Operation Manual
6
Network Management Utility instellingen configureren
6-46 Network Management Utility
– Sectie SSL-instelling
SSL ingeschakeld/uitgeschakeld:
Selecteer Ingeschakeld om SSL te gebruiken om te verzenden tus-
sen de server en de client. Selecteer Uitgeschakeld om de te ver-
zenden zonder SSL te gebruiken.
Om de opgegeven instellingen toe te passen, moet de Network
Management Utility-server opnieuw worden opgestart. (Raadpleeg
“De server opnieuw opstarten” op pagina 2-8.)
Certificaat:
Klik op de knop Informatie om informatie weer te geven over het
servercertificaat dat wordt gebruikt wanneer SSL-verzending wordt
aangevraagd van een externe certificeringsinstantie.
2 Klik op de knop [Toepassen]. Voor het annuleren van de bewerking klikt
u op de knop [Annuleren].
!
Detail
Raadpleeg “SSL-verzendinstellingen configureren” op pagina 6-46 voor
details over SSL-verzendingen.
SSL-verzendinstellingen configureren
Om SSL-verzendingen uit te voeren, moet de communicatie tussen de Net-
work Management Utility-server en -clients worden gecodeerd.
1 Zorg ervoor dat SSL ingeschakeld/uitgeschakeld in de sectie SSL-
instelling is ingesteld op Ingeschakeld (zaosl beschreven in “Beveili-
gingsinstellingen voor Network Management Utility opgeven” op
pagina 6-44).
2 De Network Management Utility-server opnieuw opstarten. (Raadpleeg
“De server opnieuw opstarten” op pagina 2-8.)
3 Gebruik “https://<server_naam>:<poort_nummer>/” om de client te
starten.
Een dialoogvenster wordt geopend met de vraag de gegevens van het
beveiligingscertificaat te bevestigen.
4 Klik op de knop [Ja] om de SSL-verzending uit te voeren.