Operation Manual
CS 193/173/163 2-15
Instelitems volgens bewerking
2
2.4.4 Set an Encryption Strength
1 Selecteer het tabblad Security in de beheerdersfunctie van Web Connection.
2 Selecteer "SSL/TLS Setting"
3 Selecteer [Setup].
4 Selecteer "Set an Encryption Strength".
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
Encryption Strength Geeft de codeermethode op.
Mode using SSL/TLS Geef het toepassingsbereik van SSL/TLS op.
[Install] Installeert het certificaat.
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
Encryption Strength Wijzig, indien nodig de coderingssterkte. Geef de coderings-
sterkte op.