Operation Manual
CS193/CS173/CS163 3-89
Kopieerbewerkingen
3
4 Druk op [Aangepast formaat].
Het scherm Aangepast formaat verschijnt.
5 Geef de lengte (X) en breedte (Y) van het papier op.
– Zorg ervoor dat [X] is geselecteerd en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om de lengte van zijde X
in te voeren (tussen 139,7mm en 457,2 mm).
– Druk op [Y] om deze instelling te selecteren gebruik vervolgens de cijfertoetsen om de lengte van
zijde Y in te voeren (tussen 90,0 mm en 311,1 mm).
– Als een waarde buiten het toegelaten bereik is opgegeven, verschijnt het bericht "Invoerfout".
Voer een waarde binnen het toegelaten bereik in.
– Als u een verkeerde waarde hebt ingevoerd, druk dan op de toets [C] (wissen) op de cijfertoetsen
om de waarde te wissen en geef de correcte waarde op.
Druk op [Annuleren] om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren.
?
Kunnen papierformaten worden opgeslagen?
% U kunt vijf aangepaste papierformaten opslaan.
% Om een opgeslagen papierformaat op te roepen, drukt u op de overeenkomende geheugentoets.
% De namen "geheugen1" tot "geheugen5" kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg "Een aangepast
papierformaat opslaan (instellingen Aangepast formaat)" op pagina 3-90 voor meer informatie over
het wijzigen van namen.
% Raadpleeg "Een aangepast papierformaat opslaan (instellingen Aangepast formaat)" op
pagina 3-90 voor meer informatie over het opslaan van papierformaten.
6 Druk op [OK] en druk vervolgens op [OK] in de volgende 2 schermen die worden weergegeven.
Het Basisscherm wordt opnieuw weergegeven.