Operation Manual
CS 193/173/163 3-11
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm
3
Opdr. historie op pagina Verzenden
!
Detail
Als de gebruikersauthenticatie-instellingen werden toegepast, is de documentnaam niet toegankelijk
voor andere gebruikers.
Documentnamen verschijnen niet op het scherm voor beveiligde documenten.
"TWAIN" wordt aangegeven voor opdrachten die zijn verzonden door de webservice.
De externe serverinformatie in [Detail] is alleen beschikbaar als de externe serverauthenticatie is
toegepast.
Huidige opdrachten op de pagina Ontvangen
!
Detail
Als de gebruikersauthenticatie-instellingen werden toegepast, is de documentnaam niet toegankelijk
voor andere gebruikers.
Documentnamen verschijnen niet op het scherm voor beveiligde documenten.
Item Omschrijving
Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij
wordt geplaatst.
Adrestype: type van de terminal die de gegevens ontvangt (Fax, E-mail, FTP, PC (SMB), WebDAV,
TWAIN, overige).
Adres: faxnummer, e-mailadres en gebruikersboxnaam van de ontvanger.
Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst.
Doc.: het aantal originele pagina's.
Resultaat: het resultaat van de bewerking (Opdracht gereed/Verwijderd vanwege fout/Verwijderd
door gebruiker).
[ ][ ] Wanneer er meer opdrachten zijn dan de zeven opdrachten die tegelijk kunnen worden weergegeven,
drukt u op deze toetsen om te schakelen tussen de pagina's.
[Verw. op-
drachten]/
[Voltooide
opdrachten]/
[Alle op-
drachten]
Druk op de schermtoets om elke categorie van de opdracht weer te geven.
[Comm. lijst] Toont de Scanlijst, Fax TX-lijst en Fax RX-lijst. Op elk lijstscherm kunnen het activiteitenrapport, het
TX rapport en het RX rapport worden afgedrukt.
[Detail] Toont de resultaten van de opdracht, foutdetails, de gebruikersnaam, de documentnaam, het be-
stemmingstype, de tijd in wachtrij, de verzendtijd, het aantal originele pagina's en informatie over de
externe server.
Item Omschrijving
Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij
wordt geplaatst.
Gebr. naam: naam van de gebruiker of account die de opdracht in wachtrij heeft geplaatst.
Status: opdrachtstatus (Ontvangen, Kiezen (alleen met Opvragen ontvangst), Afdruk in wachtrij,
Afdrukken, Afdruk soppen, Afdr.fout, Opslaan nr. geh.)
Documentnaam: toont de naam van het ontvangen of opgeslagen document.
Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst.
Doc.: het aantal of ontvangen originele pagina's.
[ ][ ] Wanneer er meer opdrachten zijn dan de zeven opdrachten die tegelijk kunnen worden weergegeven,
drukt u op deze toetsen om te schakelen tussen de pagina's.
[Verwijderen] De geselecteerde opdracht wordt verwijderd.
[Opnieuw
kiezen]
Selecteer de opdracht die is gemarkeerd met de status "Wacht opn. kiezen" om opnieuw te kiezen.
[Doorst] Stuurt de fax door die is ontvangen en in het geheugen is opgeslagen. Geef de ontvanger op door
deze te selecteren in het adresboek of door de ontvanger rechtstreeks in te voeren.
[Detail] Toont de opdrachtstatus, de gebruikersnaam, de documentnaam, de uitvoerlade, de tijd in wachtrij,
de verzendtijd en het aantal originele pagina's. Druk op [Verwijderen] om de opdracht te verwijderen.










