Operation Manual
- 42 -
2. Instellen
Aansluiten met een draadloze LAN (alleen wanneer de
draadloze LAN-module is gemonteerd)
• Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN
• draadloze LAN-verbinding Inschakelen
• Verbinden met een Toegangspunt (Infrastructure)
• Direct met de Machine Verbinden
• Draadloos (Infrastructuur) en draadloos (AP Modus) kunnen niet tegelijk worden ingeschakeld.
• Wanneer de machine wordt gebruikt in een draadloze netwerk omgeving, gaat de machine niet in de Diepe Slaap
modus maar gaat naar Slaap modus.
• Plaats geen elektronische producten die zwakke radiogolven uitstralen (zoals magnetrons of digitale draadloze
telefoons) nabij de machine.
• De communicatie snelheid van een Draadloze LAN verbinding kan trager zijn dan die van een bedrade LAN of USB
verbinding afhankelijk van de omgeving. Wanneer u veel gegevens witl printen zoals een foto, wordt het aanbevolen
om te printen met een bedrade LAN of USB verbinding.
Verbinden met een Toegangspunt
Verbind het apparaat met een netwerk via een draadloos toegangspunt.
1
Controleer of uw draadloze toegangspunt aan de volgende vereisten voldoet.
Normen: IEEE 802.11 a/b/g/n
Toegangsmethode: Modus Infrastructuur
Alvorens het aansluiten op een draadloze LAN










