Operation Manual

Table Of Contents
11
Faxstuurprogramma
11-36 CS 193/173/163
11.3.7 De instellingen voor het tabblad Configureren opgeven
Een optie selecteren
U kunt bepalen of een optie moet worden ingeschakeld zodat de functies van deze machine beschikbaar zijn
via het faxstuurprogramma.
Als de geïnstalleerde opties niet zijn ingesteld via het tabblad Configureren, kunt u de optiefunctie niet
gebruiken met het faxstuurprogramma. Zorg dat u bij het installeren van de opties, de correcte instellingen
definieert.
1 Open het venster Printers of Printers en faxapparaten.
Voor Windows 2000/NT 4.0 klikt u op de knop [Start], wijst u "Instellingen" aan en klikt u op
"Printers".
Klik voor Windows XP/Server 2003 klikt u op de knop [Start] en vervolgens op "Printers en
faxapparaten".
Klik voor Windows Vista op de knop [Start] om het Configuratiescherm te openen, selecteer
"Printer" onder "Hardware en geluiden".
Als "Printers en faxapparaten" niet verschijnt in het Start-menu van Windows XP/Server 2003, opent
u het Configuratiescherm via het Start-menu. Selecteer "Printers en andere hardware" en selecteer
vervolgens "Printers en faxapparaten".
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram "xxxxxxx Fax" en klik vervolgens op "Eigenschappen".
3 Klik op het tabblad Configureren.
4 Selecteer de opties die u wilt opgeven onder "Apparaatoptie".
5 Selecteer de station van de optie die is geïnstalleerd van de vervolgkeuzelijst "Instelling".
2
Opmerking
Als een "Model" beschikbaar is onder "Apparaatoptie", selecteert u het model dat moet worden
gebruikt.
Klik op de knop [Apparaatinformatie ophalen] om met deze machine te communiceren en de status van
de instellingen die op deze machine zijn opgegeven, af te lezen. U kunt deze functie niet gebruiken als
u niet verbonden bent of niet in staat bent met deze machine te communiceren. De verbinding kan
worden opgegeven door te klikken op de knop [Instellingen ophalen].