Operation Manual
Nytech DS-8310 Foto's maken
Nederlands - 109
ASM-modus
In de ASM-modus kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig
instellen. De geselecteerde ASM-modus wordt aangegeven door het
pictogram A, S of M op het LCD-scherm (zie pagina 87 - Opnamestand,
item 1). Als u de ASM-modus wilt uitschakelen, schakelt u de
opnameprogrammamodus P in door op modusknop [11] van de camera en
op de knop Set [9] te drukken (zie tevens pagina 105 –
Opnameprogramma’s).
Druk in de opnamestand meerdere malen op de ASM-knop [12] om te
schakelen tussen de volgende opties.
Diafragma
Modus: A
Bij een hogere diafragma-instelling wordt de lensopening kleiner en komt er
minder licht terecht op de beeldsensor. Via een cirkelvormige
schaduwdistributie wordt een betere scherptediepte verkregen. Een
kleinere diafragmawaarde verkleint de scherptediepte, waardoor de
achtergrond zachter en de voorgrond scherper wordt (bijvoorbeeld bij het
nemen van een portretfoto).
Druk op S of T op de vierrichtingsknop om een diafragmawaarde tussen
2.8 (groot diafragma) en 5.6 (klein diafragma) te selecteren.
Sluitertijd
Modus: S
De sluitertijd bepaalt de belichtingstijd. Het belichtingsmechanisme in de
lens wordt bij een korte sluitertijd gedurende een heel korte tijd geopend,
waardoor er minder licht op de sensor valt. Bij een langere sluitertijd valt er
meer licht op de sensor waardoor het beeld meer wordt belicht. Daardoor is
een korte sluitertijd geschikt voor een omgeving met veel licht (bijvoorbeeld
daglicht of een felle flits). Het voordeel van een korte sluitertijd is dat
bewegende onderwerpen scherper worden vastgelegd. De
sluitertijdwaarde wordt uitgedrukt in 1/n seconde.
Druk op S of T de vierrichtingsknop om een sluitertijd tussen 8 sec (lange
sluitertijd) en 1/2000 sec (korte sluitertijd) te selecteren.