Operation Manual

CS 193/173/163 11-9
Faxstuurprogramma
11
5 Selecteer "Lokale printer die met deze computer is verbonden" en klik vervolgens op de knop
[Volgende].
– Schakel het selectievakje "Mijn Plug en Play-printer automatisch detecteren en installeren" uit.
6 Klik op "Nieuwe poort maken" en selecteer "Standaard TCP/IP-poort" als het type poort.
7 Klik op [Volgende].
De wizard Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt gestart.
8 Klik op [Volgende].
9 Voer in het vak "Printernaam of IP-adres" het IP-adres voor deze machine in en klik dan op de knop
[Volgende].
– Ga naar stap 10 als het dialoogvenster Extra poortgegevens nodig verschijnt.
– Ga naar stap 13 als het scherm Voltooien verschijnt.
10 Selecteer "Aangepast" en klik vervolgens op de knop [Instellingen].
11 Wijzig de instellingen volgens de poort en klik vervolgens op de knop [OK].
– Voor een LPR-verbinding selecteert u "LPR" en voert u vervolgens "Printen" in het vak
"Wachtrijnaam" in.
– Voor een Poort9100-verbinding selecteert u "RAW" en voert u het RAW poortnummer
(standaard 9100) in het vak "Poortnummer" in.
– De hier ingevoerde informatie is hoofdlettergevoelig.
12 Klik op [Volgende].
13 Klik op de knop [Voltooien].
De wizard Printer toevoegen verschijnt.
14 Klik op de knop [Bladeren].
15 Klik op de knop [Bladeren].
16 Geef de gewenste map op van de cd-rom die het faxstuurprogramma bevat en klik vervolgens op de
knop [Openen].
– Selecteer de opgegeven map volgens het printerstuurprogramma, het besturingssysteem en de taal
die worden gebruikt.
17 Klik op [OK].
De lijst "Printers" wordt weergegeven.
18 Klik op [Volgende].
19 Volg de instructies op het scherm.
– Als het dialoogvenster Windows Logo-test of Digitale handtekening verschijnt, klikt u op [Toch
doorgaan].
20 Wanneer de installatie voltooid is, controleert u of de icoon van de geïnstalleerde printer in het venster
Printers en Faxen verschijnt.
21 Verwijder de CD-ROM uit het CD-ROM station.
Hiermee is de installatie van het faxstuurprogramma voltooid.
2
Opmerking
Als zowel "RAW poortnummer" als "LPD instelling" zijn ingeschakeld in de netwerkinstellingen van deze
machine, controleert u de beschikbare printerpoorten en wijzigt u, indien nodig, de instellingen.
Raadpleeg de handleiding – Afdrukbewerkingen voor meer informatie.