Operation Manual

Table Of Contents
10
Beheerdersfunctie-instellingen
10-30 CS 193/173/163
Geheugen RX instelling
1 Bepaal of de geheugenfunctie moet worden gebruikt.
2 Om de functie in te schakelen, moet u het wachtwoord voor het afdrukken opgeven.
3 Druk op [Nee].
4 Voer een wachtwoord in via de cijfertoetsen (maximaal 8 cijfers).
Nadat u de Geheugen RX-functie hebt ingeschakeld, kunt u de volgende items niet opgeven.
- Fax RX instelling
- TSI gebruikersboxinstelling
- Doorschak TX instelling
!
Detail
Raadpleeg de handleiding – Mapbewerkingen voor meer informatie over het afdrukken van
documenten die in Geheugen RX gebruikersbox zijn opgeslagen.
Gesl. netwerk RX instelling
1 Geef op of de gesloten netwerk RX-functie moet worden gebruikt.
2 Om de functie in te schakelen, moet u het wachtwoord voor gesloten RX-bewerkingen opgeven.
3 Druk op [Nee].
4 Voer een wachtwoord in via de cijfertoetsen (maximaal 4 cijfers).