Pro Plus 2 duikcomputer Bedieningshandleiding
BEPERKTE GARANTIE VAN TWEE JAAR Voor details kijk op de Product Garantie Registratie Kaart die bijgeleverd wordt. COPYRIGHT KENNISGEVING Deze handleiding is onderhavig aan copyright, alle rechten zijn gereserveerd. Hij mag niet, geheel of gedeeltelijk. gekopieerd, gefotokopieerd, gereproduceerd, vertaald of verkort worden tot een elektronisch medium of een door machines leesbare vorm, zonder vooraf schriftelijke toestemming gekregen te hebben van Oceanic / 2002 Design. Pro Plus Bedieningshandleiding, Doc.
INHOUD BEPERKTE GARANTIE VAN TWEE JAAR....................................................................................................................................2 KENNISGEVINGEN............................................................................................................................................................................2 DECOMPRESSIEMODEL......................................................................................................................................
INHOUD (VERVOLG) ACTIVERING EN SETUP.................................................................................................................................................................21 ACTIVERING..............................................................................................................................................................................22 OPPERVLAKTEMODUS............................................................................................................
INHOUD (VERVOLG) DUIKMODI NA DUIK........................................................................................................................................................................65 OPPERVLAKTEMODUS NA DE DUIK..................................................................................................................................66 OVERGANGSPERIODE....................................................................................................................................
m n l o k N DECO p M FEET MAX j TOO FAST q DEMO i MAX h r g O2 O2 f PSI BAR O2 0 5 ATR 10 20 30 40 50 60 e a d b c PRO PLUS 2 6 PRO PLUS 2 Onderdelen: a. Selectieknop (rechts) b. LED waarschuwingslicht c. SmartGlo sensorpoort d. Volgende-knop (voor) e. Resterende luchttijd diagram f. O2 (zuurstof) diagram g. Pictogram-Afdalingspijl PictogamDecompressiebovengrens Pictogram-Opstijgpijl h. Grafisch-Maximale diepte i. Weefselverzadigingsdiagram j. Batterij-indicator k.
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
INTRODUCTIE Welkom bij Oceanic en dank u dat u de Pro Plus 2 gekocht hebt! Het is uitermate belangrijk dat u deze handleiding in volgorde doorleest en volledig begrijpt, voordat u de Pro Plus 2 gaat gebruiken. Het is net zo belangrijk dat u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding (doc. nr. 12-2262) gelezen hebt, die u bij de Pro Plus 2 krijgt. Deze bevat informatie die u moet kennen voordat u gaat duiken met de Pro Plus 2.
DIAGRAMMEN Weefselverzadigingsdiagram (TLBG) Het Weefselverzadigingsdiagram (Fig. 2a) geeft aan wat de stikstofverzadiging van het weefsel is, waarbij de relatieve nietdecompressie- of decompressiestatus getoond wordt.
Zuurstofopbouwdiagram (O2BG) Het O2 diagram (fig. 3a) geeft de zuurstofverzadiging aan, waarbij het maximum weergegeven wordt van de opgebouwde zuurstof per duik, of de opgebouwde hoeveelheid zuurstof per periode van 24 uur. Terwijl uw zuurstofblootstelling (cumulatief) groter wordt tijdens de duik, zullen er segmenten aan het diagram toegevoegd worden en als de zuurstofverzadiging vermindert, wordt het diagram kleiner.
N2 FEET Resterende luchttijd diagram (ATRBG) Het diagram van de resterende luchttijd (fig. 5a) biedt een grafische weergave van de tijd die u op uw huidige diepte kunt blijven, gevolgd door een veilige opstijging, zodat u aan de oppervlakte komt met een vooraf bepaalde hoeveelheid reservelucht. Deze berekening en weergave zijn gebaseerd op uw consumptiesnelheid van het ademgas die voortdurend gecontroleerd wordt door de Pro Plus 2.
ALFANUMERIEKE WEERGAVEN Flesdrukweergave Flesdruk (fig. 6a) wordt telkens weergegeven als de Pro Plus 2 aangesloten wordt op een fles met hoge druk terwijl de computer in de actieve werkmodus zit. Waarden van druk worden numeriek weergegeven van 0,5 BAR ( 10 PSI) tot 352 BAR (5000 PSI) met stappen van 0,5 BAR (10 PSI). b N2 FEET Door op de linkerknop (volgende) te drukken, wordt de Maximale diepte van die duik weergegeven in het gedeelte midden/links van de weergave (fig. 6c).
Tijd en datumweergaven Tijdweergaven worden in het formaat uur:minuut weergegeven (d.w.z. 1:16 betekent 1 uur en 16 minuten, niet 116 minuten!). De dubbele punt die de uren en minuten scheidt, knippert een keer per seconde als de weergave de echte tijd weergeeft (bijvoorbeeld de verstreken duiktijd) en knippert niet als projecties berekend worden (bijvoorbeeld de tijd tot vliegen). De Hoofdtijd-weergave, ziet u in het onderste/middengedeelte van de weergave (fig. 7a) en een tweede tijdsweergave (fig.
OPMERKING: Iedere numerieke en letterweergave vertegenwoordigt unieke informatie. Het is verplicht dat u de formaten, het bereik en de waarden van deze informatie begrijpt om ieder mogelijk misverstand te vermijden om fouten te voorkomen. In deze handleiding worden de informatieweergaven tot in detail beschreven samen met hun verschillende werkingsmodi die op het scherm verschijnen.
Situaties waarbij het alarm klinkt, als het aangezet is (gebruikersinstelling ON), zijn: • Ingaan van decompressiemodus. • Resterende luchttijd diagram alarm (volgens gebruikersinstelling). • Resterende luchttijd = 5 minuten. • Resterende luchttijd = 0 minuten. • Drukalarm Omkeren (gebruikersinstelling). • Alarm Einddruk (gebruikersinstelling). • PO2 = de Max PO2 Alarm (gebruikersinstelling), of = 1,60 ATA. • Alarm Afdaling dieper dan de Max diepte (gebruikersinstelling).
SMARTGLO®BACKLIGHT U activeert het achtergrondlicht door op de rechterknop (Selecteren) te drukken. • De functie SmartGlo® neemt de intensiteit waar van het aanwezige natuurlijke licht. Indien het lichtniveau laag is, wordt het achtergrondlicht geactiveerd en verlicht deze het scherm tijdens het indrukken van de knop plus een aantal extra seconden ingesteld door de gebruiker (3 tot 7 sec). • Druk nogmaals op de knop om te activeren naar wens.
Laag batterijniveau • Het voltageniveau wordt gecontroleerd tijdens activering en iedere 10 minuten tijdens het in werking zijn. • Als 75% van de energie verbruikt is, wordt alleen de laagste balk van de indicator weergegeven en het hele pictogram (fig. 9) knippert een keer per seconde als waarschuwing dat de batterij vervangen moet worden voor de volgende duik.
• Indien de unit het lage batterijniveau niet weergeeft voordat de duikmodus ingeschakeld wordt en er ontstaat een laag batterijniveau tijdens de duik, is de batterij vol genoeg om de unit werkende te houden voor de rest van die duik. De batterij-indicator verschijnt na de duik als de oppervlaktemodus ingeschakeld wordt. • Als de batterij verwijderd wordt, blijven instellingen en berekeningen voor herhalingsduiken behouden, mits u een nieuwe batterij installeert binnen 8 seconden.
N2 Hebt u eenmaal een duik uitgevoerd waarbij de unit ingesteld is als nitrox-computer (FO2 ingesteld op een numerieke waarde), dan kan hij niet geprogrammeerd worden als een luchtcomputer tot 24 uur na de laatste duik. Het woord ‘Air’ wordt niet weergegeven als optie in de FO2-modus. U kunt FO2 echter wel instellen op 21% voor gebruik met lucht. Als de FO2 ingesteld is op een waarde van 21% (fig.
• Indien de standaardfunctie ingesteld is op OFF (fig. 13) dan blijft de FO2-waarde voor herhalingsduiken hetzelfde als van te voren ingesteld, totdat het instelpunt handmatig gewijzigd wordt. WAARSCHUWING: als de unit uitgaat, wordt het FO2 instelpunt standaard teruggezet op LUCHT, ongeacht of de standaard van 50% ingesteld is op ON of OFF. Controleer daarom altijd het FO2 instelpunt voor iedere nitrox-duik en stel deze zo nodig opnieuw in. Fig.
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
ACTIVERING Om de Pro Plus 2 te activeren, drukt u op de linkerknop (Volgende) en laat u hem los. • Bij handmatige activering gaat de unit over tot de Diagnostische modus (fig. 14), waarbij alle segmenten van het LCD-scherm weergegeven worden als 8-en gevolgd door streepjes (- -), daarna volgt een aftelling van 9 tot 0. De diagnostische modus controleert de weergave en het batterijvoltage om ervoor te zorgen dat alles binnen de tolerantie valt en correct functioneert.
OPPERVLAKTEMODUS De oppervlaktemodus (fig. 15) volgt op de diagnostische modus na activering en herkent u aan het pictogram van de oppervlaktetijd. Informatie die weergegeven wordt, is duiknummer ‘0’ (nog geen duik gemaakt) temperatuur (met pictogram), actuele tijd (met pictogram), batterij-indicator en oppervlaktetijd (met knipperende dubbele punt). OPMERKING: indien de natte contacten overbrugd zijn, verschijnt het woord ‘H2O’ in plaats van het duiknummer ‘0’ (fig. 16).
N2 INSTELLINGSMODI O2 ATR Fig. 17-Instellingsmodus 1 Instellingen worden in 2 categorieën opgedeeld. Instellingsmodus #1 bevat diverse instellingen die u vaak zult wijzigen en Instellingsmodus #2 bevat de onderwerpen die waarschijnlijk niet meer veranderen als u ze eenmaal hebt ingesteld. Instellingsmodus 2 kan geopend worden door eerst de instellingen in Instellingsmodus 1 te openen of door Instellingsmodus 1 over te slaan.
N2 INSTELLINGEN OPENEN: INSTELLINGSMODUS #1 FO2 INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is voor lucht (Air), de FO2 kan ook ingesteld worden op waarden tussen de 21 en 50% met stappen van 1%. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 1 verschijnt (2 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat hem gelijk los, FO2 verschijnt dan met de waarde van het instelpunt knipperend (fig. 19).
INSTELLEN - ALARM MAXIMALE DIEPTE (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is voor 99 meter (330 voet). Het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 3 en 99 meter (30 en 330 voet) met stappen van 3 meter (1 voet). N2 FEET MAX O2 ATR Fig. 21-Alarm voor maximale diepte instellen 26 • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat ze los als SET 1 verschijnt (2 seconden). • Druk de linkerknop (Volgende) in en laat los, FO2 verschijnt met de waarde ervan knipperend.
INSTELLEN - VERSTREKEN DUIKTIJDALARM (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 3:00 (uur:minuten), het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 0:10 en 3:00 (uur:minuten) met stappen van 5 minuten. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 1 verschijnt (2 seconden). • Druk de linkerknop (Volgende) in en laat los, FO2 verschijnt met de waarde van het instelpunt knipperend. • Druk de nog 2 keer op de linkerknop (Volgende).
OPMERKING: Meer informatie over de pc-interface vindt u op pagina 74 van deze handleiding en in documenten die geleverd worden bij het pcdownloadproduct. N2 O2 ATR Fig. 23-pc-interface 28 PC-INTERFACE De pc-interface is geen instelling, het is opgenomen in het menu van SET 1 voor een gemakkelijke toegang als de gegevens uit het geheugen van de unit ingelezen worden door het pcdownloadprogramma voor opslag en weergave.
INSTELLINGEN OPENEN: INSTELLINGSMODUS #2 Deze instellingen blijven waarschijnlijk hetzelfde. Wilt u tijd besparen op de duikplek, controleer de instellingspunten dan en pas ze desgewenst aan voordat u thuis weggaat om te duiken. MEETEENHEDEN INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Als u op ieder willekeurig moment wilt terugkeren naar de oppervlaktemodus terwijl u in de Instellingenmodus bent, drukt u beide knoppen gedurende 2 seconden in.
TIJDSINDELING INSTELLEN (in de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling voor 12 uur (12: Am tot 11: Pm), u kunt de tijd ook instellen op de 24-uursindeling (0: tot 23: uur). • Druk beide knoppen tegelijkertijd in, laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los als het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten. • Druk nog 1 keer op de linkerknop (Volgende). • Het woord Hour verschijnt met een knipperende 12 (of 24) (fig.
TIJD INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Ingesteld op de locale fabriekstijd. De tijd kan ingesteld worden op waarden tussen 1:00 en 12:59 (AM/PM) of 0:00 en 23:59. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los: het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instellingspunten. • Druk 2 keer op de linkerknop (Volgende). • De tijd verschijnt met de waarde voor het uur knipperend (fig.
N2 DATUM INSTELLEN (na het instellen van de tijd) Ingesteld op de locale datum van de fabriek. De datum kunt u instellen op waarden tussen 01/01/01 en 12/31/20. Fig. 28-Jaar instellen O2 • Nadat u de tijd ingesteld en geaccepteerd hebt, verschijnt de datum met het woord dAY en de waarde van het jaar knipperend (fig. 28). • Druk op de rechterknop (Selecteren) en houd hem ingedrukt om door de jaarwaarden te bladeren met stappen van 1 jaar.
HOORBAAR ALARM INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is ON, het alarm kan ook ingesteld worden op OFF. Deze instelling is ook van toepassing op de rode LEDwaarschuwingsindicator die gesynchroniseerd is met het hoorbare alarm. Is de instelling OFF, dan klinkt het alarm niet tijdens de condities die op pagina 14 beschreven zijn. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden).
ALARM VOOR MAXIMALE WEEFSELVERZADIGINGSDIAGRAM (TLBG) INSTELLEN (tijdens oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling voor DECO (alle 8 segmenten). Het alarm voor het maximale weefselverzadigingsdiagram (TLBG) kan ingesteld worden op waarden tussen DECO (alle 12 segmenten) en 1 segment. N2 Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los, het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten.
ALARM VOOR HET RESTERENDE LUCHTTIJDDIAGRAM INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 5 minuten. Het alarm voor het resterende luchttijddiagram kan ingesteld worden op waarden van 0, 5 en 10 tot 60 minuten met stappen van 5 minuten. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los: het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten. • Druk 9 keer op de linkerknop (Volgende).
ALARM VOOR KEERDRUK INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 00 BAR/PSI (uitgezet). Het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 69 en 205 BAR (1000 tot 3000 PSI) met stappen van 17 BAR (250 PSI). N2 O2 PSI ATR Fig. 34-Alarm voor keerdruk instellen 36 • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt. • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los, zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten.
ALARM VOOR EINDDRUK INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 00 BAR/PSI (uitgezet). Het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 20 en 104 BAR (300 tot 1500 PSI) met stappen van 7 BAR (100 PSI). • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten. • Druk nog 11 keer op de linkerknop (Volgende).
ALARM VOOR RESTERENDE DUIKTIJD INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is ingesteld op 5 minuten. Het alarm voor de resterende duiktijd kan ingesteld worden op waarden tussen 0:00 en 0:20 (minuten) met stappen van 1 minuut. N2 O2 ATR Fig. 36-Alarm voor resterende duiktijd instellen 38 • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden).
ALARM VOOR MAXIMALE PO2 INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 1,60 (ATA). Het alarm kan ingesteld worden op waarden tussen 1,20 en 1,60 (ATA) met stappen van 0,10 (ATA), • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten. • Druk nog 13 keer op de linkerknop (Volgende).
STANDAARD VOOR FO2 50% INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling staat op ON, de FO2 50% standaardeigenschap kan ingesteld worden op OFF. De effecten van deze eigenschap wanneer hij ON is of OFF, zijn op pagina 19 beschreven. N2 O2 ATR Fig. 38-De FO2 50% standaard instellen 40 • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten.
DUUR VAN HET ACHTERGRONDLICHT INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is 3 seconden. De duur van het achtergrondlicht kan ingesteld worden op waarden van 0 (uitgeschakeld), 3 en 7 seconden. Dit is de tijdsduur dat het achtergrondlicht aan blijft, nadat de knop losgelaten is. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten.
OPMERKING: samplingsnelheid is het interval waarmee de gegevenssamples opgenomen worden tijdens een duik voor het downloaden naar het pc-prgramma. Deze instelling heeft geen effect op de weergegeven data of de gegevens in het leesbare log van de unit. Fabrieksinstelling is 15 seconden. De samplingsnelheid kan ingesteld worden op waarden van 2, 15, 30 of 60 seconden of 0,5, 1,5 of 3 meter (2, 5 of 10 voet). • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden).
GEBRUIKERSINSTELLING DIGITALE MEETMODUS INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is OFF. De digitale meetmodus kan ook op ON ingesteld worden. De effecten van deze eigenschap als hij ON staat of OFF is beschreven op pagina 64. • Druk beide knoppen tegelijkertijd in en laat los als SET 2 verschijnt (4 seconden). • Druk op de linkerknop (Volgende) en laat los zodat het eenhedenscherm verschijnt met knipperende instelpunten. • Druk nog 17 keer op de linkerknop (Volgende).
WAARSCHUWING: indien deze eigenschap op OFF ingesteld is, moet de Pro Plus 2 handmatig geactiveerd worden, voordat u aan een duik begint. N2 O2 ATR Fig. 42-Wateractivering instellen 44 DE WATERACTIVERING INSTELLEN (tijdens de oppervlaktemodus) Fabrieksinstelling is ingesteld op ON. De eigenschap Wateractivering kan ook op OFF ingesteld worden (uitgezet), om te voorkomen dat de unit geactiveerd wordt tijdens reizen of opslag.
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
Diepte meter (voet) NDL uur:minuut 9 (30) 4:43 (4:20) 12 (40) 2:24 (2:17) 15 (50) 1:25 (1:21) 18 (60) :59 (:57) 21 (70) :41 (:40) 24 (80) :32 (:30) 27 (90) :25 (:24) 30 (100) :20 (:19) 33 (110) :17 (:16) 36 (120) :14 (:13) 39 (130) :11 (:11) 42 (140) :09 (:09) 45 (150) :08 (:08) 48 (160) :07 (:07) 51 (170) :06 (:07) 54 (180) :06 (:06) 57 (190) :05 (:05) Niet-decompressie limieten voor een luchtduik (nog geen duik gemaakt) 46 DE PREDUIK PLANNINGSREEKS™ Oceanic adviseert
N2 FEET Toegang tot de preduik planningsreeks (tijdens de oppervlaktemodus) • • • • • • • • • Druk 1 keer op de linkerknop (Volgende). Druk op de rechterknop (Selecteren) en laat los om door de diepten/tijden te bladeren met een scherm per keer en vervolgens terug te gaan naar de oppervlaktemodus. Druk op de linkerknop (Volgende) om de vliegmodus te openen. De unit keert terug naar de oppervlaktemodus indien er 2 minuten geen knop ingedrukt wordt.
OPMERKING: De Pro Plus 2 slaat de berekeningen voor zuurstofverzadiging op voor 10 duiken die binnen een 24uursperiode worden uitgevoerd. Indien de maximale limiet voor zuurstofverzadiging overschreden is voor die dag (24uursperiode), worden alle segmenten van het O2-diagram knipperend weergegeven. Diepte/tijd waarden verschijnen niet totdat het O2-diagram afneemt tot de groene (normaal) zone (d.w.z.
N2 FEET ZUURSTOFOPBOUW DIAGRAM (fig. 46a) Indien de FO2 ingesteld is op een numerieke waarde (nitrox), voegt het zuurstofopbouw diagram (O2) segmenten toe (van groen naar rood) om de zuurstofopbouw voor die duik weer te geven of voor een 24-uursperiode (de grootste hoeveelheid wordt hierbij gekozen). a b VARIABELE OPSTIJGSNELHEIDSINDICATOR (fig. 46b) O2 De variabele opstijgsnelheidsindicator (VARI) toont hoe snel u opstijgt.
N2 FEET RESTERENDE LUCHTTIJD DIAGRAM Het resterende luchttijd diagram (fig. 48a) geeft de overgebleven ademgas-tijd weer voor 60 minuten en minder. Als de resterende tijd afneemt, worden segmenten verwijderd van het diagram vanaf rechts (groen) naar links (rood) met stappen van 5 minuten (van 60 naar 0 minuten). O2 PSI 0 5 ATR 10 20 Als de tijd afneemt tot het ingestelde alarmpunt, klinkt het hoorbare alarm met een piep en knippert het rode Waarschuwings-LED totdat dit a bevestigd wordt.
Tijdens omstandigheden waarin waarschuwingsinformatie weergegeven wordt (bijv. nietdecompressie veiligheidsstop, decompressie, hoge PO2 enz.) is er een hoofdscherm met belangrijke informatie die relevant is voor de specifieke omstandigheid. De duiker kan een ander scherm openen, maar dit zal na 3 seconden automatisch terugkeren naar het hoofdscherm. Om het achtergrondlicht te activeren tijdens een duik, druk u op de rechterknop (Selecteren).
N2 FEET Niet-decompressie duikmodus-weergave #2 (fig. 50) Informatie bevat huidige diepte, maximale diepte voor die duik met pictogram, verstreken duiktijd met pictogram, resterende duiktijd met pictogram, flesdruk en de van toepassing zijnde diagrammen. MAX • O2 PSI 0 5 ATR 10 Druk nogmaals op de linkerknop (Volgende) en laat los om weergave #3 te openen. Niet-decompressie duikmodus-weergave #3 (fig. 51) 20 Fig.
N2 FEET Niet-decompressie duikmodus-secundaire weergave (fig. 53) Druk 2 seconden op de linkerknop (Volgende) om deze weergave te zien. Informatie bevat huidige diepte, resterende luchttijd (en moduspictogram) en de van toepassing zijnde diagrammen. De weergave blijft gedurende 3 seconden op het scherm en keert dan terug naar de weergave die ervoor geselecteerd was (#1, 2, 3, 4). Niet-decompressie duikmodus-VEILIGHEIDSSTOP (fig.
DECOMPRESSIE DUIKMODUS De Pro Plus 2 is ontworpen om u te helpen door weer te geven hoe dicht u bij de niet-decompressielimiet zit. Decompressie duikmodus (fig. 55) wordt geactiveerd als de theoretische niet-decompressie limieten voor tijd/diepte worden overschreden. Als u de decompressiemodus ingaat, klinkt het hoorbare alarm en knippert het rode LED-waarschuwingslicht gedurende 10 seconden (tenzij ingesteld op OFF), of totdat u hebt bevestigd.
De decompressiestops beheren Wilt u voldoen aan uw decompressieplicht, dan moet u een veilige gecontroleerde opstijging maken naar een diepte die een beetje dieper dan of gelijk is aan de vereiste bovengrens die aangegeven wordt (fig. 56a) en decomprimeren gedurende de aangegeven stoptijd (fig 56b.) De hoeveelheid decompressie krediettijd die u krijgt, is afhankelijk van de diepte, met iets minder krediet des te dieper u zit.
N2 DECO FEET MAX Decompressie duikmodus-weergave #2 (fig. 57) Informatie bevat, huidige diepte, maximale diepte van die duik (met pictogram), verstreken duiktijd (met pictogram), totale opstijgtijd (met moduspictogram), beide pijltjes en de decobalk en de van toepassing zijnde diagrammen. • O2 PSI 0 5 ATR 10 20 Fig. 57-Deco #2 N2 DECO Decompressie duikmodus-weergave #3 (fig.
OVERTREDINGSMODI Als u in de overtredingsmodi bent, hebt u toegang tot de hiervoor beschreven alternatieve weergaven door op de linkerknop (Volgende) te drukken en kan het achtergrondlicht geactiveerd worden door op de rechterknop (Selecteren) te drukken. • De Pro Plus 2 zal automatisch terugkeren naar het hoofdscherm na 3 seconden, tenzij u op de linkerknop (Volgende) drukt om een andere informatieweergave te bekijken. Conditionele overtredingsmodus (fig.
De toegevoegde straf (decompressie) tijd, moet er eerst ‘afgewerkt’ worden, voordat u krediet krijgt voor het uitwassen. Is de straftijd eenmaal eraf gewerkt, en het uitwaskrediet begint, dan zullen de stopdiepten en tijd voor de decompressie afnemen naar nul. Het weefselverzadigingsdiagram wordt verminderd tot de gele waarschuwingszone en de Pro Plus 2 keert terug naar de nietdecompressie duikmodus.
N2 DECO FEET Verlate overtredingsmodus #2 (fig. 62) De Pro Plus 2 kan geen decompressietijden berekenen voor stopdiepten groter dan 18 meter (60 voet) en biedt geen indicatie van hoeveel tijd onder water zou resulteren in de eis voor een diepere stopdiepte. Indien de decompressieverplichting een bovengrensstop vereist tussen 18 meter (60 voet en 21 meter (70 voet), knippert het weefselverzadigingsdiagram. De totale opstijgtijd wordt weergegeven. O2 PSI 0 5 ATR 10 20 30 40 50 Fig.
Als u opstijgt boven de 99,9 meter (330 voet), zal de weergave van de huidige diepte hersteld worden, maar de maximale diepte zal slechts drie streepjes laten zien voor de rest van die duik. Het log voor die duik zal drie streepjes weergeven voor de bereikte maximale diepte. Onmiddellijke overtredingsmodus en meetmodus Tijdens een duik treedt u een onmiddellijke overtredingsmodus binnen als een bovengrens van meer dan 18 meter (60 voet) vereist is.
De Pro Plus 2 zal ook een onmiddellijke overtredingsmodus binnentreden 5 minuten na het bereiken van de oppervlakte na een duik waarin een verlate overtreding ontstond. Aan de oppervlakte geeft de meetmodus het duiknummer weer, de temperatuur, de dagtijd en het oppervlakte-interval (fig. 65). Het geeft geen FO2, PDPS of tijd tot vliegen weer en geen uitwasfuncties. De teller die verschijnt als u de tijd tot vliegen probeert te openen, geeft niet de ´tijd tot vliegen´ weer.
N2 O2 FEET PSI O2 0 5 ATR 10 20 30 Fig.
HOGE ZUURSTOFOPBOUW Het O2-diagram geeft de opgebouwde zuurstof aan tijdens die nitroxduik of gedurende de herhalingsduiken op nitrox die u binnen een 24uursperiode uitvoert: afhankelijk welke van de twee zuurstofwaarden groter is op dat moment. De gele waarschuwingszone van het O2-diagram biedt u een gemakkelijke manier om voortdurend in de gaten te houden hoe dicht u al bij de limieten van zuurstofblootstelling u komt.
N2 FEET GEBRUIKERSINSTELLING DIGITALE MEETMODUS Als de digitale meetmodus ingesteld is op ON, dan zal de Pro Plus 2 dienst doen als digitale dieptemeter/timer zonder berekeningen uit te voeren voor zuurstof of stikstof. MAX Dagtijd en verstreken duiktijd worden ook weergegeven. O2 PSI 0 5 ATR 10 • Druk op de linkerknop om de resterende luchttijd te zien gedurende 3 seconden in plaats van de verstreken duiktijd (fig. 70). Fig.
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
OPPERVLAKTEMODUS NA DE DUIK Als u opstijgt tot 1 meter (3 voet) of ondieper, gaat de Pro Plus 2 over in de oppervlaktemodus en start hij met het bijhouden van uw oppervlakte-interval. OVERGANGSPERIODE De eerste 10 minuten zijn in feite een overgangsperiode waarin de volgende informatie weergegeven wordt (fig. 71): • • • • • N2 • • O2 • Gedurende de overgangsperiode hebt u toegang tot de logmodus. Er zijn geen andere modi (d.w.z. PDPS, vliegen, uitwassing, instellingen, pc) toegankelijk.
Het log van die duik bekijken (fig. 72) Kijk op pagina 64 voor een omschrijving van de logmodusweergaven. • • • • • Druk 1 keer op de linkerknop (Volgende). Druk 1 keer op de rechterknop (Selecteren) om het gegevensscherm van nitrox te bekijken. Druk nogmaals op de rechterknop (Selecteren) om het gegevensscherm van zuurstof (bij een nitrox-duik) te bekijken. Druk tegelijkertijd gedurende 2 seconden op beide knoppen om terug te keren naar de oppervlaktemodus.
N2 NA DE OVERGANGSPERIODE (DE EERSTE 2 UUR) Voor de rest van de eerste 2 uur nadat u aan de oppervlakte bent gekomen, wordt informatie weergegeven zoals in de oppervlaktemodus (fig. 73) en hebt u volledige toegang tot andere modi (bijv. PDPS, vliegen, uitwassing, log, instellingen enz.). Het achtergrondlicht activeren • Druk op de rechterknop (Selecteren). O2 ATR Fig. 73-Oppervlaktemodus (>10 min) N2 FEET Toegang tot de preduik planningsreeks (Kijk ook op pagina 46) • • • O2 ATR Fig.
N2 Toegang tot de teller voor de vliegtijd (tijdens de oppervlaktemodus) • Druk 2 maal op de linkerknop (Volgende). • De teller voor de vliegtijd (fig. 75) begint 10 minuten nadat u aan de oppervlakte gekomen bent, met aftellen (na de overgangsperiode) en het woord FLY wordt weergegeven met een teller die bij 23:50 (uur:min) begint en aftelt tot 0:00 (uur:min). • Indien er een overtreding ontstaan is tijdens de duik, verschijnt er één streepje (-) in plaats van de letters FLY.
LOGMODUS Informatie over uw laatste 24 duiken wordt opgeslagen in het Log zodat u ze kunt bekijken. De eerste duik van een nieuwe ´activeringsperiode´ is #1, dan #2 enz. Nadat er 24 duiken verzameld zijn, zal iedere volgende duik de oudste duik in het log overschrijven (d.w.z. de meest recente duik wist de oudste). Loginformatie gaat niet verloren als de batterij verwijderd wordt, maar fabrieksonderhoud wist de gegevens wel.
N2 Toegang tot de logmodus en het eerste scherm bekijken (tijdens de oppervlaktemodus) • • Druk 4 keer op de linkerknop (Volgende). Het eerste scherm van de meest recente duik verschijnt en geeft weer (fig. 77): • Het pictogram van de duiklogmodus. • Duiknummer • Tijd/datum dat de duik begon. O2 ATR Toegang tot het tweede scherm van het log (stikstofgegevens) • Druk 1 keer op de rechterknop (Selecteren) (tijdens het bekijken van de tijd/datum).
N2 Toegang tot het derde scherm van het log (zuurstofgegevens) • • • • • O2 Druk 1 keer op de rechterknop (Selecteren), tijdens het bekijken van de stikstofgegevens. Weergegeven wordt dan: Pictogram van de logmodus FO2 en waarden ingesteld voor die duik Maximale PO2-niveau dat bereikt is tijdens die duik en de letters PO2 O2-diagram dat de zuurstoflading aan het einde van de duik weergeeft. ATR Fig.
N2 NATTE CONTACTEN Indien de letters H2O verschijnen tijdens de vliegmodus (fig. 81) en de uitwasmodus (fig. 82) die afwisselend weergegeven worden 2 uur na een duik, is dat een indicatie dat de water geactiveerde contacten overbrugd worden (ze zijn nog steeds nat) en dat de unit schoongemaakt moet worden in kraanwater en goed gedroogd. O2 Een contact bevindt zich tussen de knoppen en het andere contact onderaan de steel van de rechterknop (Selecteren).
GEGEVENS NAAR EEN PC DOWNLOADEN Met behulp van speciale linkhardware kunnen de duikgegevens gedownload (gekopieerd) worden van de Pro Plus 2 naar een IBMcompatibel pc-programma dat draait onder een Windows®besturingsprogramma. De vereisten voor compatibiliteit en de instructies worden bijgeleverd bij het optionele download-pakket dat u bij uw geautoriseerde Oceanic-dealer kunt krijgen.
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
N2 DEMO SIMULATIEMODUS Deze modus geeft u de mogelijkheid met diverse scenario’s van duikmodi en computerfuncties te oefenen, terwijl u de verschillende weergaven bekijkt. • • O2 • ATR Fig. 84-Simulatiemodus Toegang en instellen (tijdens de echte oppervlaktemodus) N2 DEMO • • • • O2 ATR Fig. 85-Instellen van demometing 76 Het SmartGlo achtergrondlicht werkt zoals normaal.
N2 • Druk op de rechterknop (Selecteren) en laat los om te schakelen tussen meetmodus ON en OFF. • Druk op de linkerknop (Volgende) om de instelling te accepteren en door te gaan naar de DEMO: NI-O2 met CUR (of NEW) knipperend (fig. 86). Wanneer ingesteld op NEW, worden berekeningen gebaseerd op nul resterende stikstof en zuurstofverzadiging (een schone duik). Indien ingesteld op CUR, worden de berekeningen gebaseerd op alle reststikstof en overgebleven zuurstofopbouw van vorige ‘echte’ duiken.
N2 • • DEMO • O2 • ATR Fig. 88-Demo FO2 instellen • • N2 DEMO • O2 PSI 0 5 ATR 10 20 30 40 50 60 Fig. 89-Demo duikmodus 78 Druk op de rechterknop (Selecteren) en laat los om te schakelen tussen druk ON en OFF. Druk op de linkerknop (Volgende) om de instelling te accepteren en terug te keren naar de Demo oppervlaktemodus waarbij het DEMO-pictogram knippert.
N2 Afdalen Hint: snel tikken (<2 seconden) op de rechterknop (Selecteren) start/ stopt de afdalingen en tijdversnelling. Snel tikken op de linkerknop (Volgende) geeft toegang tot de alternatieve weergaven. • • • • • • • Terwijl het pijltje naar beneden knippert, tikt u (drukken en loslaten) op de rechterknop (Selecteren) om een afdaling te beginnen met een snelheid van 1,5 meter (5 voet) per daadwerkelijke seconde. Tik op de rechterknop (Selecteren) tijdens de afdaling om de afdaling te stoppen.
N2 FEET DEMO Afdalen De opstijgsnelheid kan ingesteld worden op 1 of 3 voet per seconde (fps) (0,1 of 1 mps), voordat u aan de opstijging begint. Wilt u de snelheid tijdens een opstijging wijzigen, dan moet u eerst stoppen. • O2 PSI 0 5 ATR 10 • Fig. 92-Opstijging ingesteld op 1fps • N2 FEET TOO FAST • DEMO • • • O2 PSI 0 5 ATR 10 20 Fig. 93-Opstijging ingesteld op 3 fps 80 • Houd de linkerknop (Volgende) gedurende 2 seconden ingedrukt en u hebt toegang tot een Opstijgsnelheid van 1 fps.
Boven komen van een gesimuleerde duik • De simulator gaat de Demo oppervlaktemodus in (fig. 94), nadat u opgestegen bent tot 1 meter (3 voet) of ondieper. • Druk op de rechterknop (Selecteren) en houd deze ingedrukt gedurende 4 seconden om de tijdversnelling te openen. Het kleine klokpictogram begint te knipperen. • Tik op de rechterknop (Selecteren) om het oppervlakte-interval te vergroten met 1 minuut per daadwerkelijke seconde.
DI RESP O VER Wees een VERANTWOORDELIJKE DUIKER altijd en overal N SI LE B
WAARSCHUWING: Voordat u duikt met de Pro Plus 2 moet u ook de Oceanic Duikcomputer Veiligheids- en Referentiehandleiding lezen en begrijpen. De handleiding bevat belangrijke waarschuwingen en veiligheidsaanbevelingen en algemene productinformatie.
BESCHERMING EN SCHOONMAKEN Bescherm uw Pro Plus 2 tegen schokken, extreme temperaturen, chemische stoffen en geknoei met de apparatuur. Bescherm de lens tegen krassen met een transparante instrumentlens beschermer. Kleine krasjes verdwijnen natuurlijk onder water. • Week de Pro Plus 2 en maak hem schoon met kraanwater aan het einde van iedere duikdag en controleer de unit om ervoor te zorgen dat de gebieden rond de lage druk (diepte) sensor (fig. 95a), de interfacepoort voor het downloaden (fig.
O DI RESP Uw Pro Plus 2 terugsturen naar Oceanic: • Sla alle duikgegevens in het log op en/of download de gegevens uit het geheugen. Alle gegevens worden gewist als de unit het fabrieksonderhoud ondergaat. • Bescherm het pakket door het in dempingsmateriaal in te pakken. • Voeg een leesbaar briefje toe waarop de specifieke reden voor retour vermeld staat, uw naam, adres, telefoonnummer overdag, het serienummer en een kopie van uw originele aankoopbon en de garantieregistratiekaart.
OPMERKING: U moet de onderstaande procedures nauwkeurig opvolgen. Schade als gevolg van een onjuiste batterijvervanging, valt niet onder de beperkte garantie van 2 jaar. BATTERIJ VERVANGEN Het batterijcompartiment moet alleen geopend worden in een droge en schone omgeving met extreme voorzichtigheid om te voorkomen dat er vocht of stof binnenkomt.
Batterij verwijderen Controleer de achterkant van de behuizing om het batterijklepje te vinden (fig. 96a): • Verwijder de 4 schroeven die het batterijklepje op zijn plaats in de behuizing houdt, door tegen de klok in te schroeven. • Til het klepje op en uit de behuizing. • Til de batterij op met de pluspool (+) eerst en til hem uit het batterijcompartiment. • Verwijder de O-ring van het batterijklepje en inspecteer deze op tekenen van slijtage of vervorming.
Vocht in het batterijcompartiment • Indien u vocht vindt, is het het beste dat de unit geïnspecteerd en schoongemaakt wordt door een geautoriseerde Oceanicdealer. • Indien het nodig is het batterijcompartiment schoon te maken, spoel het compartiment en alle onderdelen dan om met een oplossing van 50% witte azijn en 50% kraanwater. Spoel na met kraanwater en laat het een nacht drogen of blaas het droog met een haardroger (die ingesteld is op ‘geen warmte’).
Installatie van het batterijklepje • Zorg ervoor dat de batterij op in de juiste richting licht en dat de O-ring recht ligt. • Plaats het batterijklepje voorzichtig op zijn plek, zodat het bovenop de O-ring licht en draai de 4 schroeven aan (met de klok mee), terwijl u het klepje op zijn plek houdt. GEBRUIK GEEN andere schroeven. • Draai de schroeven voorzichtig om beurten een slag aan (fig. 99).
SPECIFICATIES KAN GEBRUIKT WORDEN ALS • Luchtcomputer • Nitroxcomputer • Digitale dieptemeter/timer NIET-DECOMPRESSIE MODEL Basis: • Aangepast algoritme van Haldane • 12 weefselcompartimenten Database: • Duikwetenschap en technologie (DSAT) - Rogers/ Powell Uitvoering: • Halfwaardetijden van de weefselcompartimenten (minuten) ‘M’-waarden van Spencer, 5, 10, 20, 40, 80, 120, 160, 200, 240, 320, 40, 480 • Reciproque eliminatie onder de oppervlakte • 60 minuten oppervlakte kredietcontrole voor compartimenten d
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE MODI (DUIKEN) Niet-decompressie duik: • #1-Huidige diepte, resterende duiktijd, flesdruk, diagrammen • #2-Huidige diepte, resterende duiktijd, maximale diepte, verstreken duiktijd, flesdruk, diagrammen • #3-Huidige diepte, resterende duiktijd, temperatuur, dagtijd, flesdruk, diagrammen • #4-indien een nitrox-duik-Huidige diepte, resterende duiktijd, huidige PO2, flesdruk, diagrammen • Secundair- Huidige diepte, resterende luchttijd, flesdruk, diagrammen • Veiligheidssto
SPECIFICATIES (VERVOLG) WEERGAVEBEREIK/RESOLUTIE Numerieke weergaven: • Duiknummer • Diepte • Maximale diepte • FO2 instelpunt • PO2-waarde • Resterende duiktijd • Resterende luchttijd • Totale opstijgtijd • Veiligheidsstoptijd • Decompressiestoptijd • Verstreken duiktijd • Oppervlaktetijd • Duiklog oppervlakte-interval • Tijd tot vliegen • Temperatuur • Flesdruk Bereik: 0 tot 24 0 tot 99,9 meter (0 tot 330 voet) 99,9 m (330 ft) Lucht, 21 tot 50% 0,00 tot 5,000 ATA 0:00 tot 9:59 uur:min 0:00 tot 9:59 uur:
SPECIFICATIES (VERVOLG) Diagrammen Weefselverzadigingsdiagram: segmenten: Zuurstof (O2) diagram: • • • 9 2 1 Normale zone (groen) Waarschuwingszone (geel) Gevarenzone (rood) 18 m (60 ft) & ondieper Dieper dan 18 m (60 ft) Niet-decompressiezone (groen) Niet-deco waarschuwingszone (geel) Decompressie waarschuwingszone (rood) Variabele opstijgsnelheidindicator: • • • • • Normale zone (groen) Normale zone (groen) Normale zone (groen) Waarschuwingszone (geel) Te snel zone (rood knipperend) segmenten:
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE PRESTATIE (VERVOLG) Hoogte: •Operationeel vanaf zeeniveau tot 4.267 meter (14.000 voet) verhoging •Meet iedere 30 minuten de omgevingsdruk en indien handmatig geactiveerd (niet als de natte contacten overbrugd worden) •Compenseert voor hoogte bij handmatige activering (geen compensatie indien geactiveerd door onderdompeling in water) •Compensatie begint op 610 meter (2.000 voet) hoogte en iedere 305 meter (1.
SPECIFICATIES (VERVOLG) OPERATIONELE PRESTATIE (VERVOLG) Instellen FO2: •Automatisch ingesteld op Lucht bij activering •Blijft op lucht ingesteld tenzij er een numerieke FO2-waarde ingesteld wordt. •Nitrox-instelpunten van 21 tot 50% •Indien ingesteld op 21% blijft de instelling 215 tenzij het gewijzigd wordt. •Indien ingesteld op >21%, keert de instelling terug naar 50% 10 minuten na de duik indien de FO2 Standaard op ON ingesteld is.
Addendum Voor de bedieningshandleidingen en gebruiksaanwijzingen van duikcomputers Weergaven van het oppervlakte-interval De volgende informatie is een correctie van de gegevens voor duikcomputers met 3 cijfers met betrekking tot de weergaven van het oppervlakte-interval Het weergavenbereik van het oppervlakte-interval onder ‘Specificaties’ aan het einde van de bedieningshandleidingen wordt weergegeven met 0:00 tot 23:00 (uur:min).
Verwijstekst van de fabrikant ter informatie voor de consument (§9 alinea 2 ElektroG i.V.m. §10 alinea 3). • Gebruikte elektronische en elektrische apparaten mogen, volgens de Europese richtlijnen [1], niet meer bij het ongesorteerde afval ingeleverd worden. Ze moeten gescheiden geregistreerd worden. Het symbool van de afvalemmer op wielen verwijst naar de noodzaak van gescheiden afvalinzameling.
INSPECTIE / ONDERHOUDSRECORD O Gekocht bij _________________________ DI RESP Aankoopdatum _____________________ VER Serienummer ______________________ N SI LE B Onderstaande dient ingevuld te worden door een geautoriseerde Oceanic-dealer: Datum 98 Onderhoud uitgevoerd Dealer / Specialist
HERSTELFUNCTIE Deze duikcomputer is uitgerust met een HERSTELfunctie waarmee gegevens gewist kunnen worden, waaronder stikstof- en zuurstofberekeningen, FO2-instelpunt, logmodus invoer en downloadgegevens. WAARSCHUWING: Indien de computer hersteld wordt en vervolgens gebruikt wordt door dezelfde duiker voor een herhalingsduik, kan ernstig letsel of dood tot gevolg hebben.
OCEANIC® USA 2002 Davis Street San Leandro, CA 94577 Tel: 510-562-0500 Fax: 510-569-5404 http://www.OceanicWorldWide.com © 2002 Design 2002 Doc. No.