Operation Manual

Table Of Contents
CS 193/173/163 4-3
Registratie van basisinformatie
4
4 Registratie van basisinformatie
4.1 Het gebruik starten
Wanneer u het product voor de eerste keer gebruikt, moet u het volgende registreren.
4.1.1 Vereiste omgeving en uitrusting
De volgende tabel toont de vereiste omgeving en uitrusting om de respectieve functies in te schakelen.
4.1.2 Netwerkverbinding en -instellingen
Om de functie te gebruiken voor het verzenden van afbeeldingsgegevens via een netwerkverbinding, zoals
netwerkscan- en netwerkfaxfuncties, moet u deze machine aansluiten op het netwerk en de instellingen voor
het netwerkgebruik opgeven.
Netwerkverbinding
% Sluit een UTP-kabel (categorie 5 of hoger aanbevolen) aan van het netwerk naar de ethernet-connector
op de machine.
Netwerkinstellingen
% Wijs een IP-adres toe aan de machine, vervolledig de instellingen voor de SMTP-server, enz. Raadpleeg
de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie.
Omschrijving Omgeving en uitrusting
Netwerkscanfunctie Netwerkverbinding
Netwerkinstellingen
G3 FAX-functie Installatie van de faxkit (optioneel)
Een modulaire kabel aansluiten
Netwerkfaxfunctie Internetfax Netwerkverbinding
Netwerkinstellingen
IP-adresfax Installatie van de faxkit (optioneel)
Netwerkverbinding
Netwerkinstellingen