Operation Manual

3
Kopieerbewerkingen
3-70 CS193/CS173/CS163
3.16 Kopieerprogramma's registreren (Geheugenfunctie)
Vaak gebruikte kopieerinstellingen kunnen samen worden opgeslagen als een programma zodat ze
gemakkelijk opnieuw kunnen worden opgeroepen. Er kunnen maximaal 30 programma's worden
geregistreerd.
U kunt een naam van maximaal 16 tekens opgeven voor de geregistreerde kopieerprogramma's.
1 Gebruik de toetsen van het tiptoetsscherm en het bedieningspaneel om de kopie-instellingen die in het
kopieerprogramma moet worden geregistreerd, op te geven.
?
Kunnen de huidige instellingen worden gecontroleerd?
% Om de momenteel opgegeven kopieerinstellingen te controleren, drukt u op [Functie controle] in het
linkerpaneel en drukt u vervolgens op [Opdrachtdetails].
2 Druk op de toets [Geheugenfunctie].
Het scherm Roep kopieerprogramma op wordt weergegeven.
3 Van de kopieerprogrammeerknoppen die op het scherm verschijnen, drukt u op de knop waaronder u
de kopieerinstellingen wilt opslaan en drukt u vervolgens op [Kopieerprogr. reg.].
Er zijn drie schermen Roep kopieerprogramma op. Druk op en om een ander scherm weer
te geven.
Als u reeds 30 kopieerprogramma's hebt geregistreerd, moet u een kopieerprogramma verwijderen
dat u niet langer nodig hebt.
Het scherm Kopieerprogramma registreren wordt weergegeven.