Operation Manual

CS 193/173/163 2-11
Instelitems volgens bewerking
2
2.4.1 Create a self-signed Certificate
1 Selecteer het tabblad Security in de beheerdersfunctie van Web Connection.
2 Selecteer "SSL/TLS Setting".
3 Selecteer [Setup].
4 Selecteer "Create a self-signed Certificate".
Item Definitie Voorafgaande
bevestiging
Common Name Toont het IP-adres of de domeinnaam van de machine.
Organization Voer de naam in van de organisatie of groep die wordt ge-
bruikt voor het maken van een organisatiecertificaat (tot 63
tekens).
Organizational Unit Voer de naam in van de account die wordt gebruikt voor het
maken van een accountcertificaat (tot 63 tekens).
Locality Voer de naam in van de plaats die wordt gebruikt voor het
maken van een plaatscertificaat (tot 127 tekens).
State/Province Voer de naam in van de provincie die wordt gebruikt voor het
maken van een provinciecertificaat (tot 127 tekens).
Country Wanneer u een landcertificaat maakt, voer dan een landcode
van twee tekens in die wordt bepaald door ISO 3166.
Verenigde Staten: US, Groot-Brittannië: GB, Italië: IT, Au-
stralië: AU, Nederland: NL, Canada: CA, Spanje: ES, Tsjechi-
sche Republiek: CZ, China: CN, Denemarken: DK, Duitsland:
DE, Japan: JP, Frankrijk: FR, België: BE, Rusland: RU
Admin. E-mail Address Geef het adres op voor de beheerder (tot 128 tekens). Adres voor de beheerder
Validity Start Date Voert de startdatum in voor de geldigheidsduur. Toont de
datum en tijd wanneer deze pagina wordt weergegeven.
Validity Period Voer het aantal dagen in vanaf de startdatum voor de geldig-
heidsduur voor het certificaat.
Encryption Strength Geeft de codeermethode op.