Operation Manual

Table Of Contents
14
Bijlage
14-16 CS 193/173/163
Geheugen RX Met deze functie wordt het ontvangen document opgeslagen in het geheugen
en op aanvraag afgedrukt.
Geheugenoverloop Een omstandigheid waarbij het faxgeheugen vol raakt terwijl gescande docu-
menten of tijdelijk opgeslagen documenten worden opgeslagen.
Gemengd origineel Dit is een functie waarmee u documenten van verschillende formaten kunt de-
tecteren en verzenden.
Gesl. netwerk RX Met deze functie worden alleen verzendingen geaccepteerd van ontvanger-
machines met een overeenkomend wachtwoord.
Groeperen Groepering van meerdere nummers voor verkort kiezen. Deze functie is nuttig
wanneer bepaalde adressen vaak worden gebruikt voor sequentieel verzen-
den of voor bewerkingen Sequentieel opvragen RX.
Handmatige verzending Een bewerking om een fax te verzenden terwijl de status van de ontvangende
machine wordt gecontroleerd.
Hoofdscan De bewerking van het optisch scannen van het document en het converteren
naar afbeeldingsgegevens.
Hoofdscanrichting Scanrichting die het orgineel draait.
Inbindpositie Dit is een functie voor het opgeven van de inbindpositie van een dubbelzijdig
document dat is verzonden via de ADF. Er is een inbindpositie bovenaan/on-
deraan, waarbij de inbindpositie bovenaan of onderaan het document ligt en
er is een inbindpositie links/rechts, waarbij de inbindpositie aan de linker- of
rechterkant van het document is en de bovenkant en onderkant van de tweede
zijde van het document verschillen.
Kader wissen Met deze functie kan de zwarte schaduw rond het document worden gewist
om vervolgens de fax te verzenden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren tijdens het
scannen van het document dat als een boekje is gevormd of wanneer een do-
cument wordt gescand terwijl de ADF open is.
Kiesmethode Er zijn drie typen: PB (toonkiezen (push-button)), 10PPS (pulskiezen bij 10 pps)
en 20PPS (pulskiezen bij 20 pps).
Lang origineel Een instelling voor het verzenden van documentpagina's die langer zijn dan
het A3-formaat (420mm). Lange documenten kunnen worden verzonden door
het opgeven van de instelling voor lange originelen.
LDAP Afkorting voor Lightweight Directory Access Protocol. Dit protocol wordt op
een TCP/IP-netwerk, zoals het Internet of een intranet gebruikt om toegang te
krijgen tot een database voor het beheer van omgevingsinformatie en de
e-mailadressen van netwerkgebruikers.
Naam afzender De naam die is toegewezen aan de lokale machine. Op de machine van de af-
zender wordt deze naam afgedrukt als onderdeel van de stempel van de af-
zender aan de rand van de verzonden tekst.
Ontvangen Dit is de omstandigheid waarbij de faxmachine een oproep beantwoordt.
Opnieuw kiezen Dit is een functie om een faxnummer opnieuw te kiezen nadat een bepaalde
tijd wordt gewacht, zoals wanneer de lijn van de ontvanger bezet is.
u kunt ervoor kiezen om het nummer handmatig of automatisch opnieuw te
kiezen.
Pauze Een tijdelijk onderbreking tijdens het kiezen. Op deze machine vormt elke pau-
ze een onderbreking van één seconde tijdens het kiezen.
PB Toontoestel
Pc-fax Een functie voor het rechtstreeks verzenden van een fax vanaf een computer
zonder papier te gebruiken.
Polling Dit is een functie voor het verzenden van een document dat op de machine is
geladen of in het geheugen worden opgeslagen wanneer dit door de ontvan-
ger wordt gevraagd.
Programma Dit is een functie voor het registreren van faxnummers van ontvangers naar wie
faxen vaak worden verzonden en ontvangen en voor procedures voor vooraf
ingestelde verzendbewerkingen. Door op de programmatoets te drukken,
wordt het adres opgegeven en kan de communicatie automatisch worden uit-
gevoerd met de opgegeven functies.
Proxy-ontvangst in geheugen Dit is een functie voor het automatisch opslaan van het ontvangen document
in het geheugen wanneer de machine het ontvangen document niet kan af-
drukken, bijvoorbeeld wanneer het papier in de machine opraakt. Wanneer er
meer papier wordt geladen, wordt het tijdelijk opgeslagen document afge-
drukt.
Term Definitie