA.p65 2 11/09/01, 15.
PUBLICATIE UITGEGEVEN DOOR: Samenstelling: Olivetti I- Jet S.p.A. Località Le Vieux 11020 ARNAD (Italy) Olivetti Tecnost, S.p.A. Direzione @ Home/Office Via Jervis, 77 - 10015 IVREA (Italy) Copyright © 2001, Olivetti Alle rechten voorbehouden De fabrikant behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan het in deze handleiding beschreven product aan te brengen.
SNELLE REFERENTIEGIDS Hieronder wordt een vereenvoudigde beschrijving gegeven van de procedures voor installatie, verzenden, ontvangen en kopiëren. Voor meer gedetailleerde instructies kunt u het betreffende hoofdstuk raadplegen. INSTALLATIE Zie het hoofdstuk "Installatie" voor nadere informatie.
SNELLE REFERENTIEGIDS VERZENDEN Zie "Verzenden", hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen" voor nadere informatie.
COMPONENTEN In de figuur zijn de externe en interne onderdelen geïllustreerd die de vier modellen van het faxtoestel gemeen hebben. De tweede rij toetsen op het linker gedeelte van het bedieningspaneel heeft uitsluitend betrekking op modellen met ingebouwd antwoordapparaat. De parallelle interface is alleen aanwezig bij multifunctionele modellen.
BEDIENINGSPANEEL In de figuur wordt het bedieningspaneel van de modellen met ingebouwd antwoordapparaat getoond. De toetsen in de tweede rij van links en de LED , hebben uitsluitend betrekking op het antwoordapparaat en worden in het betreffende hoofdstuk beschreven. REDUCTIE-TOETS Verkleint of vergroot de te kopiëren documenten (alleen met het document in de ADF). RESOLUTIE-TOETS Past de resolutie aan van de te kopiëren documenten (alleen met het document in de ADF).
BEDIENINGSPANEEL S TOP-TOETS LIJN-TOETS TOETS Voert een document uit de ADF uit. Hiermee kan men de lijn nemen: komt overeen met het opnemen van de hoorn. Bij tweemaal indrukken, opnieuw vormen van het laatst gekozen faxnummer (alleen met het document in de ADF) of het laatste telefoonnummer. Last een pauze in tijdens het direct vormen van het telefoon- of faxnummer. Schakelt de LED " " uit. Plaatst het faxtoestel opnieuw in de standby-modus.
INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 INSTALLATIE 2 AANSLUITEN OP HET TELEFOONNET ....................................... 2 DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN ......................................... 4 AANSLUITEN OP HET STROOMNET .......................................... 4 PAPIER LADEN ............................................................................. 4 PRINTKOP INSTALLEREN ........................................................... 4 EERSTE INSTELLINGEN .......................................................
INLEIDING OVER HET RAADPLEGEN VAN DE HANDLEIDING In deze handleiding worden vier modellen van het faxtoestel beschreven: het basismodel, het model met ingebouwd antwoordapparaat, en tenslotte de multifunctionele modellen (basismodel en model met ingebouwd antwoordapparaat) waarbij aansluiting op een PC en gebruik van een kleurenprintkop mogelijk is (raadpleeg voor deze laatste twee modellen tevens de documentatie die u in de verpakking vindt).
INSTALLATIE Indien u het extra apparaat niet direct op het stopcontact "TEL" kunt aansluiten, gebruik dan de adapter (van land tot land verschillend). AANSLUITEN OP HET TELEFOONNET Aangezien de telefoonaansluiting van het faxtoestel, het externe antwoordapparaat, de extra telefoon of andere apparaten afhankelijk is van nationaal geldende normen die van land tot land verschillen, worden in onderstaande schema's enkele voorbeelden gegeven.
AANSLUITING GEVAL 2 TELEFOONSTOPCONTACTEN KABEL C FAX B Aansluitbussen LINE EXTRA B C TELEFOON OF ANDERE APPARATEN AANSLUITING GEVAL 3 (DUITSLAND) KABEL TELEFOONSTOPCONTACTEN FAX B LINE Aansluitbussen EXTRA TELEFOON OF ANDERE B C C APPARATEN ANDERE APPARATEN AANSLUITING GEVAL 3 (OOSTENRIJK) D D KABEL TELEFOONSTOPCONTACTEN FAX B LINE Aansluitbussen EXTRA TELEFOON OF ANDERE C APPARATEN ANDERE APPARATEN B C D D 3
DE TELEFOONHOORN AANSLUITEN PAPIER LADEN 1. Steek de connector van het snoer van de hoorn in de aansluitbus met het symbool op het faxtoestel. 2. Leg de hoorn op de haak. AANSLUITEN OP HET STROOMNET OPMERKING Voordat u het faxtoestel aansluit op het stroomnet, moet u het blokeerklemmetje van de printwagen verwijderen (zie printkopcompartiment). 1. Steek de stekker van het stroomsnoer in het netstopcontact.
Op het display verschijnt het bericht: WERKING AUTO 00 25-07-01 11:23 • Als u echter onderbrekingen of witte lijnen aantreft, de waarde 0 instellen om vooral de spuitmond-reiniging te herhalen: als de nieuwe printtest nog niet het gewenste resultaat geeft, de procedure nog eenmaal herhalen.
+ Het display geeft het bestemmingsland weer. In dit geval: HOLLAND Als dit niet het gewenste land is, drukt u op |/} om het te wijzigen. Indien uw land niet aanwezig is onder de op het display weergegeven landen, raadpleeg dan onderstaande tabel: Afdrukformaat selecteren Indien het ingestelde afdrukformaat op het faxtoestel niet overeenkomt met het afdrukformaat dat u wenst te gebruiken, drukt u op de toetsen |/} tot het gewenste formaat wordt weergegeven "LETTER" of "LEGAL".
Om bijvoorbeeld de naam "LARA" in te voeren, gaat u als volgt te werk: • Tot u de letter "L" geselecteerd heeft. • Tot u de letter "A" geselecteerd heeft. Tot u de letter "R" geselecteerd heeft. Tot u de letter "A" geselecteerd heeft. Om de naam te bevestigen. Op het display verschijnt: VORM UW NUMMER Faxnummer instellen Voer uw faxnummer in. Om een spatie in te voegen drukt u op |/}. Wanneer u een fout maakt, gaat u te werk zoals bij het instellen van uw naam.
Voer de naam in die de zone van het netnummer identificeert of de naam van het andere telefoonbedrijf en druk vervolgens op de toets . Op het display verschijnt: DRUK PREFIX: (0 - 9): Voer het nieuwe netnummer in (max. 6 cijfers) en druk vervolgens op de toets . Op het display verschijnt: VOER ACRONIEM IN (a - z): Aantal belsignalen instellen Druk op|/} om de andere beschikbare waarden weer te geven: "01", "2", "04" en "08". Om uw keuze te bevestigen.
BASISFUNCTIES VOOR Nu uw faxtoestel een naam en een nummer heeft, is het klaar om: • documenten te verzenden (ook uitgesteld, vanuit het geheugen of via de pollingmethode); • documenten te ontvangen (ook via de pollingmethode); • telefoonoproepen uit te voeren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel als een telefoon gebruiken"); • documenten te kopiëren (zie het hoofdstuk "Het faxtoestel als een kopieerapparaat gebruiken").
OPMERKING Als het faxtoestel van uw correspondent op automatische ontvangst is ingesteld, hoort u de toon van het faxapparaat. Indien u een verkeerd nummer hebt gevormd, plaatst u de cursor met behulp van de toetsen |/} op het verkeerde nummer en overschrijft het met het juiste nummer.
Pas eventueel de waarden voor contrast en resolutie aan zoals hierboven beschreven. Typ het nieuwe tijdstip en druk op de toets tig het huidige tijdstip door direct op de toets Tot op het display verschijnt: of beveste druk- ken. Op het display verschijnt: UITGEST.TRANSM. VORM NUMMER Op het display verschijnt: Als u de huidige tijd wilt herstellen, drukt u op de toets DRUK TIJDINSTELL UU:MM de toets , en gaat u als volgt te werk.
Daarna zal het faxtoestel u vragen een ander nummer in te ONTVANGEN voeren: VORM FAX NUMMER num/ / Uw faxtoestel kan documenten die door een andere fax worden verzonden op vier manieren ontvangen. U kunt de Indien u het document naar verscheidene correspondenten wilt zenden, herhaalt u de twee stappen zo vaak als nodig is; daarna drukt u op de toets om de procedure te beëindigen.
Voor de modellen met ingebouwd antwoordapparaat, zie het betreffende hoofdstuk. Indien u een extern antwoordapparaat aansluit, moet het aantal belsignalen waarna het antwoordapparaat geactiveerd wordt, lager zijn dan het aantal belsignalen dat op het faxtoestel is ingesteld (zie "Aantal belsignalen wijzigen", hoofdstuk "Geavanceerd gebruik".
Nu kunt u, aangezien de andere gegevens ongewijzigd REEDS INGESTELDE blijven, op de toets SNELKIESCODES WIJZIGEN/WISSEN drukken om het faxtoestel weer in ONE-TOUCH-TOETSEN OF de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen. Om alleen een telefoonnummer toe te wijzen zonder eerst een faxnummer op te slaan: Volg de procedure voor het toewijzen van een faxnummer en een naam tot op het display verschijnt: DRUK 1 TOETSNR.
Op het display verschijnt: • Activeringsrapport: dit rapport bevat de gegevens van de laatste 32 transacties (verzendingen en ontvangsten), die in het geheugen van het faxtoestel opgeslagen blijven. Het wordt automatisch afgedrukt (na de 32e transactie) of wanneer u dit opvraagt. • Rapport laatste verzending: dit rapport bevat de gegevens van de laatste verzending. Het kan, indien zo geprogrammeerd, altijd automatisch afgedrukt worden na elke verzending, of wanneer u dit opvraagt.
• Verzenderidentificatie Nummer (en eventueel naam) van de geselecteerde correspondent. Dit nummer komt overeen met het nummer dat u gekozen hebt, mits de correspondent zijn faxnummer correct heeft ingesteld. Anders kan het afwijkend zijn of zelfs ontbreken. • Datum /Tijd Datum en tijd waarop de transactie werd uitgevoerd.
Om uw keuze te bevestigen. Nadat het rapport is afgedrukt, komt het faxtoestel automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug. LIJST VAN CONFIGURATIEPARAMETERS EN GEGEVENS VAN DE ONE-TOUCH-TOETSEN EN SNELKIESCODES AFDRUKKEN Tot op het display verschijnt: OPMERKING FAX SET-UP Indien u "LIJST RAPP. UIT" hebt geselecteerd, drukt u op de toets om het faxtoestel weer in de standby-modus Op het display verschijnt: DATUM / TIJD te plaatsen.
HET FAXTOESTEL ALS EEN TELEFOON GEBRUIKEN Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u over alle functies die een normale telefoon biedt. Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, geactiveerd OPBELLEN DOOR ZOEKEN IN HET ADRESBOEK met de toets ) die toegang biedt tot speciale diensten die door de netwerkcentrale worden geboden. Steek geen document in de ADF. U hebt tevens beschikking over de volgende functies: verschijnt: Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
HET FAXTOESTEL ALS EEN KOPIEERAPPARAAT GEBRUIKEN WELKE DOCUMENTEN KUNT U KOPIËREN OPMERKING Wanneer u de kopieertaak wilt onderbreken, drukt u twee- Zorg ervoor dat het te kopiëren document voldoet aan de kenmerken die zijn beschreven in "Welke documenten kunt u gebruiken", in het hoofdstuk "Basisfuncties voor verzenden en ontvangen". maal op de toets : eerst om het origineel uit de ADF te verwijderen, en daarna om het faxtoestel opnieuw in de oorspronkelijke standby-modus te plaatsen.
HET ANTWOORDAPPARAAT Indien u een faxtoestel met ingebouwd antwoordapparaat hebt aangeschaft, biedt dit dezelfde mogelijkheden als een extern antwoordapparaat.
Voer de nieuwe code in, bijvoorbeeld "0001" om de bestaande te wijzigen en druk op de toets of druk op de en vervolgens op de toets om hem te toets wissen. Op het display verschijnt: BELUISTER.INLOG Om het faxtoestel weer in de oorspronkelijke standby-mo- • • dus te plaatsen.
Druk op de toets of druk op de toets en neem de Neem de hoorn op. Op het display verschijnt: MEMOBERICHT? hoorn op om de eerder opgenomen uitgaande boodschap 1 te horen. Op het display verschijnt: BELUISTERING Om het opnemen te starten. Op het display verschijnt: Na het afspelen stelt het faxtoestel automatisch voor een nieuwe UITGAANDE BOODSCHAP 1 op te nemen. Indien u dit wenst kunt u de eerder opgenomen boodschap wijzigen of vervangen, door de opnameprocedure te herhalen.
Na afloop van de weergave van de laatste boodschap geeft het faxtoestel twee korte geluidssignalen en komt automatisch weer in de oorspronkelijke standby-modus terug. De BOODSCHAPPEN-LED BOODSCHAPPEN EN MEMO’S DOORSTUREN NAAR EEN TELEFOON OP AFSTAND stopt met knipperen en blijft continu verlicht. WISSEN VAN REEDS BELUISTERDE BOODSCHAPPEN EN MEMO’S U kunt een boodschap of een memo alleen tijdens of na het afspelen wissen. De boodschappen of memo's die u nog niet hebt beluisterd worden niet gewist.
HET ANTWOORDAPPARAAT OP AFSTAND BEDIENEN U kunt het antwoordapparaat niet alleen direct via de specifieke toetsen op het bedieningspaneel van het faxtoestel bedienen, maar ook vanaf elke andere plaats ver of dichtbij, mits u gebruik maakt van een telefoon die in de toonkiesmodus werkt, bijv.: een mobiele telefoon.
Druk op de toets en vervolgens op de toets tot op het display verschijnt: ENKEL MELDTEKST Om te bevestigen. Op het display verschijnt: ENKEL MELDT.:UIT 2 Monday, Tuesday, etc. 3 0/12 AM o Pm 4 End of messages 5 You have no messages Druk op |/} om de andere optie weer te geven: "ENKEL MELDT: AAN". SAMENVATTENDE Geeft de dag aan waarop de boodschap werd ontvangen. Geeft het tijdstip aan waarop de boodschap werd ontvangen (van 0 tot 12 plus AM of PM).
GEAVANCEERD GEBRUIK OPMERKING OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR Indien u de parameter "PRINT EXTRA:AUTO" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst op een andere pagina afdrukken indien deze tekst minstens 12 mm van de pagina bedekt. Indien u de parameter "PRINT EXTRA: AAN" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst altijd op een andere pagina afdrukken. Indien u de parameter "PRINT EXTRA: UIT" selecteert, zal het faxtoestel de resterende tekst niet afdrukken.
OVERIGE NUTTIGE INSTELLINGEN VOOR VERZENDING PLAATS VAN NAAM EN FAXNUMMER WIJZIGEN De informatie die bovenaan op het te verzenden document wordt afgedrukt (naam, faxnummer, datum en tijd en aantal pagina's) kan door het faxtoestel van uw correspondent buiten de tekstzone worden ontvangen en dus vlak onder de bovenkant van de pagina, of binnen de tekstzone en dus met een grotere bovenmarge. Uw faxtoestel is ingesteld om deze informatie binnen de tekstzone te plaatsen.
VERZENDINGSSNELHEID VERMINDEREN ACTIVEREN/STOPZETTEN VAN DE ECM MODUS ECM (Error Correction Mode) is een correctiesysteem voor fouten die worden veroorzaakt door storingen van de telefoonlijn. Om hiervan te kunnen gebruikmaken, moet deze functie zowel op uw fax als op het toestel van uw correspondent geactiveerd zijn De letter "E" op het display geeft aan dat de functie geactiveerd is. Uw faxtoestel is voorgeprogrammeerd om met deze modus te verzenden.
Tot op het display verschijnt: Op het display verschijnt: NAAM ZENDER DD/MM/JJ UU:MM 25-07-01 11:23 Het display geeft de eerder ingestelde naam weer, bijvoor- Voer de juiste datum en tijd in (bijv. 26-07-01; 12:00). Tel- beeld: VORM UW NAAM lara kens wanneer u een cijfer invoert gaat de cursor naar het volgende teken. DD/MM/JJ UU:MM 26-07-01 12:00 Typ de nieuwe naam eroverheen. of Indien u slechts bepaalde cijfers wilt wijzigen, verplaatst u de cursor naar de gewenste positie d.m.v.
Tot op het display verschijnt: Op het display verschijnt: INSTALLATIE PAR. TEL.NET INSTELL. Het display geeft de telefoonaansluiting aan waarop u het Op het display verschijnt: TEL.NET INSTELL. faxtoestel hebt ingesteld, bijvoorbeeld: PUBL.LIJN (PSTN) Het display geeft de telefoonaansluiting aan waarop het Druk op de toetsen |/} om de aansluiting op de "privé-lijn" te selecteren. Vanaf hier gaat u verder zoals reeds werd beschreven in "Eerste instellingen", in het hoofdstuk "Installatie".
Tot op het display verschijnt: AANTAL ONDERS. BEL: UIT Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar. of ONDERS. BEL: AAN Indien het faxtoestel in de ontvangstmodus TELEFOON/ FAX of AWA / FAX staat, kan het na twee belsignalen automatisch detecteren of de oproep afkomstig is van een ander faxtoestel (FAX) of van een telefoon (TEL). Indien u dit wenst, kunt u het aantal belsignalen als volgt wijzigen: Afhankelijk van de waarde die u tijdens de configuratie van het faxtoestel hebt geselecteerd.
STILLE PERIODE WIJZIGEN AANVRAGEN VAN EEN VERZENDING (POLLING VOOR ONTVANGST) Deze functie is slechts in enkele landen beschikbaar. Spreek het tijdstip voor de verzending met uw correspondent af, zodat deze het te verzenden document kan insteken. Stel uw faxtoestel in om het document te ontvangen, programmeer de kiesmethode die gebruikt moet worden om het andere faxtoestel op te roepen en het tijdstip waarop het document ontvangen moet worden.
DRUK TIJDINSTELL UU:mm Vanaf hier gaat u verder zoals beschreven in de laatste drie stappen van de procedure "Aanvragen van een verzending". VOORBEREIDEN (POLLING VOOR VAN EEN DOCUMENT VOOR VERZENDING VERZENDING) Steek het document in de ADF. Op het display verschijnen de uitgangswaarden voor contrast en resolutie: respectievelijk, NORMAL en (standaard). Tot op het display verschijnt: AFROEP ZENDING Druk tweemaal op de toets . Op de tweede regel van het display verschijnt: "AFROEPONT. SET".
PROBLEMEN OPLOSSEN WANNEER DE STROOM UITVALT In geval van een stroomonderbreking, bewaart het faxtoestel de datum en tijd, de geprogrammeerde nummers voor one-touch-toetsen en snelkiescodes en de rapporten in het geheugen. De documenten in het geheugen gaan echter verloren. In dat geval drukt het faxtoestel automatisch een rapport af dat het totale aantal pagina's (m.b.t. verzending en ontvangst) aangeeft dat uit het geheugen werd gewist.
FOUTCODES De foutcodes die zowel op het zendrapport als op het activiteitenrapport worden afgedrukt bestaan uit twee cijfers die de oorzaak van de fout aangeven. Op het activiteitenrapport wordt de code wegens plaatsgebrek zonder verder bericht weergegeven. CODE BERICHT OORZAAK VAN DE FOUT WAT U MOET DOEN OK Geen bericht. Transactie correct voltooid. 02 ONMOGELIJKE VERBINDING Het faxtoestel detecteert geen lijntoon of ontvangt foutieve signalen.
GEEN NUMMER AANW SIGNALEN EN BERICHTEN Eventuele problemen die kunnen optreden worden gewoonlijk aangegeven door geluidssignalen (die soms vergezeld gaan van visuele signalen: brandende fouten-LED " ") of door foutberichten op het display. Het faxtoestel geeft eveneens geluidssignalen en berichten op het display die geen fout aangeven. GELUIDSSIGNALEN DIE EEN FOUT AANGEVEN Korte toon, 1 seconde lang • U hebt op de verkeerde toets gedrukt tijdens een procedure.
SYSTEEMFOUT nn NIEUWE PRINTKOP?, 1=JA 0=NEE Er gebeurde iets abnormaals waardoor het faxtoestel geblokkeerd raakte: schakel het toestel eerst uit en dan weer in. Indien de fout niet verdwenen is, dient u het toestel uit te schakelen en de hulp van de technische dienst in te roepen. U hebt een printkop voor het eerst geïnstalleerd, of verwijderd en dan opnieuw geïnstalleerd: u moet de vragen nog beantwoorden.
ONDERHOUD PRINTKOP VERVANGEN Nu voert het faxtoestel automatisch de procedure voor reiniging van de printkop en controle van de spuitmonden uit en drukt het resultaat van de diagnose af. Onderzoek het afdrukresultaat, zoals beschreven in "Printkop installeren", in het hoofdstuk "Installatie". Indien u de printkop vervangen hebt omdat de afdrukkwaliteit was verminderd, gaat u als volgt te werk: REINIGINGSPROCEDURE VOOR DE PRINTKOP .
- - - Verwijder de printkop en inspecteer deze op aanwezigheid van deeltjes op de spuitmond; een eventueel aanwezig deeltje voorzichtig verwijderen en erop letten dat u de elektrische contacten niet aanraakt. Installeer de printkop. Verwijder de printkop en reinig de elektrische contacten van de printkop en van de printwagen, zie "Elektrische contacten van de printkop reinigen". Reinig de spuitmonden, zie hieronder "Spuitmonden van de printkop reinigen". Installeer de printkop opnieuw.
OPTISCHE SCANNER REINIGEN VASTGELOPEN DOCUMENTEN EN PAPIER VERWIJDEREN Door stof dat zich op het glas van de optische scanner opstapelt, zijn problemen bij het inscannen van documenten mogelijk. Om dit te voorkomen, moet u het glas af en toe als volgt reinigen: Met het faxtoestel van het stopcontact afgekoppeld: Tijdens het verzenden of kopiëren kan het gebeuren dat een origineel vastloopt (dit wordt op het display aangegeven met het bericht: "VERWIJDER DOK., DRUK OP ").
TECHNISCHE GEGEVENS ALGEMENE ONTVANGSTKENMERKEN KENMERKEN Model ......................... Tafelmodel Display ........................ LCD 16 + 16 tekens Geheugencapaciteit ..... (*) 21 pagina's Afmetingen Breedte ....................... 359 mm Diepte ......................... 234 mm + 84 mm Hoogte ........................ 180 mm + 138 mm (**) Gewicht ....................... ca. 4,7 Kg Afdrukmethode ............ Afdruk op gewoon papier met inkjetprinter Max. afdrukbreedte ..............................
HET FAXTOESTEL ALS EEN PRINTER GEBRUIKEN Indien u het multifunctionele model hebt aangeschaft, kunt u het faxtoestel ook als een printer gebruiken. Eerst moet u hem echter op een PC aansluiten en de specifieke software installeren. VEREISTEN VOOR HET INSTALLEREN VAN DE SOFTWARE Het faxtoestel wordt geleverd met de nodige software voor het uitvoeren van de printfunctie.
OPENEN VAN DE ONLINE DOCUMENTATIE Samen met het printerstuurprogramma worden ook bestanden met online documentatie geladen die nadere informatie geven over de kenmerken en functies voor het printen. In Windows 95/98/ME Om de online documentatie te openen, klikt u op een van de drie pictogrammen van de groep Linkfax in het menu Programma's van het Start-menu.
INDEX A I Aansluiting 2 aansluiting op het stroomnet 4 aansluiting van andere apparatuur 2 aansluiting van het faxtoestel 2 de telefoonhoorn aansluiten 4 telefoonaansluiting 2 ADF 9 Afstandsbedieningscode 30 Antwoordapparaat, ingebouwd 20 ASF 4 Automatische kiesherhaling 10 Ingebouwd antwoordapparaat 41 Installatie aanbevelingen voor de installatie 1 B Berichten andere berichten 37 foutberichten op het display 36 C Configuratie configuratie- en installatieparameters 5 parameters afdrukken 8 parameters
ontvangst met antwoordapparaat 12 resterende tekst 26 stille periode wijzigen 32 Optische scanner reinigen 40 P Papier papier laden 4 papierformaat 4 papierinvoer (ASF) 4 vastgelopen papier verwijderen 40 Papierformaat papierformaat wijzigen 29 Polling polling voor ontvangst 32 polling voor ontvangst wijzigen/wissen 32 polling voor verzending 33 Printer het faxtoestel als een printer gebruiken 42 Printkop elektrische contacten reinigen 39 printkop installeren 4 printkop vervangen 38 reinigings- en controle
Codes monochrome printkoppen Monoblok printkop: code 84431 W (FPJ 20) Monoblok printkop met gepigmenteerde inkt: code B0042 C (FPJ 22) Codes kleurenprintkoppen Monoblok printkop: code 84436 G (FPJ 26)
237989 X