Operation Manual

Table Of Contents
7
Nuttige functies (G3/IP/I-fax)
7-6 CS 193/173/163
7.5 Relay distributie (G3)
7.5.1 Relay distributie
Deze functie slaat een faxdocument op dat in een relaystation moet worden verzonden en verzendt het
vervolgens vanaf het relaystation naar de bestemmingen. Als het verzenden naar externe geadresseerden
vaak voorkomt, kunnen de algemene communicatiekosten worden verlaagd in vergelijking met individuele
bestemmingen door een relaystation en bestemmingen per gebied te groeperen.
Een faxmachine die werkt als een relaystation waarvoor de relayaanvraag is verstrekt, wordt een relay
instructiestation genoemd.
Een faxmachine die faxen van een relay instructiestation ontvangt en ze doorstuurt, wordt een relay
distributiestation genoemd.
Deze relay distributiefunctie is alleen beschikbaar wanneer de relay distributiemachine een model is dat over
de F-codefuncties beschikt.
Deze optie kan niet worden gebruikt met de volgende functies:
- Afvragen TX
- Opvragen RX
- Bulletinregistratie
- Bulletin Opvragen RX
- Wachtwoord TX
7.5.2 Om de relay distributie in te schakelen
Deze machine kan werken als een relay distributiestation en als een relay instructiestation.
Raadpleeg "Faxen verzenden naar een relay distributiestation" op pagina 7-7 voor de procedure voor het
verzenden van een fax vanaf deze machine als een relay instructiestation.
Om deze machine als een relay distributiestation te kunnen gebruiken, moet u een relay gebruikersbox
opgeven voor het opslaan van de documenten die moeten worden gedistribueerd via een relay station en
bestemmingen.
Om bestemmingen op te geven, moet u vooraf een groepsbestemming opgeven.
2
Opmerking
Raadpleeg de handleiding – Mapbewerkingen voor details over de procedure voor het maken van relay
gebruikersboxen.
Bronstation Relay-tussenstation
Eindstation
Interlokale
Lokale oproep
Eindstation
oproep