Operation Manual
20
HET GEBRUIK VAN EEN AANGEPASTE OEFENING
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina
1
6.
2. Selecteer een aangepaste oefening.
Voor het selecteren van een aangepaste oefening
drukt u herhaaldelijk op de toets Aangepast. Als
een aangepaste oefening is geselecteerd zaler een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefen-
ing verschijnen in de matrix.
Bovendien zal de dis-
play de maximale
hellingsinstelling, de oe-
feningsduur, het num-
mer van de oefening en
de maximale snelhei-
dsinstelling van de oe-
fening weergeven. Opmerking: Als er slechts
twee rijen met indicatoren langs de matrix
lopen, kijk dan bij EEN AANGEPASTE OEFEN-
ING GEBRUIKEN op pagina 19.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] om het programma
te laten beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
die u eerder heeft geprogrammeerd. Houd de han-
dleuningen vast en begin met wandelen.
Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschil-
lende 1-minuut segmenten. Er is één hellingin-
stelling en één tempo-instelling geprogrammeerd
voor elk segment. Let op: Dezelfde snelheid en/of
hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende segmenten.
De aangepaste oefening werkt op dezelfde manier
als een vooraf ingestelde oefening (zie stap 3 op
pagina 18).
Indien gewenst kunt u de oefening opnieuw in-
stellen terwijl u deze gebruikt. Om de snelheidsin-
stelling of de hellingsinstelling voor het huidige
s
egment te wijzigen dient u eenvoudigweg op
de toetsen Snelheid [SPEED] of Helling [INCLINE]
t
e drukken. Als het huidige segment eindigt, zal de
nieuwe instelling worden opgeslagen in het
geheugen. Om de duur van de oefening te ver-
groten wacht u tot de oefening is afgelopen. Druk
dan op de Startknop en programmeer de snelheid
en hellinginstellen voor zoveel aanvullende seg-
menten als gewenst. Als u zoveel segmenten als
gewenst heeft toegevoegd, drukt u twee keer op
de stopknop [STOP]. Om de lengte van de oefen-
ing te verminderen drukt u twee keer op de stop-
knop op elk moment voordat de oefening is
voltooid.
Om de oefening tijdelijk te stoppen, drukt u op de
toets Stop. Druk op de Start-toets om de workout te
hervaten. De loopband zal met een snelheid van 2
km/u beginnen te draaien. De loopband zal bij het
begin van het volgende segment de snelheids- en
hellinginstellingen automatisch ingesteld worden.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 17.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 17.