Operation Manual
Basisbediening
3-16 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Voor verzenden naar map (FTP)
5 Nadat u alles hebt ingevoerd, drukt u op
[Verbinding testen] om de verbinding te
controleren.
OPMERKING: Verbonden. verschijnt wanneer de
verbinding met de bestemming correct tot stand is
gebracht. Als Kan geen verbinding maken. verschijnt,
controleer dan de ingevoerde gegevens.
Als u een andere bestemming wilt opgeven, gaat u
naar stap 6. Als u slechts één bestemming wilt
opgeven, gaat u naar stap 7.
6 Druk op [Volgend adres] en herhaal de stappen 3
tot 5 om de bestemming op te geven. U kunt een
combinatie van in het totaal maximaal 10 FTP- en
SMB-doelmappen opgeven.
OPMERKING: Wanneer [Toevoegen aan adresboek]
wordt weergegeven, worden de ingevoerde gegevens
in het adresboek geregistreerd.
7
Druk op [OK] om de ingevoerde gegevens in de lijst
met bestemmingen te registreren.
Instelling In te voeren gegevens
Max. aantal
karakters
Hostnaam* Hostnaam of IP-adres van de FTP-server Max. 64
karakters
Pad Pad naar de ontvangstmap.
Bijvoorbeeld \User\ScanData.
Anders worden de gegevens in de basismap
opgeslagen.
Max. 128
karakters
Gebruikersnaam
aanmelding
Aanmeldingsgebruikersnaam bij FTP-server Max. 64
karakters
Wachtwoord
aanmelding
Aanmeldingswachtwoord bij FTP-server Max. 64
karakters
* Gebruik voor het invoeren van een ander poortnummer dan het standaardnummer (21) de
notatie "hostnaam: poortnummer” (vb. FTPhostnaam:140).
Zet het IPv6-adres bij het invoeren tussen rechte haakjes [ ].
(bijvoorbeeld [3ae3:9a0:cd05:b1d2:28a:1fc0:a1:10ae]:140)
Status
08/08/2009 10:10
Verbinding
testen
Hostnaam
Pad
Gebruikersnaam
aanmelding
Wachtwoord
aanmelding
SMB
FTP
Locatie van de folderinvoeren.
Plaats het origineel.
Gereed voor verzenden.
Bestemming
Annuleren OKVolgend adresToevoegen aan adresboek
Geef de locatie van de
bestemmingsmap aan.