Operation Manual

Table Of Contents
9
Gebruikersfunctie-instellingen
9-24 CS 193/173/163
Index
% Selecteer de indextekens.
Vaak gebruikte bestemmingen kunnen samen worden opgegeven in de [Hoofd]. Deze instelling
versnelt de zoekacties.
Hostadres
% Voer het hostadres in voor het doelapparaat in het formaat van een hostnaam, IPv4-adres of
IPv6-adres.
Voer maximaal 63 tekens in voor een hostnaam.
!
Detail
Wanneer het invoerformaat wordt geschakeld naar de IP-adres invoerfunctie nadat de hostnaam is
opgegeven, wordt de hostnaam gewist.
Wanneer u op [Hostnaam invoeren] drukt nadat het IP-adres is ingevoerd, wordt het IP-adres voor de
invoer behouden en wordt het in het tekeninvoerscherm weergegeven.
Controleer of de DNS-instelling correct is opgegeven voordat u een hostnaam invoert. Raadpleeg de
handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie.
Poortnummer
% Geef het poortnummer op. (Bereik: 1 tot 65535)
Type machinebestemming
% Selecteer [Kleur] of [Zwart en wit], afhankelijk van de doelmachine.