Operation Manual
2
Instelitems volgens bewerking
2-96 CS 193/173/163
Voor gedistribueerde afdrukservice van NetWare 5.x/6 Novell (NDPS)
0 Voordat u de instellingen voor NDPS instelt, moet u controleren of de NDPS-broker en NDPS-manager
werden gemaakt en geladen.
0 Controleer ook of het TCP/IP-protocol is opgegeven in de NetWare-server, of het IP-adres is
opgegeven voor deze machine en of deze machine werkt.
1 Meld u op NetWare aan als een beheerder vanaf een client-computer.
2 Start NWadmin.
3 Klik met de rechtermuisknop op "Organization" of "Organizational unit" container waar een printeragent
is gemaakt.
4 Selecteer "NDPS Printer" in het submenu "Create".
5 Geef in het vak "NDPS Printer Name" de "printernaam" op.
6 Selecteer in de kolom "Printer Agent Source" de optie "Create a New Printer Agent" en klik vervolgens
op "Create".
7 Controleer of de naam van de printeragent.
8 Blader door de NDPS-managernamen in het vak "NDPS Manager Name".
9 Registreer of de naam van de printeragent.
10 Selecteer onder "Gateway Types" de optie "Novell Printer Gateway" en registreer deze gateway.
11 Selecteer in het venster "Configure Novell DPS for Printer Agent" de optie "(None)" als printertype en
"Novell Port Handler" als het poorthandlertype.
12 Registreer de instellingen.
13 Selecteer onder "Connection type" de optie "Remote (LPR on IP)".
14 Registreer het verbindingstype.
15 Voer het IP-adres dat voor deze machine is ingesteld in als het hostadres.
16 Voer "Print" in als de printernaam.
17 Klik op de knop "Finish" om de instellingen te registreren.
Het registratiescherm voor het printerstuurprogramma wordt weergegeven.
18 Selecteer "None" voor elk besturingssysteem om de registratie te voltooien.