Operation Manual

Table Of Contents
11
Faxstuurprogramma
11-26 CS 193/173/163
Tabblad Configureren
2
Opmerking
Om het tabblad Configureren weer te geven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram
"xxxxxxx Fax" en klikt u vervolgens op "Eigenschappen".
U kunt de functie [Apparaatinformatie ophalen] niet gebruiken als u niet verbonden bent of niet in staat
bent met deze machine te communiceren.
Tabblad Instellingen
2
Opmerking
Om het tabblad Instellingen weer te geven, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram "xxxxxxx
Fax" en klikt u vervolgens op "Eigenschappen".
Item Functie
Apparaatoptie Definieert de status van de opties die op deze machine zijn geïnstalleerd en de status
van de gebruikersauthenticatie- en de afdelingsregistratiefuncties. Geef de status op
van elk item via de vervolgkeuzelijst "Instelling".
Apparaatinformatie ophalen Communiceert met deze machine om de status van de geïnstalleerde opties te lezen.
Instellingen ophalen Definieert de status van de verbinding die de optie-informatie ophaalt.
Codeerwachtwoord Voer een codeerwachtwoord in wanneer dit door de gebruiker is gedefinieerd door met
deze machine te communiceren.
Item Functie
Display beperkingsmelding Toont een bericht wanneer functies die niet tegelijk kunnen worden opgegeven, zijn in-
geschakeld via het printerstuurprogramma.
Papierset weergeven af-
drukservereigenschappen.
Gebruik het papier dat werd toegevoegd in [Servereigenschappen] van de printermap.
Inst. authenticatie controle-
ren voor afdruk
Controleert de authenticatie-instellingen voor deze machine voordat het afdrukken
wordt gestart en toont een bericht als de instellingen niet compatibel zijn.
Pop-up Authenticatiedia-
loogvenster bij afdruk
Toont het dialoogvenster Gebruikers authenticatie/Gebruikersregistratie wanneer een
afdrukopdracht wordt opgegeven om de gebruikersnaam en de afdelingsnaam in te
voeren.
Aangepast formaat opslaan De aangepaste papierformaten opslaan.