Operation Manual

Table Of Contents
CS 193/173/163 11-43
Faxstuurprogramma
11
4 Klik op [OK].
De opgegeven instellingen worden geregistreerd in de vervolgkeuzelijst "Favoriete instelling".
2
Opmerking
U kunt tot 30 gedeelde instellingen en tot 20 persoonlijke instellingen registreren.
U kunt maximaal 30 tekens invoeren in het tekstvak "Naam". U kunt maximaal 255 tekens invoeren in
het tekstvak "Commentaar".
Alleen de beheerder kan een instelling onder "Delen" selecteren.
!
Detail
De instellingen die werden opgegeven, kunnen ook naar een bestand worden opgeslagen
(geëxporteerd). Raadpleeg "De instellingen van het stuurprogramma importeren en exporteren" op
pagina 11-44 voor meer informatie.
De instellingen oproepen
% Selecteer de instellingen die u wilt oproepen in de vervolgkeuzelijst "Favoriete instelling" in het
dialoogvenster Fax-voorkeursinstellingen.
De instelwaarden worden opgeroepen en de instellingen voor het faxstuurprogramma worden
gewijzigd.
De instellingen bewerken
U kunt de opgeroepen functie-items, zoals de opgegeven namen en opmerkingen, bewerken.
1 Klik in het dialoogvenster Fax-voorkeursinstellingen voor de afdruk op de knop [Bewerken] naast de
vervolgkeuzelijst "Favoriete instelling".
2 Selecteer de opgegeven naam die u wilt wijzigen in de lijst en wijzig vervolgens de instelling.
Klik op de knop [Wissen] om een instelling te verwijderen.
Om de weergegeven volgorde te wijzigen, klikt u op de knop [Op] of [Onder].