Operation Manual
6
Network Management Utility instellingen configureren
6-34 Network Management Utility
E-mail-overdracht/ontvangstinstellingen
1 Dubbelklik op het pictogram [E-mailfunctie/-server] (Één keer klikken in
de HTML-modus) om het E-mailfunctie/-server scherm weer te geven.
2 Als u een Java-modus gebruikt en de menustructuur van Serverinstel-
ling niet is uitgevouwen, dubbelklikt u op de volgende pictogrammen:
[Serverinstelling] % [E-mail instellen] % [E-mailfunctie/-server].
3 Configureer de instellingen in de sectie E-mailserver instellen zoals
hieronder weergegeven.
–
Adres SMTP-server:
Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in.
–
SMTP-poortnummer:
Voer het poortnummer van de SMPT-server in. Het standaard
poortnummer is 25.
–
Gebruik POP voor SMTP:
Schakel dit selectievakje in als de POP-account en het wachtwoord
moeten worden gecontroleerd vóór de SMTP-verzending.
Wanneer u deze functie gebruikt, zijn de POP-instellingen vereist.
–
Adres POP3-server:
Voer de hostnaam of het IP-adres van de POP3-server in.
–
POP3-poortnummer:
Voer het poortnummer van de POP3-server in. Het standaard
poortnummer is 110.
–
E-mailadres (Van):
Voer het e-mailadres van de Network Management Utility-server in