Operation Manual
14
tangentiële krachten (kickback) te
controleren en te weerstaan.
- Werk niet in bomen of op een ladder, dit is
uiterst gevaarlijk.
- Let op dat de draad niet geklemd raakt
in delen van de boom terwijl de machine
werkt.
- Leg de kettingzaag stil als de ketting
een vreemd voorwerp raakt. Inspecteer
de kettingzaag en laat de beschadigde
onderdelen herstellen als dat nodig is.
- Linkshandigen dienen deze instructies ook
op te volgen. Sta in een goede houding om
te snoeien.
Blootstelling aan trillingen kan
letsel veroorzaken bij personen
die lijden aan bloedsomloopproblemen of
zenuwaandoeningen. Raadpleeg een arts
indien u fysieke symptomen heeft zoals
verstijving, gevoelloosheid, vermindering van
de normale kracht of variaties in de kleur van
de huid. Deze symptomen doen zich doorgaans
voor in de vingers, handen of polsen.
STROOMAANSLUITING
LET OP - Alvorens de stekker in
het stopcontact te steken, zich
ervan overtuigen, dat de spanning met
de volgende technische gegevens
overeenkomt. Controleren of de afmetingen
van het verlengsnoer met de specificatie
overeenkomen. Zo niet, dan kan zich een
spanningsval voordoen en dientengevolge
onherstelbare schade aan de motor. Een
geaard stopcontact is niet noodzakelijk,
want de motor is een type met dubbele
isolering.
Bevestig voor gebruik het verlengsnoer
aan het daarvoor bestemde oogje
(D, Afb. 15).
VERLENGSNOEREN: AANBEVOLEN
LENGTE (230 V)
Longitud
0 ÷ 20 metri
20 ÷ 50 metri
50 ÷ 100 metri
Minimum draad doorsnede
1 mm
2
1.5 mm
2
4 mm
2
Benodigde netspanning
230 V - Met 10 A stroom en 8 A
vertraagdwerkende veiligheidszekering.
LET OP - Men raadt het gebruik
van neopreen kabels of in ieder
geval met dubbele isolering aan met
veiligheidsstekkers bestemd voor gebruik
buitenshuis. Regelmatig de aansluitstekkers
en het electrische verlengsnoer controleren.
Deze vervangen ingeval ze beschadigd zijn.
MOTOR STARTEN
- Controleer of het stopcontact een
aardlekschakelaar heeft met een
aanspreekstroom van niet meer dan 30 mA,
voordat u de motor start.
- Na de stekker in het stopcontact gestoken
te hebben, de electrische kettingzaag op de
grond zetten zó dat de ketting geen takken,
stenen of andere voorwerpen raakt, die er de
vrije loop van kunnen behinderen.
- De handgrepen van de electrische
kettingzaag stevig vasthouden en eerst de
veiligheidsschakelaar (A, Afb. 16) verzetten,
dan de aan/uitschakelaar (B).
LET OP - Niet aan anderen toestaan zich
binnen het bereik van de electrische
kettingzaag op te houden tijdens het
gebruik.
LET OP - Houd de schakelaar (B) tijdens het
werk altijd helemaal ingedrukt.
De elestrische kettingzaag functioneert
niet, als de remhendel (C) aanletrokken
is (Afb. 4).
INLOPEN VAN DE KETTING
De stekker uit het stopcontact halen
alvorens enig onderhoud uit te voeren.
LET OP – Om de ketting te laten draaien,
moet u de versnellingshendel indrukken!
Na enkele minuten werking / maaien, moet de
kettingspanning opnieuw gecontroleerd
worden:
• Zet de motor af en trek de stekker uit het
stopcontact;
• Laat de ketting enkele minuten afkoelen;
• Controleer opnieuw de kettingspanning (zie
pag.12 – Kettingspanning )
• Deze handelingen herhalen, totdat de
ketting haar maximum verlenging bereikt
heeft.
LET OP - Nooit de ketting aanraken met
de motor nog lopende. Het terrein niet
met de ketting zelf raken.










