Operation Manual

CS 193/173/163 14-15
Bijlage
14
14.6 Verklarende woordenlijst voor de fax
De woorden die vaak worden gebruikt met betrekking tot faxbewerkingen worden hieronder beschreven.
Deze woordenlijst bevat ook termen met betrekking tot functies die niet op deze machine zijn
geïmplementeerd.
Term Definitie
Aantal originelen Wordt gebruikt voor een snelle geheugenverzending om de fax te verzenden
met het totaal aantal pagina's. Hiermee kan de gebruiker controleren of alle
pagina's al dan niet zijn ontvangen (in geval van geheugenverzending, wordt
het totaal aantal pagina's automatisch toegevoegd).
Achtergrond verwijderen Deze functie verzendt een document nadat de helderheid van de achtergrond-
kleur van het document is aangepast.
Adresboek Dit is een functie om de faxnummers van vaak gebruikte bestemmingen te re-
gistreren. Wanneer u adressen in het adresboek registreert, kunt u de bestem-
mingsnamen registreren en tekens zoeken. Dit maakt het mogelijk een
bestemming op te geven met behulp van de zoektekens voor een snelle
selectie.
Batchverzending Met deze functie wordt een document alleen automatisch verzonden op een
opgegeven tijdstip als de verzendvoorwaarden, zoals de bestemming, de ver-
zendtijd, de geheugenverzending of de resolutie zijn opgeslagen in hetzelfde
documentgeheugen.
Bestand opnieuw verzenden Dit is een functie waarmee u opnieuw kunt proberen een specifiek document
dat in het geheugen is opgeslagen en nog niet is verzonden, te verzenden naar
dezelfde of een andere bestemming.
Boekkopie Met deze functie kunt u een fax, boek of catalogus verzenden waarbij het voor-
blad, het achterblad en de linker- en rechterpagina's als afzonderlijke pagina's
worden verzonden.
bps Dit is een afkorting voor bits per seconde.
Dit staat voor het aantal gegevens dat in 1 seconde wordt verzonden als een-
heid van de gegevensoverdracht.
Buitenlandse communicatie Dit is een functie waarmee u kunt communiceren met een buitenlandse ont-
vanger. Als een buitenlandse communicatiemodus is ingesteld, wordt de fax
verzonden met een lagere snelheid. Wanneer u een buitenlandse verzendmo-
dus opgeeft, wordt de faxverzending gegarandeerd wanneer u een fax ver-
zendt naar een locatie waar de verzendvoorwaarden zwak zijn, zelfs binnen het
land.
Bulletin Met deze functie worden documenten verzonden die moeten worden weerge-
geven of worden de documenten die via afvragen moeten worden verzonden,
opgeslagen.
Contr. best. & verzend. Een functie waarmee een fax pas wordt verzonden wanneer het opgegeven
faxnummer overeenkomt met de faxnummerinformatie (CSI) van de machine
van de ontvanger. Dit verhindert verkeerd omgeleide verzendingen omdat er in
dit geval een verzendfout optreedt als de nummers niet overeenkomen.
ECM Afkorting voor de modus Fout opnieuw verzenden van de G3-communicatie.
Deze modus bevestigt of de gegevens al dan niet correct werden verzonden
naar de ontvanger. Als dat niet zo is, worden dezelfde gegevens opnieuw ver-
zonden. In deze machine wordt opgegeven of de ontvanger is ingesteld voor
de ECM-modus en de communicatie in de ECM-modus gebeurt, tenzij ECM
Uit is opgegeven.
Faxnummer afzender De identificatiecode voor de wederzijdse herkenning wanneer faxen worden
verzonden. Normaal wordt het faxnummer geregistreerd als de fax-ID.
F-Code Dit is de communicatieprocedure voor het gebruik van het subadres van T.30*
die is gestandaardiseerd door ITU-T (international telecommunication union),
geleverd door de Japanse Communications Industrial Corporation. Bij de
communicatie tussen faxmachines met de F-codefunctie, kunnen verschillen-
de functies die de F-code gebruiken, worden gebruikt, zelfs als de fabrikanten
van de faxmachines verschillen. Op deze machine wordt de F-code gebruikt
in de bulletin boards, relay-aanvragen, relay-verzendingen, vertrouwelijke
communicatie en wachtwoordverzending. (*Communicatiestandaard)
G3 Dit is een faxcommunicatiemodus die is gestandaardiseerd door de ITU-T
(International Telecommunication Union). De communicatiemodi zijn G3 en
G4. G3 is momenteel de meest gebruikte modus.
Geheugen Ruimte voor het tijdelijk opslaan van gegevens. Wordt gebruikt voor het opge-
ven van communicatierichtlijnen of voor het opslaan van documenten die
moeten worden doorgestuurd.