Operation Manual
19
EEN AANGEPASTE OEFENING CREËREN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina
1
6.
2. Selecteer een aangepaste oefening.
Voor het selecteren van een aangepaste oefening
drukt u herhaaldelijk op de toets Aangepast [CUS-
TOM]. Als u een aangepaste oefening heeft gese-
lecteerd, zal het oefeningnummer en drie kolom-
men met indicatoren op het scherm verschijnen.
Opmerking: Als meer
dan twee rijen met in-
dicatoren langs de ma-
trix lopen, kijk dan bij
EEN AANGEPASTE
OEFENING GE-
BRUIKEN op pagina
20.
3. Start de loopband en programmeer de gewen-
ste snelheid en hellingsinstellingen.
Druk op de toets START. Kort nadat u op de toets
heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen.
Houd de handleuningen vast en begin met wande-
len.
Elke aangepaste oefening is verdeeld in verschil-
lende 1-minuut segmenten. Er kan één hellingin-
stelling en één snelheidsinstelling worden gepro-
grammeerd voor elk segment. Om snelheids- en
hellinginstellingen voor het eerste segment te pro-
grammeren, dient u eenvoudigweg de helling en
de snelheid van de loopband naar wens in te
stellen door te drukken op de snelheid [SPEED]-
e
n hellingtoetsen [INCLINE].
A
ls het eerste gedeelte van de oefening is
beëindigd, zal een reeks geluidjes te horen zijn en
de huidige snelheids- en hellingsinstellingen wor-
den opgeslagen in het geheugen. Programmeer
een snelheids- en hellingsinstelling voor het
tweede gedeelte op dezelfde manier.
Blijf de snelheids- en hellingsinstellingen program-
meren voor zoveel segmenten als u wilt;
angepaste oefeningen kunnen tot 40 segmenten
hebben. Als u klaar bent met de oefening drukt u
twee keer op de Stopknop [STOP]. De snelheids
en hellinginstellingen die u heeft geprogrammeerd
en de oefeningtijd kunnen dan worden opgeslagen
in het geheugen.
4. Volg uw voortgang op het display.
Zie stap 5 op pagina 17.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 17.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 17.