Operation Manual

Table Of Contents
CS 193/173/163 10-45
Beheerdersfunctie-instellingen
10
10.5.8 Faxinstelling – TX/RX instelling
Raadpleeg "Faxinstelling – TX/RX instelling" op pagina 10-23 voor de instellingsprocedure.
!
Detail
Om de instelling voor [Afdrukpapierform.] in te schakelen, stelt u [cassette selectie voor RX afdruk] in
op "Auto".
De beschikbare ladetypes verschillen afhankelijk van de opties die zijn geïnstalleerd.
Wanneer u in de kleurmodus ontvangt, worden documenten altijd geregistreerd op Volledig formaat.
Wanneer u ontvangt in de kleurenmodus, kunt u [Afzonderlijke faxpagina´s afdrukken] niet selecteren.
10.5.9 Faxinstelling – Functieinstelling
Functie AAN/UIT instelling – Bestem. controle weergavefunctie
Raadpleeg "Functie AAN/UIT instelling – Bestem. controle weergavefunctie" op pagina 10-29 voor de
instellingsprocedure.
Geheugen RX instelling
Raadpleeg "Geheugen RX instelling" op pagina 10-30 voor de instellingsprocedure.
10.5.10 Faxinstelling – Overzicht instellingen – Uitvoerinst.
Activiteitenrapport
Raadpleeg "Activiteitenrapport" op pagina 10-35 voor de instellingsprocedure.
TX rapport
Raadpleeg "TX-rapport" op pagina 10-36 voor de instellingsprocedure.
Sequentieel TX rapport
Raadpleeg "Sequentieel TX rapport" op pagina 10-36 voor de instellingsprocedure.
Verzendresultatenrapport
Raadpleeg "Verzendresultatenrapport" op pagina 10-38 voor de instellingsprocedure.
Contr. TX result.rapport
Raadpleeg "Contr. TX result.rapport" op pagina 10-39 voor de instellingsprocedure.