Operation Manual
Table Of Contents
- CS193/CS173/CS163 Netwerkfaxbewerkingen
- Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 Voordat u de functies Netwerkscan/Fax/Netwerkfax gebruikt
- 3 Bedieningspaneel/ tiptoetsscherm
- 3.1 Bedieningspaneel
- 3.2 Tiptoetsscherm
- 3.2.1 Schermlay-out
- 3.2.2 Weergeven met/zonder optionele instellingen
- 3.2.3 Weergave en bediening van het linkerpaneel
- Opdr.lijst
- Opdr.lijst - Verwijderen
- Opdr.lijst - Opdrachtdetails
- Functie controle - Functiecontrole
- Functie controle - Functiecontrole - Adres controleren/Registreren
- Functie controle - Functiecontrole - Scaninstellingen
- Functie controle - Functiecontrole - Origineel instellingen
- Functie controle - Functiecontrole - Communicatie-instellingen
- Functie controle - Functiecontrole - E-mailinstellingen controleren
- 4 Registratie van basisinformatie
- 5 Gegevens verzenden
- 5.1 Bewerkingsstroom
- 5.2 Menustructuur in de Fax/Scan-functie
- 5.3 Basisscherm voor fax-/scanbewerkingen
- 5.3.1 Schermlay-out
- 5.3.2 Adresboek
- 5.3.3 Directe invoer
- 5.3.4 Directe invoer - Fax TX
- 5.3.5 Directe invoer - E-mail
- 5.3.6 Directe invoer - Gebruikersbox
- 5.3.7 Directe invoer - Internetfax TX
- 5.3.8 Directe invoer - IP-adres fax TX
- 5.3.9 Directe invoer - Scan naar SMB
- 5.3.10 Directe invoer - Scan naar FTP
- 5.3.11 Directe invoer - WebDAV
- 5.3.12 Directe invoer - Webservice
- 5.3.13 Opdr. historie (G3)
- 5.3.14 Adres zoeken - Gedetailleerd zoeken
- 5.3.15 Adres zoeken - Geavanceerd zoeken
- 5.3.16 Hoorn van haak (G3)
- 5.4 Scaninstellingen
- 5.4.1 Basis - Origineeltype
- 5.4.2 Basis - Simplex/Duplex
- 5.4.3 Basis - Resolutie
- 5.4.4 Bestandstype
- File Type
- Scaninstellingen
- Codering - Coderingsniveau, Wachtwoord, Documentmachtigingen en Detailinstellingen
- Codering - Wachtwoord
- Codering - Documentmachtigingen
- Codering - Detailinstellingen - Afdrukken toegestaan/Kopiëren van tekst, afb. en overig mogelijk
- Codering - Detailinstellingen - Wijzigen toegestaan
- Stempelcombinatiemethode
- 5.4.5 Scaninstellingen - Densiteit
- 5.4.6 Scaninstellingen - Afzonderl. scan
- 5.4.7 Afb. aanpassen
- 5.4.8 Wissen
- 5.4.9 Boek scannen - Boek kopie
- 5.4.10 Toepassing - Scanformaat
- 5.4.11 Toepassing - Annotatie
- 5.4.12 Toepassing - Stempel/Compositie - Datum/tijd
- 5.4.13 Toepassing - Stempel/Compositie - Paginanummer
- 5.4.14 Toepassing - Stempel/Compositie - Stempel
- 5.4.15 Toepassing - Stempel/Compositie - Koptekst/Voettekst
- Koptekst/voettekst oproepen
- Controle/Tijd. wijzigen
- Controle/Tijd. wijzigen - Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen
- Controle/Tijd. wijzigen - Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen - Tekst
- Controle/Tijd. wijzigen - Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen - Datum/tijd
- Controle/Tijd. wijzigen - Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen - Overige
- Controle/Tijd. wijzigen - Pag.
- Controle/Tijd. wijzigen - Kleur
- Controle/Tijd. wijzigen - Tekstformaat
- 5.4.16 Toepassing - Verz. & afdruk
- 5.4.17 Toepassing - TX stempel (G3/IP/I-FAX)
- 5.4.18 Documentnaam (E-mail/Gebruikersbox/SMB/FTP/WebDAV/I-FAX)
- 5.5 Origineelinstellingen
- 5.6 Communicatie-instelling
- 5.7 Opnieuw kiezen (G3/IP)
- 6 Gegevens ontvangen (G3/IP/I-fax)
- 7 Nuttige functies (G3/IP/I-fax)
- 8 Uitleg van rapporten/lijsten
- 8.1 Types rapporten/lijsten
- 8.2 Algemene lijsten
- 8.3 Gemeenschappelijke rapporten/lijsten voor G3/IP/I-FAX
- 8.4 Rapporten uitgevoerd in G3 fax-bewerkingen
- 8.4.1 Polling TX rapport
- 8.4.2 Polling RX rapport
- 8.4.3 Sequentieel opvragen RX rapport
- 8.4.4 TX reserveringsrapport
- 8.4.5 Reserveringsrapport Afvragen TX
- 8.4.6 Reserveringsrapport Verzenden TX
- 8.4.7 Reserveringsrapport opvragen RX één bestemming
- 8.4.8 Sequentieel opvragen RX reserveringsrapport
- 8.4.9 Vertrouwelijk Rx rapport
- 8.4.10 Bulletin TX rapport
- 8.4.11 Relay rapport
- 8.4.12 Rapport ordening relay aanvraag
- 8.4.13 PC-Fax TX-foutrapport
- 8.5 Rapporten uitgevoerd in internetfaxbewerkingen
- 8.6 Rapporten uitgevoerd in IP-bewerkingen
- 9 Gebruikersfunctie-instellingen
- 9.1 Menustructuren in de gebruikersfunctie
- 9.2 Adres/gebruikersbox
- 9.2.1 Het scherm Adres/gebruikersbox weergeven
- 9.2.2 Adresboek - E-mail
- 9.2.3 Adresboek - Gebruikersbox
- 9.2.4 Adresboek - Fax
- 9.2.5 Adresboek - PC (SMB)
- 9.2.6 Adresboek - FTP
- 9.2.7 Adresboek - WebDAV
- 9.2.8 Adresboek - IP-adres FAx TX
- 9.2.9 Adresboek - Internetfax TX
- 9.2.10 Groep
- 9.2.11 E-mailinstel. - E-mail onderwerp (E-mail/I-fax)
- 9.2.12 E-mailinstel. - E-mail tekst (E-mail/I-fax)
- 9.2.13 Scan/Fax-programma
- Scan/Faxprogramma registreren
- Kopieerprogr. reg. - Naam
- Kopieerprogr. reg. - Adres
- Kopieerprogr. reg. - URL notif. adres
- Functiecontrole
- Functiecontrole - Controleer adres
- Functiecontrole - Scaninstellingen controleren
- Functiecontrole - Controleer orig. instellingen
- Functiecontrole - Communicatie-instellingen
- Functiecontrole - E-mailinstellingen controleren
- Functiecontrole - Controleer URL- notif. adres
- Verwijderen
- 9.2.14 Gebruikersbox maken - Vertrouwelijke gebruikersbox (G3)
- 9.2.15 Gebruikersbox maken - Bulletin board gebruikersbox (G3)
- 9.2.16 Gebruikersbox - Relay gebr.box (G3)
- 9.2.17 Ref. permissie instellingen - Adresniveauinstelling
- 9.3 Gebruikersinstellingen
- 10 Beheerdersfunctie-instellingen
- 10.1 Geef eerst deze instellingen op
- 10.2 Menustructuur in de beheerdersfunctie
- 10.3 Beheerderinstelling (E-Mail/Gebruikersbox/SMB/FTP/WebDAV)
- 10.4 Beheerderinstellingen (G3)
- 10.4.1 Systeeminst. - Energiespaarinstelling - Energiespaarfunctieopenen
- 10.4.2 Systeeminst. - Uitvoerinst. - Afdruk/faxuitvoerinst. - Fax
- 10.4.3 Systeeminst. - Beperkte gebruikerstoegang
- 10.4.4 Systeeminst. - Stempelinst. - Fax TX-inst.
- 10.4.5 Faxinstelling - Koptekstinformatie
- 10.4.6 Faxinstelling - Koptekst/Voettekst positie TTI/RTI
- 10.4.7 Faxinstelling - Telefoonlijninstellingen
- 10.4.8 Faxinstelling - TX/RX instelling
- 10.4.9 Faxinstelling - Functieinstelling
- Functie AAN/UIT instelling - F-code TX
- Functie AAN/UIT instelling - Relay RX
- Functie AAN/UIT instelling - Relay afdruk
- Functie AAN/UIT instelling - Bestem. controle weergavefunctie
- Geheugen RX instelling
- Gesl. netwerk RX instelling
- Doorschak TX inst.
- Onvolledige TX vasthouden (Incompl. in wacht)
- PC-Fax RX instelling
- TSI gebruikersboxinstelling
- TSI gebruikersboxinstelling - Gebruikersbox TSI-distributie registreren
- TSI gebruikersboxinstelling - Gebruikersbox TSI-distributie registreren - TSI boxinstellingen gebruiken
- 10.4.10 Faxinstelling - PBX-verbind. instelling
- 10.4.11 Faxinstelling - Overzicht instellingen
- 10.4.12 Faxinstelling - Opdrachtinstellingenlijst
- 10.4.13 Faxinstelling - Multilijninstelling
- 10.4.14 Beveiligingsinstellingen - Beveiligingsdetails
- 10.5 Beheerderinstelling (IP/I-fax)
- 10.5.1 Systeeminst. - Energiespaarinstelling - Energiespaarfunctie openen
- 10.5.2 Systeeminst. - Uitvoerinst. - Afdruk/faxuitvoerinst. - Fax
- 10.5.3 Systeeminst. - Beperkte gebruikerstoegang
- 10.5.4 Systeeminst. - Stempelinstellingen - Fax TX-inst.
- 10.5.5 Faxinstelling - Koptekstinformatie
- 10.5.6 Faxinstelling - Koptekst/Voettekst positie
- 10.5.7 Faxinstelling - Telefoonlijninstellingen (IP)
- 10.5.8 Faxinstelling - TX/RX instelling
- 10.5.9 Faxinstelling - Functieinstelling
- 10.5.10 Faxinstelling - Overzicht instellingen - Uitvoerinst.
- 10.5.11 Faxinstelling - Opdrachtinstellingenlijst
- 10.5.12 Faxinstelling - Netwerkfaxinstellingen
- 10.5.13 Beveiligingsinstellingen - Beveiligingsdetails
- 11 Faxstuurprogramma
- 11.1 Overzicht
- 11.2 Het faxstuurprogramma installeren
- 11.3 Instellingen faxstuurprogramma (Windows)
- 11.3.1 Een fax verzenden
- 11.3.2 Instellingen
- 11.3.3 De instellingen voor het tabblad Fax opgeven
- 11.3.4 De instellingen voor het tabblad Basis opgeven
- 11.3.5 De instellingen voor het tabblad Opmaak opgeven
- 11.3.6 De instellingen voor het tabblad Stempel/Samenstelling opgeven
- 11.3.7 De instellingen voor het tabblad Configureren opgeven
- 11.3.8 Een telefoonboek gebruiken
- 11.3.9 De instellingen van het stuurprogramma opslaan
- 12 Web Connection
- 13 Probleemoplossing Fax/Scan-functie
- 14 Bijlage
- 15 Index

CS 193/173/163 14-11
Bijlage
14
IPsec De beveiligingstechnologie die wordt gebruikt met TCP/IP. Er kan een service met
een verhoogde beveiliging worden geboden door de codering van transmissiepak-
ketten en het authenticatieprotocol op te geven.
IPv6 Afkorting voor Internet Protocol versie 6.
Een protocol dat werd ontwikkeld om het momenteel gebruikte IPv4-protocol te ver-
vangen en een groter aantal apparaten biedt dat het internet kan gebruiken.
Extra verbeteringen omvatten 128-bits IP-adressen en extra beveiligingsfuncties.
IPX Een van de protocollen die worden gebruikt met NetWare. Gebruikt op de netwerk-
laag van het OSI-referentiemodel.
Java Een programmeertaal ontwikkeld door Sun Microsystems. Deze taal werkt op de
meeste computers, ongeacht het type geïnstalleerde hardware en het besturingssy-
steem. Om Java-toepassingen uit te voeren is echter een besturingsomgeving met
de naam "Java Virtual Machine (Java VM)" vereist.
Kerberos Een soort netwerkverificatiesysteem dat door Windows 2000 of hoger wordt ge-
bruikt. Wordt gebruikt bij de Active Directory-verificatie. Gebruikers kunnen op een
veilige en efficiënte manier worden geverifieerd met een verificatie in twee fasen (ge-
bruikersaanmelding en gebruik netwerkbronnen) op een betrouwbare site die op het
netwerk is ingesteld.
LAN Afkorting voor Local Area Network. Een netwerk dat computers op dezelfde verdie-
ping, in hetzelfde gebouw, in aangrenzende gebouwen, enz. verbindt.
LDAP Afkorting voor Lightweight Directory Access Protocol. Dit protocol wordt op een
TCP/IP-netwerk, zoals het Internet of een intranet gebruikt om toegang te krijgen tot
een database voor het beheer van omgevingsinformatie en de e-mailadressen van
netwerkgebruikers.
LPD Afkorting voor Line Printer Daemon. Een printerprotocol dat TCP/IP gebruikt en plat-
formonafhankelijk is. Dit protocol werd oorspronkelijk ontwikkeld voor BSD UNIX,
maar is nu het standaard afdrukprotocol en kan met elke gangbare computer worden
gebruikt.
LPR/LPD Afkorting voor Line Printer Request/Line Printer Daemon. Een afdrukmethode via een
netwerk in een Windows NT- of UNIX-systeem. Wanneer TCP/IP wordt gebruikt, kunt
u afdrukgegevens vanaf Windows of Unix via een netwerk uitvoeren naar een printer.
MAC-adres Afkorting voor Media Access Control-adres. Met een speciaal ID-nummer voor elke
Ethernet-kaart, kunnen gegevens worden verzonden en ontvangen tussen de kaar-
ten. Een nummer bestaat uit 48 bits. De eerste 24 bits bestaan uit een speciaal num-
mer voor elke IEEE die de productie controleert en toewijst. De laatste 24 bits
bestaan uit een uniek nummer dat door de fabrikant aan de kaart is toegewezen.
MH Afkorting voor Modified Huffman. Een coderingsmethode voor gegevenscompressie
voor faxverzendingen. Documenten die hoofdzakelijk tekst bevatten, worden ge-
comprimeerd tot ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijk formaat.
MIB Afkorting voor Management Information Base. In een TCP/IP-verzending, maakt dit
systeem gebruik van SNMP om het formaat te definiëren voor de beheergegevens
voor een groep netwerkapparaten. Er zijn twee formaten: de fabrikantspecifieke per-
soonlijke MIB en de gestandaardiseerde MIB.
Miniatuur Een kleine afbeelding die de inhoud van een afbeeldings- of documentbestand toont
(de afbeelding die wordt weergegeven wanneer het bestand wordt geopend).
MMR Afkorting voor Modified Modified Read. Een coderingsmethode voor gegevenscom-
pressie voor faxverzendingen. Documenten die hoofdzakelijk tekst bevatten, worden
gecomprimeerd tot ongeveer 1/20 van hun oorspronkelijk formaat.
NetBEUI Afkorting voor NetBIOS Extended User Interface. Een netwerkprotocol dat door IBM
werd ontwikkeld. Door gewoon de computernaam op te geven kunt u een klein net-
werk bouwen.
NetWare Netwerkbesturingssysteem dat door Novell werd ontwikkeld. NetWare IPX/SPX
wordt gebruikt als het communicatieprotocol.
NTLM Afkorting voor NT LAN Manager. Gebruikersauthenticatiemethode die wordt gebruikt
door Windows NT of later. Met de MD4- en MD5-coderingsmethoden worden wacht-
woorden gecodeerd.
NTP Afkorting voor Network Time Protocol. Het protocol om de interne klok van de com-
puter correct aan te passen via het netwerk. In een hiërarchische methode wordt de
tijd aangepast terwijl de server op het hoogste niveau werkt met een GPS om de cor-
recte tijd te verkrijgen. Elke host op een lager niveau zal daarna deze tijd gebruiken.
OCR Afkorting voor Optical Character Reader. Een apparaat of software die handschrift of
gedrukte documenten converteert naar tekstgegevens door ze optisch te scannen,
deze gegevens vergelijkt met een vooraf opgeslagen patroon en de tekens
identificeert.
Term Definitie