Operation Manual

Network Management Utility instellingen configureren
6
Network Management Utility 6-19
2 Geef de SNMP-instelling op die wordt gebruikt wanneer wordt gezocht
naar het apparaat dat moet worden toegevoegd.
Sectie SNMP-instelling
SNMPv1:
selecteer deze optie wanneer u apparaten zoekt die compatibel zijn
met SNMPv1.
Community-naam zoeken:
geef de naam op van de leescommunity die moet worden gebruikt
wanneer u apparaten zoekt die compatibel zijn met SNMPv1.
SNMPv3:
selecteer deze optie wanneer u apparaten zoekt die compatibel zijn
met SNMPv3.
Gebruikersnaam:
voer de gebruikersnaam in die moet worden gebruikt wanneer ap-
paraten worden gezocht die compatibel zijn met SNMPv3.
Contextnaam:
voer de contextnaam in die moet worden gebruikt wanneer appa-
raten worden gezocht die compatibel zijn met SNMPv3.
Beveiligingsniveau:
selecteer Geen verif./Geen Priv, Verif./Geen Priv of Verif./Priv voor
het beveiligingsniveau wanneer apparaten worden gezocht die
compatibel zijn met SNMPv3.
Verificatiewachtwoord (Verif.):
geef het verificatiewachtwoord (Verif) op wanneer het Beveiligings-
niveau is ingesteld op Verif/Geen Priv of Verif/Priv.
Privacy wachtwoord (Priv):
Type in the privacy (Priv) password when Security Level is set to
Auth/Priv.
3 Nadat alles is zoals u het wilt, klikt u op de knop [Toepassen]. Voor het
annuleren van uw instellingen klikt u op de knop [Annuleren] in plaats
van [Toepassen].
2
Opmerking
Het kan 20 of 30 seconden duren, nadat u op de knop [Toepassen] heeft
geklikt, totdat het apparaat wordt toegevoegd. Wacht totdat de procedu-
re afgesloten is.
In de Java-modus verschijnt een dialoogvenster dat de resultaten van de
adrestoekenning toont. In de HTML-modus verschijnen de resultaten in
het scherm Apparaat toevoegen.