Operation Manual

2
Instelitems volgens bewerking
2-4 CS 193/173/163
Apparaat instellen
1 Selecteer [5 Netwerkinstelling] op het scherm Beheerderinstelling van het bedieningspaneel.
2 Selecteer [5 Detailinstellingen].
3 Selecteer [1 Apparaat instellen].
Standaard Gateway Om het IP-adres rechtstreeks op te geven, geeft u de stan-
daard gateway op van het netwerk dat moet worden
verbonden.
Standaard gateway van
deze machine
Dynamische DNS-
instelling
Om de hostnaam die is opgegeven met [DNS hostnaam] au-
tomatisch te registreren voor de DNS-server die de functie
Dynamische DNS ondersteunt, selecteert u [Activeren].
Of Dynamische DNS
wordt gebruikt
DNS hostnaam Geef de hostnaam op van deze machine (tot 63 tekens).
DNS-domein auto
verkrijgen
Bepaal of de DNS-domeinnaam automatisch moet worden
opgevraagd.
Dit item is ingeschakeld wanneer DHCP is uitgeschakeld.
Of automatisch ophalen
beschikbaar is met
DHCP
DNS standaard
domeinnaam
Als de DNS-domeinnaam niet automatisch wordt opge-
haald, geeft u de naam op van het domein waarbij deze ma-
chine hoort (maximaal 255 tekens, inclusief de hostnaam).
Standaard domeinnaam
DNS zoeken
domeinnaam 1 tot 3
Voer de domeinnaam voor het zoeken van de DNS in (maxi-
maal 255 tekens, inclusief de hostnaam).
DNS-server auto
verkrijgen
Bepaal of het DNS-serveradres automatisch moet worden
opgevraagd.
Dit item is ingeschakeld wanneer DHCP is uitgeschakeld.
Of automatisch ophalen
beschikbaar is met
DHCP
Voorkeur DNS server Als het DNS-serveradres niet automatisch wordt opgehaald,
moet u het adres van de voorkeurs-DNS-server opgeven.
Adres van de server
Secundaire DNS-server
1 en 2
Geef het adres op van een alternatieve DNS-server. Adres van de server
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
MAC adres Toont het MAC-adres van de netwerkinterfacekaart van
deze machine.
Netwerksnelheid Geef de netwerksnelheid op.