Operation Manual

Table Of Contents
10
Beheerdersfunctie-instellingen
10-16 CS 193/173/163
10.4.4 Systeeminst. – Stempelinst. – Fax TX-inst.
% Selecteer of de stempelinstelling moet worden geannuleerd wanneer een fax wordt verzonden.
10.4.5 Faxinstelling – Koptekstinformatie
% Registreer het afzenderadres en het faxnummer die zijn afgedrukt op het document dat door de
ontvanger is ontvangen.
Afzender
De geregistreerde naam wordt afgedrukt als de afzendergegevens op het document dat door de ontvanger
is ontvangen. Er kunnen maximaal 30 tekens worden ingevoerd.