Operation Manual
2
Instelitems volgens bewerking
2-144 CS 193/173/163
2.39.3 User Auth/Account Track
1 Selecteer het tabblad Security in de beheerdersfunctie van Web Connection.
2 Selecteer "Authentication".
3 Selecteer "User Auth/Account Track".
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
No. Toont het registratienummer.
External Server Name Geef de naam op van de externe authenticatieserver (tot
32 tekens).
External Server Type Selecteer "LDAP".
Server Address Geef het adres van de LDAP-server op. (Notatie:
"***.***.***.***", bereik voor ***: 0 tot 255)
Als de DNS-server is opgegeven, kan het adres worden op-
gegeven met de hostnaam.
Dit item kan ook worden opgegeven met IPv6.
Adres van de server
Port No. Geef het poortnummer op. Poortnummer voor de
server
Search Base Geeft het startpunt voor de zoekopdracht op in een hiƫrar-
chische structuur die op de LDAP-server is geplaatst. Zoe-
kopdrachten worden uitgevoerd door ook de onderliggende
submappen onder het startpunt dat werd opgegeven op te
nemen.
Timeout Geef de maximale wachtduur op voor een zoekbewerking.
Authentication Method Selecteer de authenticatiemethode die wordt gebruikt voor
het aanmelden op de LDAP-server.
Authenticatiemethode
voor de server
Search Attribute Als "Digest-MD5" is geselecteerd als de authenticatiemetho-
de, geeft u het zoekkenmerk op.
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
General Settings Selecteer "ON (External Server)".