Operation Manual
165165
165165
165
HOOGTE CONTROLE EN AANPASSINGHOOGTE CONTROLE EN AANPASSING
HOOGTE CONTROLE EN AANPASSINGHOOGTE CONTROLE EN AANPASSING
HOOGTE CONTROLE EN AANPASSING
Voordat u de eerste duik van een serie herhalingsduiken uitvoert, controleert de VT3
de HOOGTE (de omgevingsdruk) als u hem activeert en vervolgens iedere 15 minuten,
totdat u een duik maakt.
> Metingen worden iedere 15 minuten gedaan gedurende 24 uur na de laatste duik,
terwijl de ATOM in horlogemodus werkt.
> Metingen worden alleen uitgevoerd als de eenheid droog is.
> Er worden 2 metingen gedaan: de tweede 5 seconden na de eerste. De metingen
moeten binnen 30 cm (1 voet) met elkaar overeenstemmen om de omgevingsdruk als
de huidige HOOGTE te laten gelden.
Het wiskundige model in de ATOM houdt rekening met de verminderde niet-
decompressietijd die beschikbaar is volgens de richtlijnen van de NOAA (National
Oceanic and Atmospheric Administration).
Duikt u in een bergmeer tussen 610 en 4.270 meter (2.000 en 14.000 voet) dan past de
ATOM zich automatisch aan deze omstandigheden aan en biedt hij u de juiste dipete,
verkorte niet-decompressietijden en zuurstofopbouwlimieten in stappen van 305 meter
(1000 voet).
Er kunnen geen aanpassingen uitgevoerd worden als de eenheid natte contacten heeft.
Op een hoogte van 610 meter (2.000 voet) wijzigt de dieptecalibratie automatisch van
meter zeewater naar meter zoetwater. Dit is de eerste aanpassing in het algoritme.