Operation Manual
1.5 Onderhoud
1.5.1 Kalibreren
Om de kleur die het apparaat afdrukt constant te houden dient het
apparaat 1 maal per twee weken gekalibreerd te worden. Hieronder treft
u het stappenplan aan.
1. Laad A3- of A4 papier in een papierlade.
2. Druk op de knop [Hulpprogramma].
3. Kies 3 [Beheerderinstelling].
4. Voer de juiste toegangscode in (standaard: 12345678) en druk
op: ok.
5. Kies 1 [Systeeminstelling].
6. Kies 7 [Expert afstelling]
7. Kies 8 [Gradatie aanpassing]
8. Kies 1 [Kopie]
9. Druk op de toets [Start]. Na enige seconden zal een testpatroon
zoals hieronder is afgebeeld worden geprint.
10. Plaats de afdruk op de glasplaat met de zwarte blokken naar
links en leg hier nog tien blanco velletjes van hetzelfde formaat
op.
11. Sluit de origineleninvoer (klep).
12. Druk op de starttoets om de afdruk te scannen.
13. Herhaal stap 8 tot 13 nog twee keer.
8