Operation Manual
CS 193/173/163 2-51
Instelitems volgens bewerking
2
!
Detail
Selecteer de authenticatiemethode die wordt gebruikt door de LDAP-server die wordt gebruikt.
Raadpleeg de handleiding voor de LDAP-server die wordt gebruikt voor meer informatie.
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
LDAP Server Name Geef de naam op van de LDAP-server.
Server Address Geef het adres van de LDAP-server op. (Notatie:
"***.***.***.***", bereik voor ***: 0 tot 255)
Als de DNS-server is opgegeven, kan het adres worden op-
gegeven met de hostnaam.
Dit item kan ook worden opgegeven met IPv6.
Adres van de server
Port Number Standaardinstelling: 389
Geef het poortnummer op.
Poortnummer voor de
server
Search Base Geeft het startpunt voor de zoekopdracht op in een hiƫrar-
chische structuur die op de LDAP-server is geplaatst. Zoek-
acties worden uitgevoerd via de map op het startpunt en via
de submappen onder de map.
Search base
Timeout Geef de maximale wachtduur op voor een zoekbewerking.
Max. Search Results Geef het maximum aantal bestemmingen op dat moet wor-
den weergegeven na een zoekopdracht.
Authentication Method Selecteer de authenticatiemethode die wordt gebruikt voor
het aanmelden op de LDAP-server.
Als "anonymous" is geselecteerd, is het niet nodig de aan-
meldingsnaam, het wachtwoord en de domeinnaam op te
geven.
Wanneer "GSS-SPNEGO" is geselecteerd, meldt de machi-
ne zich aan op de server met de Kerberos-authenticatieme-
thode. De Kerberos-authenticatiemethode wordt
ondersteund door Active Directory.
Authenticatiemethode
voor de server
Login Name Voer de aanmeldingsnaam in voor het aanmelden op de
LDAP-server (tot 255 tekens).
Password Voer het wachtwoord in voor het aanmelden op de LDAP-
server (tot 128 tekens).
Domain Name Voer de domeinnaam in voor het aanmelden op de LDAP-
server (tot 64 tekens).
Als "GSS-SPNEGO" is geselecteerd, geeft u de domein-
naam op voor Active Directory.
Authentication Method
Domain Name
Select Server Authenti-
cation Method
Geef de serverauthenticatiemethode op.
Als "Set Value" is geselecteerd, worden de opgegeven aan-
meldingsnaam, het wachtwoord en de domeinnaam ge-
bruikt.
Als "Use User Authentication" is geselecteerd, worden de
gebruikersnaam en het wachtwoord gebruikt die voor de ex-
terne serverauthenticatie worden gebruikt.
Wanneer "Dynamic Authentication" is geselecteerd, kunt u
een gebruikersnaam en wachtwoord aanvragen voor het
zoeken van adressen (LDAP).
Use Referral Selecteer "ON" om de verwijzingsfunctie te gebruiken.
Initial Setting for Search
Details
Geef de voorwaarden op voor het uitvoeren van een gede-
tailleerde LDAP-zoekactie.