Operation Manual

4
Apparaatbeheer
4-6 Network Management Utility
4.3 Functies
Hieronder worden de functies beschreven van de knoppen in het scherm
voor apparaatbeheer en -configuratie.
-
Status
Toont een grafische voorstelling van de apparaatstatus en de soorten
opties waarmee het apparaat is uitgerust.
-
Netwerk
Toont tabbladen voor het configureren van netwerkinstellingen voor het
apparaat.
-
Systeem
Toont gedetailleerde informatie over het apparaat en maakt ook de con-
figuratie van apparaatinstellingen mogelijk.
-
Afdrukken
Toont de afdrukinstellingen.
-
Scannen
Toont alleen de scanstatus van scanapparaten.
-
Tellen
Toont de tellerwaarden voor het afdrukken, scannen en fouten. Deze
waarden gaan terug tot maximaal één jaar.
-
Apparaatserver
Opent een nieuw venster van de webbrowser en geeft toegang tot de ge-
entegreerde pagina met de webconfiguratie van het apparaat.
-
Apparaat verbinden
Een knop Apparaat verbinden verschijnt alleen tijdens de weergave van
een apparaatpaneel van een apparaat dat is verbonden met Apparaat-
verbinding instellen. Door te klikken op de knop Apparaat verbinden
verschijnt het apparaatpaneel van het verbonden apparaat. Kijk voor in-
formatie over apparaatverbindingsinstellingen bij “Apparaatverbindings-
instellingen configureren” op pagina 6-22.