Operation Manual

Gebruik van multisetting
5
Network Management Utility 5-7
5.3 Een multisetting-bewerking uitvoeren
Een sjabloon ophalen
1 Dubbelklik in het menu Multisetting op het pictogram van het apparaat
waarvan u de sjabloon wilt ophalen (één keer klikken in de HTML-
modus). Het scherm Multisetting verschijnt.
2 Selecteer in het scherm Multisetting de sjabloon die u wenst (wanneer
u de HTML-modus gebruikt, selecteert u het keuzerondje naast de sja-
bloonnaam), en klik vervolgens op de knop [Ophalen].
3 Selecteer in de apparatenlijst die verschijnt, het keuzerondje van de
sjabloon waarvan u de instellingen wenst, en klik vervolgens weer op
de knop [Ophalen]. Controleer in de pictogrammenboom Sjablooni-
tems die verschijnt, de instellingen van de sjabloon. Door in de Java-
modus op de knop [Alles uitvouwen] te klikken wordt de hele boom
geëxpandeerd. Klik op de knop [Alles samenvouwen] om de openge-
vouwen structuur te sluiten.
4 Nadat alles is zoals u het wilt, klikt u op de knop [OK].
De instellingen van een opgehaalde sjabloon toepassen
1 Selecteer in de getoonde apparatenlijst de sjabloon van het apparaat
waarvan u de instellingen wilt toepassen voor multisetting (selecteer bij
gebruik van de HTML-modus het keuzerondje van de sjabloon).
U kunt een apparaatsjabloon niet gebruiken voor multisetting of
geen informatie weergeven over de sjabloon met de Informatie-
knop als de sjabloon nooit opgehaald is.
2 Nadat alles is zoals u het wilt, klikt u op de knop [Herstellen].
3 Selecteer de [Groep]-keuzerondjes van de apparaten waarvoor u de
sjabloon wilt toepassen, en klik vervolgens weer op de knop [Herstel-
len].
Er verschijnt een bevestigingsmelding die vraagt, of u de instellingen
van alle apparaten wilt overschrijven met de opgehaalde sjabloonin-
stellingen die u geselecteerd hebt in stap 3.
4 Klik op de knop [OK], om de instellingen te vervangen.
Op dit moment kunt u geen instellingen wijzigen die apart per ap-
paraat gedaan moeten worden (zoals het netwerkadres).