Operation Manual
CS193/CS173/CS163 3-73
Kopieerbewerkingen
3
3.17 Kopiëren met geprogrammeerde kopie-instellingen (Geheugenfunctie)
U kunt geprogrammeerde kopie-instellingen die u opnieuw wilt gebruiken voor het kopiëren, opvragen.
1 Bepaal de positie van het origineel dat moet worden gekopieerd.
– Raadpleeg "Het origineel invoeren" op pagina 3-28 voor meer informatie over het plaatsen van het
origineel.
2 Druk op de toets [Geheugenfunctie].
Het scherm Roep kopieerprogramma op wordt weergegeven.
3 Druk op de knop van het kopieerprogramma dat werd geregistreerd met de gewenste kopie-
instellingen om het op te roepen.
– Als u de kopie-instellingen in het geselecteerde kopieerprogramma niet moet controleren, kunt u
doorgaan met stap 8.
– Als het kopieerprogramma dat moet worden opgeroepen, niet wordt weergegeven, drukt u op
en tot het gewenste kopieerprogramma wordt weergegeven.