Operation Manual
Gebruik van de Network Management Utility client
3
Network Management Utility 3-9
4 De lijst Discovery-netwerk / bereik toont het lokale netwerk dat bij de
Network Management Utility server hoort. Telkens wanneer de Net-
work Management Utility server opstart, wordt het lokale netwerk dat
bij de server hoort, automatisch toegevoegd aan de opsporingsberei-
klijst. Als het netwerk om een of andere reden niet opgespoord kan
worden, of als u andere netwerken wilt toevoegen, klik dan op de knop
[Toevoegen].
5 Voer een netwerkadres en subnetmasker in.
– Typ voor het specificeren van een adresbereik de desbetreffende
IP-adressen in Zoeken vanaf en Opsporing tot.
6 Om een specifiek netwerkbereik uit het gezochte gebied te verwijde-
ren, selecteer u het netwerk in de lijst Discovery-netwerk/bereik en klikt
u vervolgens op de knop [Verwijderen]. Wanneer het bevestigingsbe-
richt verschijnt, klikt u op de knop [OK].
7 Als u ook wilt zoeken naar RFC-1759 printer-MIB compatibele appara-
ten van andere fabrikanten, vink dan het aankruisvakje naast de optie
Generische apparaatopsporing activeren in het deel Apparaatopspo-
ring aan. Klik op [Toepassen].
2
Opmerking
Wanneer Network Management Utility wordt opgestart terwijl een SNMP-
agent actief is op de server waarop Network Management Utility is geïn-
stalleerd, is het mogelijk dat het lokale netwerk niet wordt opgespoord.
Zet de SNMP-actief in dat geval uit of voeg het lokale netwerk handmatig
toe aan het opsporingsbereik.